Een thuis kent vele vormen

Veerle Driessen
Print&Play Exhibition, 2020.

Sinds de komst van corona sijpelt de buitenwereld digitaal ons huis binnen. Welke invloed heeft deze inbreuk van de buitenwereld op het idee van huiselijkheid en je thuis voelen? Deze vraag stellen de bedenkers van Print&Play Marieke van den Belt en Thieu Custers, die met hun doe-het-zelfinitiatief de tentoonstelling in huis halen. 

Het concept is simpel: download het pdf-document van de website www.printandplayexhibition.com en maak aan de hand van de instructies een tentoonstellingsruimte van je huis. Via een open call nodigden Van den Belt en Custers makers van alle disciplines uit iets in te sturen. Dit resulteerde in de pdf – een document van 71 A4’tjes – van geselecteerde inzendingen. In een algemene uitleg word je aangemoedigd na te denken over de ruimte(s) waar de tentoonstelling gaat plaatsvinden, de instructies van de afzonderlijke werken te volgen en je eigen zaalteksten te schrijven. Er wordt zelfs een suggestie gedaan om witte handschoentjes aan te trekken ‘for that real art handler feel’. Daarna volgen de tentoonstellingsobjecten in spe. Elk object is voorzien van instructies, een titelkaartje en een stukje over de kunstenaar. 

Geleid door de instructies begin ik alle werken klaar te maken voor installatie. Dat komt neer op een heleboel knip en plakwerk waar je gemakkelijk een halve dag voor kan uittrekken. Mijn aanname dat deze tentoonstelling zich zou beperken tot tweedimensionale werken en wellicht een aantal origami-achtige objecten – het is immers een tentoonstelling van papier – wordt bij het eerste werk al ontkracht. De print van Doron Beuns, een van zijn masterproject welbekend zelfportret, moet ik oprollen en in een transparante fles schuiven. Vervolgens word ik geïnstrueerd de fles langzaam te vullen met water, waardoor ik het idee krijgt zojuist een stuk hoofd op sterk water te hebben gezet. Bij die associatie voel ik mij zo onprettig, dat ik het werk na een paar dagen uit het zicht zet.

Verschillende kunstwerken zijn de moeite waard om uit te lichten. Eén daarvan is de achtdelige print Planar Glass (2019) die een hoog en smal raam blijkt te zijn uit het huis van ontwerpersduo SUPER NORMAL. Door het raam kijk je vanuit hun perspectief Istanbul in, maar zie je wellicht andere dingen dan zij. Ik hang het raam voor mijn raam, kijk naar buiten en beeld me af en toe in dat het duo ook op dat moment naar buiten kijkt. Het brengt me op een bepaalde manier dichtbij de twee mensen die ik niet ken. Het werk Terra Nullius (2019) van ‘researcher, storyteller and designer of experiences’ Alexander Cromer bestaat uit een QR-code die je naar een nummer op Soundcloud stuurt. Ik hang de print op de wc waar ik rustig kan luisteren naar Terra Nullius van Angle Shades, een elektronische hypnotische melodie met een tekst die gaat over de onvergeeflijke zee. Het nummer brengt me in een soort trance, en als ik op de tekst let hoor ik een interpretatie van de legende van de Flying Africans. Het is een verhaal dat werd verteld onder tot slaaf gemaakte Afrikanen. Als je je onthoudt van het eten van zout, zo luidt de legende, zou je zo licht worden dat je terugvliegt naar huis. 

Wat als je geen huis of thuis hebt? Domenique Himmelsbach de Vries vraagt aandacht voor een groep vluchtelingen in Amsterdam die genoodzaakt is op straat te leven omdat die geen onderdak krijgt van de overheid, maar ook niet mag werken. De sociaal geëngageerde kunstenaar is in 2013 gestart met Een Papieren Monument Voor De Papierlozen, een monument in wording voor de ongedocumenteerden die We Are Here heten. Liza Swaving schreef hier eerder een tekst over voor Tubelight. Hun portretten zijn vastgelegd in houtgravures, gereproduceerd om te verspreiden op straat. In Print&Play bevinden zich twee portretten die ik heb opgehangen in de ruimte die ik het meest gezellig vind in huis: de keuken. Het voelde alsof dat het minste was wat ik de twee mannen op de houtgravures, wiens namen niet worden genoemd, kon bieden.

