Wie het werk van Marcel van Eeden wil duiden tijdens zijn expositie in het GEM, komt niet heel ver met een paar loze kreten. Zijn werk is zowel intuïtief als feitelijk, zowel bizar als gewoon, zowel filmisch als literair, zowel kunst als stripverhaal. Zoals hij zelf zegt, “de tekeningen gaan stilistisch alle kanten op.”
Jarenlang publiceerde Van Eeden zijn tekeningen op een blog. Elke dag eentje. In 2005 realiseerde hij zich dat zijn tekeningen bouwstenen waren van grote verhalen. Tijdens de biënnale van Berlijn in 2006 werden zijn ‘kunststripverhalen’ een doorslaand succes. Elsevier zet hem al jaren in de top tien van ‘geslaagde Nederlandse kunstenaars’.
De vaardigheid spat van zijn werk. Prachtig schetst hij een vliegtuig te midden van grijze bewolking. Ook meesterlijk is een schip dat brandend op zee dobbert. Volop rookwolken. De tekst: ‘Brandende schepen, zinkende wrakken, drijvende lijken, de oorlog.’ Het zijn impressionistische momentopnamen. Alsof een film even op pauze staat. Documentaire of speelfilm, de kijker mag dat zelf beslissen. Maar het zijn vrijwel allemaal prachtige beelden.
Er is ook een tweede tekstuele dimensie. Je kunt deze tekeningen lezen als een stripverhaal. Wacht, zei ik ‘tweede dimensie’? En de derde dimensie dan? Het misdaadverhaal van een mysterieuze moord op ene Fritz Schallenberg gaat ineens over van 2D naar 3D. Als je niet oppast in het duister lig je zo in een vijvertje, naast het slachtoffer Schallenberg. En er zijn meer personages te vinden in deze kunstwerken. Alsof je toneel, film en beeldende kunst in een swingende beweging samenvoegt. Drie karakters komen aldoor terug in de verhalen: archeoloog Oswald Sollman, psychiater Matheus Boryna en botanist Karl McKay Wiegand. Ze hebben een gedeelde passie voor het verzamelen van kunst.
In het GEM ontmoeten we vooral Sollman, een dubieuze persoonlijkheid, die spionageactiviteiten combineert met kunstzaken van twijfelachtig allooi. Moord en doodslag kenmerken zijn levensloop. Hoe fictief de karakters en de verhaallijnen ook zijn, vrijwel alle verhalen zijn gebaseerd op waargebeurde mysteries. Het schip Cornelia Maersk, onderwerp van het gelijknamige verhaal, heeft bijvoorbeeld echt bestaan; een Deens schip dat in 1942 zonk in de Rotterdamse haven. En Schallenberg, hoofdpersoon van I am G.S. 3, The killer of The Hague, is ook echt gestorven in 1949 in een vijvertje aan de Groot Hertoginnelaan, Den Haag.
Van Eeden goochelt zo lang met de feiten en fantasie totdat je een verhaal krijgt waarbij de feiten op de fantasie lijken en andersom. Van Eeden: “Je werkt met historische feiten maar het verhaal zelf is niet waar.” Eigenlijk is Van Eeden een samplende tekenaar. Hij haalt zijn beeldmateriaal uit tijdschriften, ansichtkaarten en kranten, met één stelregel: wat hij afbeeldt mag niet jonger zijn dan hijzelf is. Alles dateert dus van vóór zijn geboortejaar 1965. Ooit struinde hij dagelijks de Haagse antiekmarkt op Lange Voorhout af zoekend naar beeldmateriaal. Dankzij het internet is het zoeken een stuk gemakkelijker geworden. Met zijn database van meer dan veertigduizend plaatjes kan hij wel even vooruit.
Het misdaadverhaal De Cornelia Maersk (gemaakt eind 2009 – begin 2010) is in mijn optiek Van Eedens meesterwerk. Ik kan dit verhaal keer op keer bekijken en ik blijf elke keer ademloos staren. Het verhaal begint met aftellen, ‘Blijf kijken, ik tel terug van 10 naar 1. Bij 10 voel je je armen zwaar worden.’ Dan volgt een lege tekening met een grote tien in de hoek. Dan een prent op een ansichtkaart. Een jas en schaduwen op de prent met de tekst ‘in een doorwaakte nacht’. De kunstwerkjes van Grunewald, een door Van Eeden verzonnen artiest, wiens werken door Sollman fanatiek worden verzameld. Zelden zie je kunst zo goed het mysterieuze van losse feiten vatten. Dat komt ook door de taal, die heeft aldoor een poëtisch karakter. ‘Je bevindt je op een schip. Het nadert, na een lange reis, de haven van Rotterdam.’ Knappe jongen die niet meegesleurd wordt door Van Eedens fantasie.
Waar veel moderne kunst in een oogopslag te ‘consumeren’ is, heb je juist engelengeduld nodig om deze expositie optimaal te waarderen. Van Eeden is eigenlijk meer een kunstenaar voor thuis in de luie stoel. Rustig kijken en weer terugbladeren. Zijn overzichtsboek lijkt helaas nogal veel op een gewoon kunstboek. Gemiste kans. Juist bij zijn kunst is het passend om twee genres te laten samensmelten: strips en kunst.
Sowieso is het opmerkelijk hoe het lijkt alsof je kijkt naar het werk van een vergeten tijdgenoot van Alfred Mazure, de tekenaar van Dick Bos. Geen toeval dat de strips van de jiu-jitsuënde detective Dick Bos ook uit de jaren veertig en vijftig stammen. Dezelfde ernstige taal en stijl, hetzelfde tekenvakmanschap. In je verbeelding zie je Mazure en de denkbeeldige tekenaar al samen een jenever hijsen in hun vaste kroeg. En Mazure, enigszins aangeschoten, die dan zegt: ‘Wat ik doe, is maar kolder. Maar jij! Wat jij doet, dat is… pure kunst! Je zal zien, ooit komen er overzichtsexposities van jouw werk in musea.’ De denkbeeldige tekenaar, getroffen door het compliment van de grote meester, weet niets anders te doen dan zijn schouders op te halen.