In de definitie van control worden in de Oxford English Dictionary twee verschillende elementen genoemd: enerzijds de functie of invloed van sturing en regulering, anderzijds de methodiek of bedoeling van beperking. De tentoonstelling Out of Control in NEST in Den Haag zoekt naar de negatieve vorm van deze controle: de ‘niet-controle’. De tentoonstellingsmakers van Nest geven op de website de volgende invalshoek op de tentoonstelling: “Out of Control brengt kunstenaars bij elkaar die bewust de artistieke besluitvorming uit handen geven. Ze maken gebruik van methodische processen of toeval voor de totstandkoming van hun werk.” De eerste vraag die dit bij mij als bezoeker oproept is of besluitvorming die uit handen wordt gegeven daadwerkelijk een ‘niet-controle’ tot stand brengt.
Het eerste dat opvalt wanneer je de tentoonstellingsruimte binnen loopt zijn de kleurige driedimensionale grafieken van Willem Besselink. Besselink volgde voor deze tentoonstelling een week lang de directeur van NEST, Eelco van der Lingen. De weg die Van der Lingen aflegt vertaalt zich in stoffen sculpturale cilinders in verschillende formaten die over de ruimte zijn verspreid. Twee andere opvallende sculpturen, die met een video worden gecombineerd, zijn van het duo Hedwig Houben en Bas Schevers. De video is een samenvattende registratie van een dag op een rommelmarkt waar voorbijgangers de mogelijkheid krijgen om aan de sculpturen dingen te laten veranderen. Houben en Schevers vervullen de rol van de kunstenaar in dienst van de voorbijganger, wat tot gevolg heeft dat de sculpturen continu aan verandering onderhevig zijn. Interessant is dat deze video eindigt op het moment dat beide sculpturen door de voorbijgangers tot figuratieve sculpturen zijn aangepast, alsof de sculpturen plaatjes waren die moesten worden ingekleurd.
Opvallend is dat alle tentoongestelde werken grotendeels registraties zijn van de keuze om de besluitvorming uit handen te geven. De enige uitzondering hierop is het werk Untitled van Roger Hiorns. Deze hangende sculptuur produceert geurend schuim dat zich als een organisme over een keramieken sculptuur beweegt. Zeepkristallen ontstaan aan de kabel waarmee de sculptuur aan het plafond is bevestigd en op de grond ontstaat een soort van ‘schuim-stalagmiet’. De sculptuur is continu in beweging en daarmee onttrokken aan de invloedssfeer van Hiorns. Een andere variant van controle zien we in de twee foto’s van Roman Opalka. De registratie die hij van zijn ouder worden maakt, raakt noch de functie noch de methode van controle en lijkt daarmee in essentie eraan te ontsnappen. Het naderen tot de dood lijkt werkelijk iets dat altijd buiten controle is.
Wat ik mij afvraag is of bovengenoemde voorbeelden uit de tentoonstelling nu werkelijk een inzicht geven in de processen die buiten de controle van de deelnemende kunstenaars liggen. Het antwoord is voor mij zowel positief als negatief. Door gebruik te maken van factoren die een eigen ‘besluitvorming’ hebben, is de kunstenaar niet in alle facetten zelfsturend. Hier is dus sprake van verlies in de functie of de invloed van sturing, en daarmee een verlies in controle. De oncontroleerbare factor kan de medemens, de zwaartekracht of de natuur zijn, welke een invloed heeft op het uiteindelijke resultaat.
Echter de kaders waarin deze projecten tot stand zijn gekomen, zijn in de meeste gevallen geenszins buiten het veld van de controle. Deze ‘oncontroleerbare’ factoren zijn gebaseerd op modellen en wetmatigheden, welke een verwachtingspatroon bevestigen. Het uit handen geven is op deze manier niet meer dan een risicoanalyse, wat mijns inziens controle bewerkstelligt. In de context van deze tentoonstelling wordt de ‘niet-controle’ of ‘naast-controle’ slechts een gevolg van een verwachtingspatroon dat ontstaat door de methodiek van beperking.
Deze spanning tussen functie en methode is ook door de makers van de tentoonstelling niet onopgemerkt gebleven. De zaaltekst sluit af met “het ware gezicht van de manipulator en magicus die de kunstenaar ook kan zijn.” Hier wordt ruimte gecreëerd om kritisch naar deze statements van controle te kijken en te onderzoeken wat controle kan zijn. Jammer genoeg is het de enige opmerking die hierover gemaakt wordt; juist dit spanningsveld maakt de tentoonstelling interessant.