Het fysieke ‘zijn’

Floor van Luijk
INFLECTED OBJECTS #2 CIRCULATION - MISE EN SCEANCE (2016) Tentoonstellingsoverzicht, De Hallen Haarlem. Foto: Gert Jan van Rooij

Musea zijn als een Ark van Noach voor objecten, van elk type object moet er minstens eentje aan boord. Alles moet behouden, het liefst tot in de eeuwigheid. In een wereld waarin likes en hashtags de dienst uitmaken lijken deze objecten echter bijna een overbodige last, alleen als ze online circuleren stellen ze nog iets voor. Pics or it didn’t happen. Hoe verschuift de positie van het object in een wereld waarin het virtuele bestaan steeds verder binnendringt in de fysieke werkelijkheid?

De tentoonstelling Inflected Objects #2 Circulation: Mise en Séance combineert objecten uit de collectie van het Frans Hals Museum | De Hallen met werk van Vanessa Safavi, Dan Walwin, Katja Novitskova en Martijn Hendriks, vier kunstenaars die met hun werk een brug slaan tussen de fysieke werkelijkheid en het virtuele domein.

De zalen zijn donker. Bij de entree hangt een glazen kroonluchter, veilig opgeborgen in plastic. Laag boven de grond hangen lichtbakken met daarop objecten zoals porseleinen scherven, resten van een roestige helm, plastic bekers en elektriciteitskabels. Keurig geïnventariseerd en zorgvuldig geconserveerd liggen te ze rusten.

In de ruimte klinkt continu een dromerig deuntje. Het blijkt uit de hoek van de zaal te komen, daar staat een zacht wiegende, hypermoderne Maxi-Cosi. Over het wiegje ligt een slap plastic vlies met daarop een print van een vleesachtige computergraphic. De assemblage is aangevuld met twee rubberen eieren, daarboven bungelende plastic hersenen. Vlakbij hangt een portret van een dame, waarschijnlijk negentiende eeuws. Misschien de moeder? De lijst is beschadigd en het doek is zichtbaar gerestaureerd, maar het portret heeft de geportretteerde vrouw ruimschoots overleefd.

De presentatie is nogal theatraal. Er wordt een stemming gecreëerd die bij de bezoeker misschien verwondering of nieuwsgierigheid zou moeten opwekken. Toch lijkt dit theater niet bedoeld voor mensen. Een vreemde sfeer van geborgenheid dringt zich op, zoals soms in een ziekenhuis. Verwijzingen naar lichamen zijn er volop, maar een bezield mens wordt niet erkend.

Het is lastig onderscheid te maken tussen afzonderlijke werken. Titelkaartjes ontbreken, wie echt het wie, waar en wanneer van de objecten wil achterhalen raakt verstrengeld in een speurtocht die voorbijschiet aan het doel van de tentoonstelling. Alles gaat op in een auteursloze totaalinstallatie. Een tijdscapsule waarin eeuwenoude objecten en hedendaagse voorwerpen elkaar vinden. Losgeweekt van elke context liggen ze naast elkaar, als in een eeuwig durend nu.

Curator van de tentoonstelling is Melanie Bühler. Zij organiseert sinds 2011 Lunch Bytes, een discussieplatform waarvoor prominente sprekers worden uitgenodigd te praten over de post-digitale culturele conditie. Dat resulteerde afgelopen zomer in de bloemlezing No Internet, No Art: A Lunch Bytes Anthology, uitgegeven bij Onomatopee. Haar onderzoek zet zij nu voort met de tentoonstellingsreeks Inflected Objects, waar specifiek wordt ingegaan op het effect van digitale technologieën op onze fysieke werkelijkheid.

Sinds 2011 heeft volgens Bühler een aantal culturele verschuivingen plaatsgevonden. ‘New media art’ volgde de term ‘net-art’ op, ‘post-internet’ is alweer een versleten buzzword. Zoeken naar een nieuwe term is zinloos: het virtuele is niet meer als een aparte categorie te onderscheiden, maar is een algemene culturele conditie. Daarnaast is het anarchistische randje verloren, de utopische beloften zijn door het laat-kapitalisme ingelijfd, dat hierdoor bovendien steeds dichter bij ons is komen te staan.

Deze culturele conditie is veelbesproken. Zo beschrijft Joshua Simon een vergelijkbare conditie in Neomaterialism. Sinds de jaren zeventig heeft een dematerialisatie plaatsgevonden die voor een omkering zorgt waarbinnen symbolen zelf materie worden. De merknaam wordt belangrijker dan het product zelf.

Objecten spelen een symbolische rol binnen menselijke relaties, als pionnen op een speelbord dat tussen mensen bestaat. In No Internet, No Art noemt Annet Dekker dat musea niet slechts de fysieke componenten van een kunstwerk moeten behouden, maar juist ook deze context van sociale en culturele relaties.

De tentoonstelling Inflected Objects toont de objecten juist zonder deze context. Hoewel allerlei verwijzingen zichtbaar zijn, zijn de objecten vooral spullen. Dingen die wellicht in een oneindig complexe relatie tot mensen, informatie en elkaar bestaan, en de potentie hebben in een nieuwe context geactiveerd te worden, maar die in de eerste plaats ‘zijn’. Vaak al langer dan wijzelf. Dit betekent niet dat de objecten uit het Frans Hals Museum | De Hallen bestaan zonder culturele achtergrond of relevantie. Hun fysieke ‘zijn’ dwingt echter een bepaald soort handelen en denken af dat aan de basis staat van ons bestaan. Dit pure ‘zijn’ blijkt echter haast niet te bevatten. Als in een eindeloos raadsel ratelt je hoofd door zoekend naar betekenissen en verbanden.

Inflected Objects laat je echter niet zwemmen in deze ongrijpbare complexiteit. In plaats daarvan verleidt de presentatie je over te geven aan haar theater. Inflected Objects troost je met het ongemakkelijke besef dat onze hardware belangeloos kan bestaan als decorstukken van betekenisgeving. Likes of geen likes.

De website van Tubelight loopt op zijn eind. Dus als je artikelen van Tubelight wilt blijven lezen, doe een donatie, en help ons de recensies te redden en een nieuw online platform voor kunstkritiek te bouwen. Lees er meer over hier.

Giften kunnen overgemaakt worden t.n.v. Stichting Tubelight rekeningnummer NL88INGB0001018294 ov.v. ‘Website Tubelight’.

INFLECTED OBJECTS #2 CIRCULATION - MISE EN SCEANCE (2016) Tentoonstellingsoverzicht, De Hallen Haarlem. Foto: Gert Jan van Rooij