Start

Vinken en Van Kampen

Galerie Fons Welters in Amsterdam staat bekend om een neus voor jong talent. Sinds een jaar of vier opent deze galerie aan het begin van het seizoen met een expositie van kunstenaars die in de zomer zijn afgestudeerd. Dit jaar zijn het er vijf, afkomstig van evenzoveel verschillende academies.

In vergelijking met de omstandigheden waarin je het werk van pas afgestudeerde kunstenaars meestal bekijkt – op een eindexamenexpositie of bijvoorbeeld tijdens Niet de Kunstvlaai in Amsterdam – is de expositie bij Fons Welters compact en overzichtelijk. Waar je je anders een weg moet banen door een enorme hoeveelheid werk op verschillende locaties en van uiteenlopende disciplines en kwaliteit is dit een plaats waar alle ‘ruis’ is weg-gelaten. Toch kan die rumoerige omgeving soms bepalend zijn voor de charme van wat je ziet, een werk kan je bijvoorbeeld aangenaam treffen omdat het anders is of er gunstig bij afsteekt. Het blijft dan de vraag of zo’n werk zich ook op een andere plek kan manifesteren, maar het mag duidelijk zijn dat de kunstenaars die Welters selecteerde zich uitstekend staande houden in de wereld buiten de academie.

Door het wegvallen van die academiecontext gebeurt er iets in de manier waarop je naar deze werken kijkt. Ze bevinden zich eigenlijk op een raar omslagpunt, want waar ze kortgeleden nog het einde waren van een periode staan ze hier aan het begin. Je ontkomt er niet aan dat je ze anders bekijkt dan werken van meer gevestigde kunstenaars, minder kritisch misschien, en dat je je af gaat vragen wie van deze kunstenaars succes zal boeken.

Ook de neiging om verbanden te leggen met werk van bekende kunstenaars is moeilijk te onderdrukken. Start biedt in dat opzicht ook wel herkenningspunten, hier eens wat van Rob Birza en daar eens wat van Van Lieshout. Maar als je de werken gewoon laat voor wat ze zijn is er veel meer te herkennen.

De installaties van Paul Hendrikse, waar de tentoonstelling mee begint, doen bijvoorbeeld denken aan filmpjes van vroeger. Hij projecteert wazig en verkleurd beeldmateriaal op een aantal voorwerpen – een fles, een teeveetje en een ventilator – en verrast zo met een aantal vrolijkweemoedige beelden. De objecten van Rûne van der Cruijsen in de achterzaal zijn weer van een hele andere orde, in de strakke vormen en gladde oppervlak-ken herken je een soort verrukking over polyester – hoe het druipt en glanst en hoe je er prachtige vormen van kunt maken. Ook de schilderijen van Sara van der Heide hebben met hun felle kleuren en platte vlakken met kralen, poppen en bloemen iets ‘lekkers’, maar bij haar mis je een beetje de oprechte manier waarop Van der Cruijsen van haar materiaal geniet. Van der Heide speelt met de grenzen van oppervlakkigheid, maar schurkt er soms net iets te dicht tegenaan. De installatie van Eylem Aladogan, een hoge granieten tafel waarop een aantal zwaar gehavende watervogels ligt uitgestald, biedt in dit verband het nodige tegenwicht en onderscheidt zich in de behoefte om een verhaal te vertellen. Het lijkt alsof er op de tafel net iets vreselijks is gebeurd, maar ook alsof er nog iets vreselijks gaat gebeuren. Ook bij Janco Volk valt op dat hij een verhaal wil vertellen. Maar omdat het even duurt voor je de twee video’s en de twee objecten die door de ruimte zijn verspreid met elkaar in verband brengt, ontbreekt bij hem die spanning.

In de rustige neutrale context die Galerie Fons Welters deze kunstenaars biedt mis je geen moment de rommel en de ruis van de eind-examenexposities. Met een goed gevoel over de toekomst van de kunst en een glimlach, veroorzaakt door de filmpjes in de voorzaal, loop je weer de straat op. We zijn weer begonnen.

START, 4 september t/m 9 oktober

Galerie Fons Welters, Bloemstraat 140, Amsterdam ,di t/m za 13-18 uur, tel. 020-4233046