Het bekendste werk van Damien Hirst – de haai op sterk water – is door verzamelaar Charles Saatchi onlangs van de hand gedaan. De britart-hype lijkt voorbij te zijn. In plaats van brutale (no)nonsens kunst staat nu een nieuw romantisch realisme in de schijnwerpers.
Het heeft ervan weg dat Hirst met The Stations of the Cross de aandacht weer naar zich toe wil trekken. Meer nog dan zijn eerdere werk zijn de veertien foto’s van de staties sensationeel en schokkend bedoeld. Niet alleen in beeld, maar ook in de keuze van Christus’ lijdensweg als onderwerp is Hirst nadrukkelijk op provoceren uit. Daarmee lijkt zijn eerste museale solopresentatie in Nederland een uitgelezen mogelijkheid om de Haarlemse tentoonstellingsruimte De Hallen definitief op de kaart te zetten als podium voor gedurfde en controversiële fotografie.
Zoals verwacht mocht worden is Hirst weinig subtiel te werk gegaan. In het verleden is dat zijn grootste kracht gebleken; beelden maken die met een dwingend soort drama de toeschouwer uitdaagt. Het is de extremiteit van een beeld als een haai op sterk water of een doorgezaagde koe dat hevige, tweeslachtige emoties oproept en daarmee het werk automatisch betekenis geeft. Nu Hirst ervoor gekozen heeft een verhaal te verbeelden dat zowel in religieus als in kunsthistorisch opzicht een lange traditie kent, komt dit genereren van betekenis in botsing met reeds bestaande duidingen. Anders gezegd: je kunt Christus’ kruisweg niet zomaar je eigen interpretatie opleggen. Daarvoor is een goed doordacht concept en een uitgebalanceerde maar uiterst krachtige beeldtaal noodzakelijk. In The Stations… komt Hirsts grootste kwaliteit, een gedachte samenballen in één sterk beeld, helaas maar zelden naar voren. Voor een deel ligt dat aan de samenwerking met glamourfotograaf David Bailey. Bailey legt teveel nadruk op uitgekiende kleur en belichting waardoor de foto’s gladjes worden en veel van hun scherpte verliezen. In de verte doen ze aan de foto’s van Andrès Serrano denken, maar de meeste zijn niet op een zelfde manier verontrustend. Dat komt toch voornamelijk door de wat lakse enscenering van Hirst zelf. Hirst vertrouwt te veel op de shockelementen (een afgehakte koeienkop op een met bloed besmeurd vrouwenlichaam) en tongue-in-cheek beeldgrappen als een crucifix voor een vrouwenkruis en de tekst ‘caution when lifting’ op de kartonnen doos waarin de dode Christus (Hirst zelf) is opgebaard.
The Stations of the Cross getuigt van een grenzeloze zelfoverschatting. Hirst moet beseft hebben dat deze foto’s vergeleken zouden worden met eerdere interpretaties van de kruiswegstatie. Wie zijn interpretatie van de veertiende statie – Christus die als een dakloze opgebaard ligt in een kartonnen doos – met bijvoorbeeld de beroemde versie van Caravaggio vergelijkt, ziet dat Hirst niets van de meeslependheid en hevige, doorvoelde tragiek ervan heeft weten te behouden en er ook niets voor in de plaats brengt. Biograaf Helen Langdon schreef over Caravaggio: ‘His greatest gift was for empathy, for making religious narrative new and vivid’. Dat is precies wat je verhoopte dat Hirst in deze nieuwe werken zou doen, maar hij heeft zich te weinig in zijn onderwerp én de voorbeelden verdiept om die pretentieuze belofte waar te maken.
Het belangrijkste punt van kritiek moet echter zijn dat Hirst helemaal niet bij zijn onderwerp betrokken lijkt. Dat gebrek aan affiniteit maakt de voorstellingen op de foto’s verbijsterend willekeurig en inwisselbaar. De halfslachtige pogingen humoristisch te zijn, stijgen geen moment boven het puberale uit. De schokkend bedoelde provocaties als de afgehakte koeienkoppen en de bloederige naakte vrouwenlichamen laten zich kennen als te opzichtig effectbejag en slagen er geen moment in de toeschouwer van zijn stuk te brengen. Tenslotte weet Hirst ook vrijwel nergens de dramatiek en de ontroering van het lijdensverhaal invoelbaar te maken. Alleen in de eerste statie waarin de dood van Christus wordt aangekondigd en in de dertiende, de piëta, zijn compositie en het confronterende van de verbeelding met elkaar in evenwicht. In deze twee foto’s heeft Hirst zich beperkt tot het tot uitdrukking brengen van de kern van deze twee staties en zich niet laten verleiden tot het toevoegen van andere betekenissen en symbolen die los van het verhaal staan. De dreiging die uit de eerste statie spreekt en de krachtige tederheid die in de dertiende naar voren komt, zijn een direct gevolg van hun compositie. De andere foto’s drijven teveel op een opzettelijk schokeffect als het verbeelden van Christus als een naakte, donkere vrouw met grote borsten. Het zijn weinig opzienbarende rollenspelen, zeker gezien Hirsts reputatie veel te braaf en getuigend van een grote gemakzucht. Zoals het marmer van de lijst ook maar geschilderd hout blijkt, zijn de foto’s een goedkope interpretatie van een verhaal dat meer aandacht vergt. Diderot schreef: ‘Geen onschadelijker boek dan een slecht boek’. Voor beeldende kunst ligt dat niet anders.
THE STATIONS OF THE CROSS, Damien Hirst en David Bailey, t/m 5 juni 2005
De Hallen, Grote Markt 16, Haarlem, di t/m za 11–17, zo 12–17