Verwondering en kwetsbaarheid

Hester van Hasselt
Job Koelewijn, Jump, 2005, courtesy Galerie Fons Welters

Meteen bij binnenkomst sta ik recht voor een heen en weer slingerende klokkenwinkel die mij in de volle breedte de verdere toegang tot de galerie ontzegt. Met een schok bedenk ik dat de expositie misschien enkel uit dit ene werk bestaat. Maar ik vermoed dat verderop toch meer moet zijn. Als ik rechts langs de klokkenwinkel slip (niet te lang dralen, de slingerbeweging is al weer op z’n retour) beland ik door een lange witte gang in de lichte achterruimte. Daar staat een uitgestrekte golvende boekenkast die als een lemniscaat oneindig in zichzelf doorloopt. Verder is de ruimte leeg. Zo lijkt het.

In de witte galeriewand zit een witte deur met dranger erop. Wanneer ik die opentrekt kijk ik plots verwonderd in een oneindig groen graslandschap. Een klein kamertje van vier bij drie meter is door middel van spiegelende wanden en een kaasdoeken hemeltje tot weiland omgebouwd.

Ik treed binnen en sta in een andere wereld, een geurende wereld van gras, modder en oneindige, rechte slootjes. Met daarin ikzelf eindeloos verdubbeld in mijn lange regenjas. Als een horde inspecteurs sta ik in dat polderland, soms op regelmatige afstand verspreid door het land, soms in groepjes samenscholend, al naar gelang waar ik zelf in de ruimte ga staan. Eigenlijk wil ik alleen de romantische illusie van oneindig Hollands polderland, maar ik kan niet om mijn eigen aanwezigheid heen. Pas door weg te gaan zal de natte weidegrond volledig en tot in de verste verte over Amsterdam kunnen uitdijen.

Als ik naar buiten stap en de deur achter me dichtklapt, sta ik met bemodderde schoenen op de grijze vloer van de galerie. Ik loop naar het raam in de achterwand. Als ik dichterbij komt ontdek ik dat het hele raam langzaam linksom draait. Het uitzicht op het binnenhofje met doorzicht naar de straat is constant in beweging. Zijn wij het die draaien of is het de wereld buiten die omkiepert en scheef getrokken wordt. Alleen vier keer per ronde staat het kozijn even recht, alles staat weer even veilig op z’n plek, maar in de volgende seconde is het raam al weer genadeloos op weg om het vertrouwde kader te vervormen.

Ik wend me tot de boekenkast.
De 4 planken hoge boekenkast verenigt boeken uit alle genres: De Wereld der Dieren, Dwalen door Rotterdam, Tropisch Afrika, Fasen in de economie, Ciske groeit op, Paul Rodenko’s Vrijmoedige liefdesverhalen en Thieme’s tuinboek. Hoewel hier en daar op onderwerp gerangschikt lijkt in deze boekenkast alles bij elkaar te horen. Alle facetten van het leven worden in vloeiende lijnen met elkaar tot een geheel gebracht. De binnenkant van de achtvorm is evenzozeer met boeken gevuld. Er is geen voor en achterkant en wat binnen is wordt buiten. De boekenkast die normaal statisch en recht lijkt en toonbeeld is voor orde, rust en verdieping, komt driedimensionaal in beweging, het neemt de ruimte in, het vloeit als water.

Terug naar voren, terug naar de klokkenwinkel. Een klein vierkant winkeltje met glazen deur en etalageramen. Binnen veel klokken in allerlei maten en soorten, slechts een paar eenvoudige digitale horloges, al het andere met wijzerplaat. In een vitrinekastje een hele serie oude wekkers. Als een pendule zwaait het hele winkeltje gestadig heen en weer. Een klokkenwinkel heeft iets ouderwets en rustigs. Een geruststellende plek waar we de tijd keurig weten te vatten in onze uurwerken. Maar niets van dat al! Het hele winkeltje schudt heen en weer. Terwijl we de tijd netjes denken te kunnen ordenen en vastleggen zijn we zelf net zo hard onderhevig aan de schommelingen van die tijd. Enige grip is dus illusie.

Job Koelewijn (1962) staat bekend om de hoge mate van ervaring waarmee hij de toeschouwer in zijn werk betrekt. Met zijn kunst wil hij ‘de werkelijkheid optimaal intensiveren’. Koelewijn laat de toeschouwer het alledaagse op zo’n manier beleven dat de grauwsluier van aannames en routine even van het leven afgetrokken worden. Wat overblijft is verwondering en kwetsbaarheid. Een impressie van het leven als Doorlopende Voorstelling, waarin je elk moment verrast kan worden en begin en einde niet van elkaar te scheiden zijn.

CONTINUING PERFORMANCE
Job Koelewijn
t/m 13 mei 2006

Galerie Fons Welters
Bloemstraat 140, Amsterdam

Deze recensie werd geschreven in het kader van een workshop van het Domein voor Kunstkritiek i.s.m. Tubelight.