Hoe pak je een tentoonstelling uit?

Charlotte Fijen

Verwachtingsmanagement, vertwijfeling en verrassingen bij A Tale of A Tub in Rotterdam 

Wie weleens een cadeau heeft gekregen weet dat je bij het uitpakken meestal door drie fases gaat. In de eerste fase ben je verrast en vol verwachting van de inhoud van het pakket. In fase twee wordt het cadeau langzaam uitgepakt en treedt er vertwijfeling op. Wat als de inhoud niet bekoort? In de derde en laatste fase volgen vaak blijdschap of teleurstelling bij het zien van het uitgepakte cadeau. 

Dergelijke fases worden ook doorleefd bij het bezoeken van een tentoonstelling. Voorafgaand aan het betreden van de tentoonstellingsruimte kijk je verwachtingsvol naar de kunst die je binnen gaat aantreffen. Eenmaal binnen treedt de twijfel op: ga ik deze tentoonstelling kunnen ontrafelen en is het werk goed? Na afloop van het bezoek reflecteer je op de reeds opgedane ervaring: werd ik blij van de tentoonstelling of ben ik eigenlijk een beetje teleurgesteld? 

Met de beleving van het uitpakken van een cadeau in het achterhoofd – kunst kijken is immers een cadeautje – bezoek ik de tentoonstelling Beyond a Certain Point There Is No Return bij A Tale of A Tub in Rotterdam. De tentoonstelling is samengesteld door Katia Krupennikova en tot stand gekomen in samenwerking met Tlön Projects, een organisatie in het bezit van een denkbeeldige collectie kunstwerken die toebehoren aan internationale privéverzamelaars. De collectie van Tlön Projects bestaat daarom slechts uit een database van kunstwerken in privéverzamelingen, waaruit jaarlijks een selectie wordt gemaakt die te zien is bij A Tale of A Tub. Op deze manier wil Tlön Projects, vernoemd naar het verhaal Tlön, Uqbar, Orbis Tertius (1940) van Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges, de kunstwerken die doorgaans achter gesloten deuren blijven beschikbaar maken voor bezoekers van A Tale of A Tub. 

De eerste fase begint zodra ik een glimp kan opvangen van de kunstwerken en de tekst met het tentoonstellingsconcept begin te lezen bij binnenkomst. Doel van de tentoonstelling is het ‘point of no return’ zichtbaar te maken. Denk aan situaties die de wereld de afgelopen jaren hebben overvallen, zoals oorlogen, klimaatverandering en een pandemie. Het ‘point of no return’ is een kritiek punt dat een onherroepelijke verschuiving markeert; is dit punt gepasseerd dan kun je niet meer terug. Hoewel de titel van de tentoonstelling ontleend is aan een uitspraak van Franz Kafka, ‘voorbij een bepaald punt is er geen weg meer terug. Dit punt moest bereikt worden’, wordt hier niet dieper op ingegaan. Het is vooral een leidraad om de kunstwerken die allemaal een moment van onomkeerbaarheid onderzoeken samen te brengen en dit doorgaans ongrijpbare concept dat toch grote gevolgen voor de toekomst heeft naar de oppervlakte te brengen. 

Verspreid over de drie verdiepingen van A Tale of A Tub zijn de werken van Tlön Projects te bekijken. Omdat een organisatie met een fictieve collectie mysterieus klinkt en aankopen van privéverzamelaars mijn nieuwsgierigheid opwekken, betreed ik vol verwachting de begane grond. Mijn aandacht wordt meteen getrokken door een grote witte cirkel op de vloer, gemaakt van witte verf of witte tape, waarvan de zaalwacht mij vriendelijk verzoekt er niet op te gaan staan. Het bijschrift vertelt dat deze cirkel het ‘podium’ is van de performance Two Planets Have Been Colliding for Thousands of Years (2017) van Doria García, waarbij twee performers zo lang mogelijk oogcontact houden terwijl ze in tegengestelde richting over de cirkel lopen. Een intrigerend idee voor een performance, maar als witte cirkel op de grond zonder performers minder prikkelend om naar te kijken. 

Voordat ik de trap op loop naar de eerste verdieping doet een foto van een bedrand waar een arm onder uitsteekt mij glimlachen. Het werk heet 30 Minutes Under the Bed (2005-2009), een actie die inderdaad treffend is verbeeld op deze foto. Kunstenaar Eva Kot’átková onderzoekt een eigenaardige strategie om tijdens een mentale inzinking controle te behouden door een gesloten ruimte, in dit geval de ruimte onder het bed, te gebruiken als ankerpunt. Het moment waarop de persoon onder het bed de controle probeert terug te krijgen, is hier vastgelegd op de gevoelige plaat. 

