Nog mooi genoeg voor het feestje van morgen?

Milou van Oene
Ieke Trinks, 9 HIGHTLIGHTS (2011)

In TENT is al enkele weken de tentoonstelling To All Tomorrows Parties te zien. De deelnemers onderzoeken het grijze gebied tussen beeldende kunst, mode, theater, dans en sculptuur. Dat levert bijzondere projecten op, die niet alleen statisch in een zaalopstelling ervaren moeten worden. Daarom zijn regelmatig live performances te zien die uiting geven aan de constante verandering waaraan de projecten onderhevig zijn.

Even een greep uit de oude doos: All Tomorrow’s Parties is de titel van een nummer op het eerste album van The Velvet Underground. Lou Reed schreef het in 1965 uit verwondering over de groep mensen rondom Andy Warhol en zijn Factory. Uit de tekst spreekt de tragiek van een leven dat draait om nieuwe feestjes en imagebuilding. Vertaald naar kunst komen we dan uit bij de vraag of kunstenaars altijd maar rekening moeten houden met de dag van morgen: is vandaag – en alles wat daar nog wel en niet meer bij hoort – niet goed genoeg?

De onzekerheid over de fase waarin de werken in TENT zich bevinden maakt ze ongrijpbaar: ben ik te laat gekomen, of net op tijd? En dan vraag ik mij af: moet ik iets speciaals doen om schoonheid te vinden in die tijdelijkheid? Vanaf de jaren 50 werden happenings en performances door kunstenaars van de Fluxus-beweging tot een kunst verheven. Verzamelaars en musea wisten zich geen raad met deze kunstvorm. Want hoe krijg je vat op zulke ongrijpbare kunstvorm? Noodoplossingen in de vorm van documentatiemateriaal zijn de norm, maar doen eigenlijk geen recht aan het origineel. Het open einde dat TENT nu presenteert is daarom verfrissend.

Iedere zondag stapt Ieke Trinks in haar installatie 9 highlights (2011). Aanvankelijk waren de negen witte tafeltjes identiek minimalistisch gedekt met een glazen mok, een doos suikerklontjes, een pak roze koeken en een rood vetplantje, maar inmiddels verkeert ongeveer de helft ervan in een staat van chaos en ontbinding. Trinks heeft roze koeken geplet onder de tafelpoten, terwijl van de stoelpoten iedere week vier plakjes afgezaagd worden. Schimmelende theezakjes. Verkreukeld plasticfolie. Tijdens haar performance roteert ze om de tafel en met een welhaast pijnlijke rust voert de kunstenaar handelingen uit die even bizar als eenvoudig zijn. Vooraf vraagt ze een toeschouwer om een foto met een polaroidcamera te maken op het moment waarop hij of zij denkt dat het hoogtepunt bereikt is. Een mooie knipoog naar de centrale vraag van de tentoonstellingsmakers.

Een werk dat als doorlopende en tegelijkertijd aflopende performance gezien kan worden is Sophomore (2011) van modeontwerpster Daisy Kroon. Drie aangeklede paspoppen worden voortdurend overstelpt met zeepsop dat bubbelt uit een met leer overtrokken installatie. De kwetsbare stof van de kleding heeft bruine waterkringen gekregen. Schimmel is al opgekropen over de zomen en boorden en het leer van de schoenen is inmiddels gevlamd. Het gaat Kroon hier niet alleen om de kleding, maar vooral ook om het klimaat dat zij voor de stof geschapen heeft en hoe dat het uiterlijk van het werk blijft veranderen.

Dan de moderne troubadour Toon Fibbe. Wanneer hij op straat aan je voorbijloopt met zijn The several in one (2011) slaat zijn trommel ritmisch op de snelheid waarmee hij zijn voeten beweegt. Ondertussen heeft hij zijn handen vrij om een plattegrond te lezen. Zijn performance in de Witte de Withstraat doet denken aan een toneelvoorstelling, maar de stage props misstaan niet in een tentoonstellingsruimte. Uitgelicht door een spotje ligt de trommel op de grond. Eromheen fotomateriaal van historische stadsmuzikanten, een video en afgesneden boekenruggen. Vooral die laatste geven uiteindelijk een dominante conceptuele dimensie aan de werken. 

Hoe ongrijpbaar ook, het statische aspect is hier toch het hoofdbestanddeel van de tentoonstelling geworden. Wanneer er even geen kunstenaars, modeontwerpers of choreografen aanwezig zijn om hun werk tot leven te wekken, kijk je uiteindelijk toch vooral naar attributen; in wezen net zo incompleet als documentatiemateriaal.

Ieke Trinks, 9 HIGHLIGHTS (2011)
Daisy Kroon, SOPHOMORE (2011)
Toon Fibbe, HEY A CRAZY ABBA (2011) Foto: Silvia Ulloa Marquez