Een keuze (7)

Erik van Tuijn
Stéphane Couturier, CHANDIGARH SECRETARIAT NO 1, 2007

De overvloed van Art Amsterdam inspireerde auteur Erik van Tuijn tot niet zomaar een lijstje favorieten, maar tot een top drie van top drie’s, een ‘drieste top drie’, zeg maar. Met onder andere werk van Peggy Frank, Frank van der Salm en Nazif Topçuoglu.

‘Okay. Top five side one track ones.
Number one…’
(High Fidelity)

Bij best of lijstjes moet ik altijd denken aan Stephen Frears’ film High Fidelity – gebaseerd op de gelijknamige roman van Nick Hornby – waarin John Cusack een compulsieve lijstjesmaker speelt. Ik heb besloten me er niet tegen te verzetten. Sterker nog: ik heb besloten me er, voor deze top drie naar aanleiding van de nieuwste editie van Art Amsterdam, helemaal aan over te geven. Het gevolg: een top drie van top drie’s.

DRIE: ‘Is it in fact unfair to criticize a formerly great artist for his latter-day sins? Is it better to burn out than to fade away?’ (HF)

Elk jaar hoor ik dezelfde opmerking over de beurs terugkeren. Ook deze keer: ‘Vorig jaar was beter!’ Misschien is de kunstwereld toch niet zo avant-gardistisch als sommigen ons willen laten geloven, misschien is het een uitwas van het allesdoordringende vroeger-was-alles-beter gevoel, of misschien is het menselijk brein niet in staat de overdaad aan indrukken onmiddellijk te filteren en op waarde te schatten. Desalniettemin viel me dit jaar op dat er veel kunstenaars zowel op herhaling als op hun retour waren. In volgorde van kwaliteitsverlies (van minste naar meeste):

Op 3: Peggy Franck (Marion Scharmann). Dit jaar nog steeds erg goed, maar zachter, introverter. De rauwe spanning van Black II: Lessons (2006) – één van de beste werken op de beurs vorig jaar – heeft plaats gemaakt voor meer poëtisch, maar daardoor ook minder pakkend werk. Het is ook niet eenvoudig om twee jaar achtereen kampioen te worden.

Op 2: William Wegman (Galerie Wouter van Leeuwen). Wegmans video’s en foto’s van zijn zelfgefokte Weimaraner honden balanceren op de grens tussen humor, vertedering, kunst en kitsch. Ook dit jaar heeft Van Leeuwen de goed verkoopbare foto’s weer meegenomen, maar de selectie is teveel Anne Geddes en te weinig Rineke Dijkstra.

Op 1: Chinese (schilder)kunst. Wat enkele jaren geleden begon als een soms politiek, maar vooral economisch correcte hype is dit jaar definitief afgezakt naar het niveau van plat exportproduct. Het is nog net geen kunst uit het Chinese schildersdorp Dafen,

TWEE: ‘I’m too tired not to go out with you.’ (HF)

Normaal gesproken probeer ik mijn visuele verslaving aan de architectuurfotografie waarmee Bernd en Hilla Becher (letterlijk) school gemaakt hebben te onderdrukken. Met name het werk van Andreas Gursky maakte destijds een onuitwisbare indruk op me. Ondertussen is de kunstwereld vergeven van fotografen die dezelfde beeldtaal hanteren, waardoor er voor mij wel veel te genieten valt, maar gewoonlijk weinig interessants te vertellen.

Op 3: Stéphane Couturier (Galerie Polaris). Had ook in de vorige top drie kunnen staan, ware het niet dat er één foto hing uit de Chandigarh-serie, die mij deed grijpen naar het daarover aanwezige fotoboek. Couturier bezocht dit immense Indiase Utopia en laat zien hoe de bewoners en natuur de rigiditeit van Le Corbusiers ontwerp hebben doorbroken, waardoor versleten ideologie en versleten werkelijkheid samenvallen.

