Ante Timmermans bij Barbara Seiler Galerie

Noor Nuyten
Ante Timmermans, 425 (2009)

Een kunstbeurs als Art Rotterdam bezoeken brengt gevaren met zich mee. Het is een worsteling om de kritiek op het commerciële karakter van de beurs niet de overhand te laten nemen. Daarbij is het te simpel om de kunstenaar kritisch te bestraffen voor zijn commerciële overwegingen, iedereen weet dat het huidige politieke klimaat niet erg kunstgericht is en dat de kunstenaar moet overleven. Er is echter een verschil tussen de galerie en de kunstenaar die zich etaleren naar de verwachting van de doorsnee bezoeker, en degenen die de ongeschreven regels doorbreken, wat geen eenvoudige opgave is.

Aan deze ongeschreven regels voldoet zelfs de kritische houding van de kunstenaar Navid Nuur (1976). Nuur laat een artificiële progressiviteit zien; de toeschouwer wordt uitgenodigd voor een potje darten in een esthetische setting met pijltjes bestaande uit de pagina’s van magazines van de kunstbeurs. Het artificiële zit verscholen in de setting, die een lollige attractie dreigt te worden die elke kritische inhoud ondersneeuwt. Wanneer het de intentie van Navid Nuur was om een werk te ontwikkelen dat geheel opgaat in zijn context, is dit goed gelukt. Ondanks dat Nuurs commentaar lijkt weg te vallen, apprecieer ik zijn dappere poging om kritiek te geven op dit gevestigde systeem. Tegelijkertijd blijft het spijtig dat de kritiek, wanneer deze niet krachtig genoeg is, makkelijk verdwijnt in de champagne van de buren.

Tot mijn verbazing houdt het werk van de Belgische kunstenaar Ante Timmermans (1976, Ninove) zich wél staande in de entourage van gesprekken, glazen champagne, zoute haringen, sjieke kledij en gratis kroketten. Al enkele tijd houdt Timmermans zich bezig met vragen als ‘Wat kan de tekening betekenen in de context van het globale netwerk van multimediale communicatiekanalen?’ Deze grote vraagstukken verraden zijn drang naar meer dan alleen een verkoopbare tekening of installatie. Ze tonen zijn behoefte aan een dialoog met de toeschouwer.

Zodra je de ruimte van Timmermans binnentreedt, ontpopt er zich een gedachtewisseling met zijn denkruimte; een complexe, utopische doch alledaagse wereld. Zelf noemt hij dit ‘mind map’. De bezoeker kan zijn gedachten volgen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, als een labyrint voor het denken. Naast dit labyrint is de strijd die de kunstenaar met zijn context is aangegaan merkbaar. De concentratie waarmee het werk is opgebouwd, is waarneembaar in de kleine ruimte. Deze kunstenaar durft de werkelijke aanvaring aan met een identiteitsloze ruimte, zoals een stand op een kunstbeurs. Hij gaat verder dan alleen het weergeven van een prototype van zijn kunstpraktijk. Hiermee kleurt Timmermans buiten de lijntjes, vanuit een noodzaak die je op een kunstbeurs zelden signaleert.

Ante Timmermans, 3 (2009)