Vaak moet ik (sinds ik kunstenaar ben) aan mijn eerste dansles denken. Vol verwachting zaten wij meisjes elkaar op te jutten tot de ultieme staat van afwachting. Eerst hadden we elkaar afgetroefd in de voorruimte bij het toilet. Elkaar mascara geleend en oogschaduw opgedaan. De winnende meisjes liepen daarna triomfantelijk de zaal binnen. Zij waren niet de mooisten maar wisten wel kostbaar te kijken. Sommige meisjes hadden doordeweeks al voor de zekerheid contact gelegd met de jongens aan de overkant. Zij zaten zelfverzekerd voor zich uit te kijken. Ik kende ze niet, want het was in een vreemd dorp. In ons dorp was er geen dansles. Dus moest ik het hebben van het feit dat ik anders was. Daar werk je dan aan als vijftien jarige. Alles werd ingezet om eerder gekozen te worden dan de rivalen. Alhoewel dit spel op dat moment nieuw voor mij was en de meeste rivalen een stukje ouder waren, deed ik dapper mee. Zoals zoveel dingen die op mijn pad komen, was het avontuur om het spel te leren kennen een grotere drijfveer dan hetgeen er uiteindelijk te winnen viel. Ik had eerlijk gezegd geen idee wat de beloning was van dit zitten op de bank. Gelukkig werd ik niet als allerlaatste gevraagd en bleek het ook nog een redelijk belangrijke jongen te zijn in dat dorp, want de andere meisjes waren opgewonden toen hij in mijn richting kwam. Wij gingen dansen, hij stonk naar de boerderij (sorry Friesland) en was erg onhandig met de foxtrot pasjes. Ik had geen aanleg om te volgen en probeerde optimistisch te kijken. Terug op de bank kreeg ik bemoedigende en knikkende glimlachen van mijn rivalen. Er volgden nog enkele aanzoeken om te dansen en de opluchting was groot toen de les voorbij was. Terug in de voorruimte van het toilet werd er druk gekwebbeld. Er werd tevens voor mij vastgesteld wie mij het leukste vond en waar ik van af moest blijven. Een beetje apathisch geworden van deze avond wist ik één ding zeker: ik ga nooit meer op de bank zitten wachten tot ik gevraagd wordt.
Het idee dat deze dansles na de proefles definitief zou beginnen was een schrikbeeld. Ik was in een nivellerend ritueel beland waarin alle energie werd opgeslokt door het zitten op de bank, het aftroeven en het afwachten. Het dansen was natuurlijk een grote teleurstelling, maar het was een belangrijk onderdeel van dit ritueel dat je dat niet mocht zeggen.
Wachten tot je gevraagd wordt en jezelf oppoetsen in de voorruimte van het toilet is een beeld dat vaak op-duikt in de kunst. De voorbereidingen voor de eindexamententoonstelling, de open dagen van de Jan van Eyckakademie, de opening van de Prix de Rome: daar begon het voor mij allemaal mee. Nu gaat het door, ook buiten het bekende kunstdorp. Gelukkig kan ik mezelf daarbij telkens weer corrigeren met de herinnering aan die eerste dansles. Ik had me immers voorgenomen nooit meer mijn energie te verspillen aan dit soort rituelen. In plaats van te wachten tot ik gevraagd wordt, ga ik dansen, me verdiepen in wat ik echt wil of iets (leuks) doen op de bank.
Iets (leuks) doen op de bank. Dit aanbod kreeg ik letterlijk enkele weken geleden (via Dinsdaggedichtdag van het duo Engelen & Engelen) van de Amsterdamse kunstenaar Semna van Ooy in het kader van haar kunstwerk WACHTEN OP DE BOOT ……. ZULLEN WE, dat voor de tentoonstelling Archipel -kunsteilanden in het Nieuwe Meer- bij de aanlegsteiger van het veerpontje naar het Amsterdamse bos was geplaatst. De tentoonstelling was georganiseerd ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van Nieuw en Meer, een atelierdorp tussen Schiphol en Amsterdam. Dinsdaggedichtdag op de bank van Semna van Ooy was onderdeel van het nevenprogramma. Kunt u het nog volgen? Laat ik ook nog even vermelden dat het stadsdeel Slotervaart-Overtoomseveld het kunstwerk heeft aangekocht als permanent beeld. Via via zat ik dus uiteindelijk op een twintig meter lange bank die samen met een stadsklok op een paal het kunstwerk vormt. De bank is zodanig opgesteld dat je de boot ziet aankomen. De veerboot vaart helaas alleen in het weekend. Ik heb daar – op dinsdag 18 augustus van twee tot vijf uur- Friese gedichten aan de passanten voorgedragen. Engelen & Engelen wisten al een tijdlang dat ik (voordat ik op dansles zat) aan het declameren van Friese gedichten had gedaan. Flarden van die gedichten zitten nog steeds in mijn hoofd.
Dinsdaggedichtdag leek hun een goede gelegenheid om enkele gedichten opnieuw helemaal uit het hoofd te leren en op een dinsdag ergens buiten voor te dragen. De bank van Semna van Ooy aan de rand van Het Nieuwe Meer bleek een goede plek.
HJERST en MIMICRY zijn twee gedichten over landschap en opkomende verstedelijking.
Passanten wachten tevergeefs op de boot, zitten op de bank, kijken naar de laaghangende vliegtuigen, rusten uit van een fietstocht, eten een boterham, kijken naar de zwemmende kinderen en luisteren intussen naar Friese gedichten, alles smelt samen op die bank. Er komen verhalen los en zelfgemaakte gedichten worden liefdevol voorgedragen. Het niet kunnen verstaan van mijn gedichten blijkt een uitnodiging te zijn om over het eigen universum te vertellen. Als je geconcentreerde aandacht geeft op de plaats waar je verblijft, dan blijkt wachten juist een waardevolle ontmoeting te worden. Zo’n moment markeert dan de tijd die bedoeld was om op te lossen. Even alles vergeten, de ontsnapping aan het dagelijks leven, dat kan iedereen overal tussen door plannen. (Ook al willen de reisbureaus u het tegendeel bewijzen). Soms moet je een gewoon moment uit het dagelijks leven even markeren om het poëtisch door te laten sijpelen in de rest van het leven. Kunst kan dat doen. Kunst zit vol leven.