Eén van de mooiste werken in de tentoonstelling kom ik tegen middenin fase twee van mijn tentoonstellingsbezoek: ik ben nog niet helemaal zeker wat ik van de tentoonstelling moet vinden, maar laat me niet uit het veld slaan en bekijk vol goede moed de werken op de tweede verdieping. Bovenaan de trap loop je bijna tegen een gelijmde vaas op een sigarenkistje aan. Het werk getiteld Casper Westrick is vernoemd naar de persoon waarmee kunstenaar Pere Llobera een penvriendschap onderhield. In het bijschrift staat dat Llobera op een dag een doosje ontving met daarin een gebroken vaas en een briefje van Westrick met de vraag een kunstwerk van de scherven te maken. Llobera poogde daarop de vaas te repareren met lijm, maar dat bleek lastig gezien de missende scherven en vervormde vaas. Later hoorde Llobera dat Westrick in een psychiatrische instelling verbleef. Het bijzondere verhaal achter dit kleine kunstwerk ontroert me. De gelijmde vaas op het sigarendoosje waar je de handgeschreven adresgegevens nog op kunt zien, is het tastbare overblijfsel van een jarenlange vriendschap tussen twee ogenschijnlijk heel verschillende personen. 

Tot dusver loopt het uitpakken van Beyond a Certain Point There Is No Return wat wisselvallig. Sommige kunstwerken zijn heel mooi, terwijl anderen mijn aandacht niet weten te vangen. Het voelt een beetje alsof ik het inpakpapier niet van het cadeau af krijg en daardoor de inhoud nog niet volledig kan waarderen. Misschien ligt het aan het formaat, de meeste werken zijn wat klein en duidelijk bedoeld voor iemands woonhuis. Het zijn geen grote of kleurrijke werken die meteen je verbeelding aanspreken, maar ingetogen objecten waaruit een persoonlijke voorkeur, herinnering of interesse spreekt. Toch kun je een cadeau niet beoordelen voordat je het in zijn geheel hebt uitgepakt. Ik daal af naar de kelder en betreedt een ruimte die je, zoals het bordje doet lezen, binnengaat at your own risk

De sfeer in de kelder is totaal anders dan op de verdiepingen erboven: de muren zijn van dik beton en er komt geen zonlicht binnen. Het geeft de kunstwerken die hier zijn opgesteld een geheimzinnig karakter, alsof je ze per ongeluk ontdekt terwijl ze eigenlijk bestemd zijn voor andermans ogen. Een prachtige ontdekking is het werk When I Go Missing, Sundial (2019) van Nathalie Ball dat doet denken aan het hoofd van een paard, maar dan gemaakt van gevonden voorwerpen. Een honkbalhandschoen met gekleurde veren hangt aan het uiteinde van een schep die weer is vastgemaakt aan een soort paardrijzadel. Ball maakt deel uit van de Klamath Tribes, een inheems volk uit Noord-Amerika. Ze verwijst met deze sculptuur naar de jarenlange ontvoeringen en moorden op inheemse vrouwen. De leegte in haar sculpturen, hier belichaamd door de suggestie van een dier, benadrukt de afwezigheid van steeds meer vrouwen in haar gemeenschap. De geleidelijke verdwijning markeert een overgang van schoonheid naar gruwel, van aanwezigheid naar afwezigheid. 

Een ander werk dat mijn interesse wekt is Person 16-20, Person 31-35 en Person 51-55 van Rose Salane. In twee grote lijsten zijn ringen – die je om je vinger kunt dragen – geplaatst met daaronder een beschrijving van de analyses die Salene heeft laten uitvoeren om meer te weten te komen over de ringen. Het is een onderzoek naar de geschiedenis van gevonden voorwerpen, in dit geval ringen die gevonden werden in de metro van New York. Salane kocht ze op een veiling en liet ze vervolgens onderzoeken in een biologisch laboratorium op DNA-sporen. Ze liet de ringen ook ‘lezen’ door een medium, een persoon die in contact staat met ‘het bovennatuurlijke’. De beschrijvingen die hieruit volgen zijn fascinerend: This particular ring is very grounding. It’s interesting, this person was around a lot of trees and olive oil. […] Also I feel like the person liked to swim. De ringen en de gegevens die Salane erover heeft verzameld maken me nieuwsgierig: wie waren de mensen die ze verloren? Waarom droegen zij de ring? Van wie kregen ze hem? Vragen die onopgelost blijven, we kunnen slechts gissen naar de oorspronkelijke eigenaren, waardoor het werk mysterieus en tegelijkertijd heel open is. 

Aan het einde van mijn bezoek aan Beyond a Certain Point There Is No Return treedt fase drie in werking: de verwerking van het uitgepakte cadeau als geheel. Een cruciale fase die vaak meer tijd kost en niet direct na afloop van het bezoek voltooid is. Kunstwerken moet je op je in laten werken, ze vereisen reflectie en denkkracht. Het mooie van kunst is echter dat de tijd die je neemt om na te denken over wat je gezien hebt altijd nieuwe en interessante inzichten oplevert. Je verbeelding wordt geprikkeld, nieuwe zienswijzen worden uitgetest en soms kom je tot een inzicht dat je nog niet eerder had. Ook bij deze tentoonstelling kostte het me enige tijd om fase drie volledig te doorlopen, de werken moesten rijpen in mijn hoofd voordat ik ze kon waarderen. Dat komt omdat Beyond a Certain Point There Is No Return met name kunst toont waarvan de visuele kracht vaak verborgen zit in de details: gebroken scherven, een arm onder een bed uit, een ingelijste ring. Het zijn geen grote meeslepende werken die je overdonderen met hun aanwezigheid, maar ingetogen herinneringen aan een vervlogen tijd die niet meer terugkomt. 

Charlotte Fijen is kunsthistoricus.