Veel kunstenaars die aan Galerie Fons Welters verbonden zijn hebben gemeenschappelijk dat ze ‘beelden bouwen’. De exposities, schilderijen en installaties – in verf, draad, hout, polyester of stof en eventueel gelardeerd met foto’s en video’s – komen over alsof de steiger en de gereedschappen juist zijn weggehaald. De sfeer is alsof de werken daar geconcipieerd zijn en alsof ze elkaar becommentariëren en feliciteren met hun mooie entourage. Het meesterschap en het plezier van het maken hangen nog in de lucht.
In zijn derde solotentoonstelling bij de galerie laat Gé-Karel van der Sterren werk van de laatste twee jaar zien. Twaalf werken vullen de achterzaal. Twaalf werken met een veelvoud aan beeldelementen die kruislings door de ruimte verbanden aangaan, elkaar weerspiegelen en aanvullen. Er zijn referenties aan films, klassieke beelden en schilderijen, motieven van decoratieve of thematische aard: de vrouw met de pruik, een caravan langs een snelweg, een dode vogel, het geopende raam, de stenen geliefden die elkaar omhelzen, het zwembad, de diner by night. Als toeschouwer maak je deel uit van wat er getoond wordt, omdat al die beelden zich al ergens in je hersenen ophouden. Omdat je films kijkt en foto’s ziet, kranten leest en musea bezoekt, omdat je eerder werk van Van der Sterren hebt gezien, omdat je deel uitmaakt van de tegenwoordige tijd.
Een voorbeeld is het portret van een dame. Ze lijkt op de gepoederde en bepruikte vrouwen die in de achttiende eeuw zo fijn geschilderd werden, maar helaas voor haar lijkt ze ook op Freddy Kruger (de nachtmerrie van Elm Street). Het geperverteerde portret is drie keer geschilderd, telkens met een ander kapsel, een ietwat andere pose, maar telkens met dezelfde plot. Van der Sterren gebruikt de actuele en historische beelden die circuleren in ‘de beeldcultuur’, maar is nergens loos aan het citeren. Hij is bezig met het vinden van antwoorden op vragen. Naar wat de dingen met elkaar te maken hebben, wat ze in de kunsten te zoeken hebben – in zijn kunst – hoe een schilder zich tot de historie en de beeldcultuur verhouden kan en wat het nou is, een schilderij.
De vraag stellen is hem beantwoorden. De constellaties die Van der Sterren bouwt laten zien dat die dingen met elkaar te maken hebben en dat een schilder zich wel degelijk tot de historie en de beeldcultuur verhouden kan. En dat je, als je niet een fotograaf of een videokunstenaar bent, maar een schilder, die dingen samen kan brengen in de onnavolgbare logica van het schilderij.
SKINNYDIPPING, Gé-Karel van der Sterren, tm 10 apr
Galerie Fons Welters, Bloemstraat 140, Amsterdam