De variatie in de tentoonstelling zit hem niet alleen in de vorm en uitwerking van de kunstwerken, maar ook in het gewicht van de boodschap, wat je als ‘tentoonstellingsmaker’ de ruimte geeft om je zowel te verdiepen als te ontspannen. In vergelijking met Cromer en Himmelsbach de Vries slaat ontwerper Tristan Roques – die ook de pdf heeft vormgegeven – een luchtigere toon aan. Met het herkenbare lettertype van het MoMA heeft hij zowel bewegwijzering gemaakt als titelkaartjes met daarop tekst als ‘sculpture’ of ‘performance’. Zo kun je van je huis een heuse ‘HoMA’ maken. De bordjes maken mij aan het gniffelen én laten me serieus nadenken over de potentiële artistieke waarde van de objecten in mijn huis. 

Ook Joost Mollens werk Nondriaan (2020) getuigt van humor. Hij vraagt je om van vijf verschillende printjes met elk een andere kleur een Mondriaan samen te stellen. Mollen haakt slim aan op het onderwerp ‘thuis’ door de bekende Mondriaankleuren blauw, rood en geel te vervangen door de basiskleuren van je printer: cyaan, magenta en geel. 

De tentoonstelling vervaagt de grens tussen het publieke en private, vermeldt de introductie van het document. Niet alleen omdat een tentoonstelling normaal gesproken in een publieke ruimte plaatsvindt en door Print&Play in een huiselijke omgeving wordt gebracht, maar ook omdat je wordt aangemoedigd de thuistentoonstelling digitaal open te stellen. Hoewel je huis geen publieke ruimte is in de strikte zin van het woord, wordt de kans hiermee vergroot dat onbekende mensen digitaal binnenkomen, net als bij de digitale vergaderingen en huisfeesten die nu voor veel mensen noodzakelijk zijn geworden. 

Die ogenschijnlijke tegenstelling tussen publiek en privé gaat ook over de ogenschijnlijke tegenstelling tussen digitaal en analoog. Het digitale aspect van Print&Play maakt het mogelijk om het publieke karakter van een tentoonstelling te realiseren binnen de muren van je huis, waar de kunstwerken een analoge vorm aannemen. Hiermee gaat Print&Play een stapverder dan de grote online tentoonstellingen zoals die van het Rijksmuseum, die zich beperkt tot het scherm van je computer, telefoon of tablet.

Het proces van downloadknop naar analoog kunstwerk is de grote kracht van Print&Play. Het doe-het-zelfkarakter me een aanzienlijke tijd met het werk bezig te zijn, en zorgt voor een andere blik dan een kant-en-klare tentoonstelling. Het levert een mate van interactie op waar de meeste musea alleen maar van kunnen dromen, en die resulteert in een diepere voeling met de kunstwerken. 

Van den Belt en Custers hebben slim gebruik gemaakt van de huiselijke context waarop we waren toegewezen. Beperkt in mijn vrijheid realiseerde ik me bij het werk van Cromer hoe fijn het is om op een plek te zijn waar ik me thuis voel, en bij het werk van Himmelsbach de Vries dat het een luxe is om überhaupt een huis te hebben. De ernst van deze werken was niet zo duidelijk geweest wanneer ik ze in een museum had gezien. Print&Play doet daarmee een welkom beroep op de empathie van mij als maker en bezoeker. 

Dat je zowel maker als bezoeker van je eigen tentoonstelling bent maakt Print&Play bijzonder interessant voor tentoonstellingsmakers. Dat wordt nog onderstreept door het werk van Roques, dat je op speelse wijze laat nadenken over wat het betekent om thuis een tentoonstelling te houden. Deze kritische reflectie op de klassieke tentoonstelling komt niet uit de lucht vallen, aangezien Van den Belt zich op de website presenteert als curator in de dop, gespecialiseerd in museologie en institutionele kritiek. 

Print&Play zorgt niet alleen voor tijdverdrijf in tijden dat het zeer welkom is, maar ook voor verdieping op een moment dat men tijd heeft om na te denken over één van de belangrijkste dingen in het leven: een dak boven je hoofd. 

Veerle Driessen werkt als zelfstandig kunsthistoricus in opdracht van onder andere Ellen de Bruijne PROJECTS, Museum Beeld en Geluid Den Haag en 38CC.

Print&Play Exhibition, 2020.
Print&Play Exhibition, 2020.
Print&Play Exhibition, 2020.
Print&Play Exhibition, 2020.