Vervellen

Jorik Amit Galama
A Fair Share of Utopia, CBK Zuidoost (Foto: Lesley Adu)

Ik schrik van mijn eigen spiegelbeeld, in het lichaam van een ander sta ik in de badkamer. De binnentuin zit vol schaduwen, de zon druppelt nog wat oranje in de lucht achter de honingraatflats. Onrustig kauwt de hond op een rubberen dildo. Ik verkoop auto-onderdelen vanuit huis, zonder papierwerk of garanties, mijn bh bulkt van het papiergeld, in mijn broek heb ik een vlindermes. Een koper vindt dat mijn haren zo mooi olieachtig glanzen, ik glimlach maar zo’n beetje, ik weet immers niet waar mijn lichaam vandaan komt. Mijn Poolse vrijer belt aan, neemt me mee. Op de weg rollen brandende sigarettenstompjes voorbij die in een berg met afval waaien. De hond heeft een kippenbotje gevonden dat ik uit zijn slijmerige bek weet te trekken. Op de een na bovenste verdieping van Hogevecht, ingeklemd tussen een balkon met een volière en een balkon met drogende was, zit een Zwart jongetje met een pedaalharp. De tonen herhalen zich, mogelijk vanwege gemaakte fouten die op afstand niet hoorbaar zijn. Ik beeld me de onmetelijke hoeveelheid mensen in die zich door deze betonnen flats heeft bewogen. Hoe luisteren engelen naar onze cyclische overpeinzingen en ons droomgegons? Hebben ze nagesprekken aan het einde van hun dienst, waarin ze elkaars observaties wegen?

In een galerie spelen we een game die ons vertelt dat de Bijlmer een mislukte witte utopie was, die vervolgens een geslaagde Zwarte utopie is geworden, en waar de witte mensen nu een deel van willen hebben. De game herkent dat ik wit ben en vraagt me een van mijn witte privileges te benoemen. Ik antwoord dat ik veronderstel dat ik overal naar binnen mag. De game is genadig, met een code opent de deur. Binnen wordt kennis gedeeld. Mijn Poolse vrijer wil een foto maken maar ik raad het af, waarna ik me schuldig voel over mijn eigen ongemak. Buiten is de lucht grijs geworden, slechts enkele roze slierten hangen tussen de bomen. We besluiten ze tegemoet te lopen. Naarmate we dichterbij lopen lijkt het roze meer en meer te verdwijnen, we hadden moeten blijven staan. Mijn Poolse vrijer trekt me hitsig mee naar huis, we geven de hond zijn speeltje terug en leggen ons neer op een bed van accu’s.

Overal zou mijn huid los kunnen komen, ik schuif op en neer in mijn buitenlagen, beeld me diep in mijn binnenste een rubberen vlies in, waarin levensvormen zich voeden met hapklare brokjes schaamte. Met het uitrekken en bewegen van het vlies vermengen de levensvormen zich en muteren ze vrijelijk. Dan volgen kleine schokjes, kinderlijk bijna, als iets met open ogen door de handen laten glippen zonder tegenstand te geven, zonder in te grijpen – daarna het wegvloeien van het verlangen, de vellen die zich weer vastzetten. Het zoeken naar een stuk textiel, een hand op zijn schouder om te laten weten dat ik er nog ben. Hij vertelt over zijn vader, die in Tromsø werkt als bouwvakker terwijl zijn moeder in Polen is achtergebleven. Hoe ze iedere avond voor de webcam eten, vaak in stilte, wachtend op het moment dat zijn vader de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en terug kan keren naar het moederland. Mijn tranen blijven steken, ergens tussenin.

Jorik Amit Galama is filmmaker en schrijver, op dit moment volgt hij de master Artistic Research in and through Cinema aan de Nederlandse Filmacademie.

A Fair Share of Utopia, CBK Zuidoost (Foto: Lesley Adu)
A Fair Share of Utopia, CBK Zuidoost (Foto: Lesley Adu)
A Fair Share of Utopia, CBK Zuidoost (Foto: Lesley Adu)
A Fair Share of Utopia, CBK Zuidoost (Foto: Lesley Adu)