Op 2: Tankstations. Ook dit jaar trof ik enkele mooie interpretaties van deze archetypische verbeelding van onze consumptiemaatschappij. Zo was er Job Koelewijns met boekomslagen beplakte tankstation Sanctuary (Fons Welters). Alleen als foto en maquette weliswaar, want het origineel is te zien in De Pont. Benjamin Nachtwey heeft zijn werkterrein stilaan verlegd naar series stilleventjes van neonborden en supermarkten, maar desalniettemin vond ik van hem nog enkele aangename sfeerbeelden van de nachtelijke lichtvervuiling van Shell (Jos Art). Livingstone Gallery tot slot had een dreigender exemplaar in de aanbieding: een bijna monochroom schilderij van Roger Wardin.

Op 1: MKgalerie. De stand van MKgalerie was in zijn geheel gewijd aan kunstenaars die het hedendaagse stedelijke leven in beeld brengen en becommentariëren. Frank van der Salm zat erbij, sinds Gursky een van de besten uit het genre, en daarnaast waren er een groene golfplaten hut van Ties ten Bosch, de maquettefoto’s van Danwen Xing en de tot bandrecorders ge-copy-paste LP’s en cassettebandjes van Matrijs van Merg. Een oase voor mijn oog.

ÉÉN: ‘Yeah, well… Let’s see… What are your all-time top five records? Your desert island top-five?’ (HF)

Op 3. Lisette Verkerk. Een grote verrassing. Zo’n beetje ingeklemd tussen Klaas Gubbels en Armando vond ik in een hoekje van Willy Schoots’ stand een rolkooi met kleine objecten in witte juwelendozen. Op enkele simpele vellen papier werd de situatie geschetst: Verkerk vroeg tijdens haar verblijf in Peru lokale handwerklieden – in hun ogen nutteloze en dus onbegrijpelijke – kunstobjecten te maken. Om ze op weg te helpen gaf ze hen een onderwerp: de handen waarmee zij hun brood verdienen. Een ongebruikelijk egoloos werk in een zee van artistieke sterallures.

Op 2: Irene Fortuyn. Fortuyn staat niet eens vermeldt in de beurscatalogus; haar werk werd op het laatste moment toegevoegd aan de stand van Diana Stigter. Een goede ingreep. Fortuyn werkt in Haarlem aan een plan voor een nieuw park gesitueerd op een voormalige vuilnisbelt. Als een archeoloog groef zij ter plekke vijftig jaar afval op. Haar vondsten werden netjes gefotografeerd: alle stukjes afval gescheiden van elkaar op een witte achtergrond. De onderkoeld gepresenteerde wand vol plastic flarden, bierdoppen en chipszakjes verandert onder je ogen in een reis terug in de tijd.

Op 1: Nazif Topçuoglu. Ik had de stand van Flatland al bijna verlaten toen mijn oog viel op de foto van Topçuoglu. Een geënsceneerde foto, bruin van toon door de aanwezige lambrisering en parketvloer, waarin een groep in schooluniform gestoken meisjes in een halve kring zit te kijken naar een poserend meisje in een rood hemdje. Het licht is van Rembrandt, de zorgvuldig aangenomen poses evengoed klassiek als catwalk, de opgeroepen spanning is van Vladimir Nabokov. Een onpeilbaar werk.

Marion Scharmann
Schaafenstrasse 10, Keulen
www.marion-scharmann.com

Galerie Wouter van Leeuwen
Hazenstraat 27, Amsterdam
www.woutervanleeuwen.nl

Galerie Polaris
15 rue des Arquebusiers, Parijs
www.galeriepolaris.com

Galerie Fons Welters
Bloemstraat 140, Amsterdam
www.fonswelters.nl

Galerie Jos Art
KNSM Laan 291, Amsterdam
www.josart.nl

Livingstone Gallery
Anna Paulownastraat 70a/b, Den Haag
www.artonline.nl/galeries/livingstone

MKgalerie
Witte de Withstraat 53, Rotterdam
Kochstrasse 60, Berlijn
www.mkgalerie.nl

Galerie Diana Stigter
Elandsstraat 90, Amsterdam
www.dianastigter.nl

Flatland Gallery
Lange Nieuwstraat 7, A. Dolehof, Utrecht
www.flatlandgallery.com

Lisette Verkerk, LAS MANOS DEL PERU/AMARU EN APU, 2007
Nazif Topçuoglu, INTERVIEW-MULAKAT