De wasmand van een Stone Troll

Marianne van Dijk
Charlotte Lybeer, CAEDMON KLING, 2009

Wat bezielt mensen om zich in hun vrije tijd te verkleden als trol of elf en elkaar in een afgehuurd bos met plastic zwaarden te lijf te gaan? Met deze vraag in mijn achterhoofd bezocht ik de tentoonstelling Beyond the Final Fantasy van Charlotte Lybeer (1981). Voor haar serie LARP, Taking a holiday from everydayness portretteerde zij namelijk Nederlandse en Vlaamse LARP-spelers: deelnemers aan een gekostumeerd rollenspel (Live Action Role Playing). Zij meten zich geen virtueel alter ego aan, zoals bij een computerspel, maar verkleden zichzelf als personage. Lybeer fotografeerde de LARP-spelers in volledig tenue, in hun eigen interieur.

De portretten zijn heel rechttoe rechtaan: de modellen zijn ten voeten uit en in vrij vlak licht gefotografeerd. Hier is niet geëxperimenteerd met fotografische technieken. Misschien omdat het onderwerp al spectaculair genoeg is? Maar sensatie lijkt ook niet Lybeers drijfveer te zijn: de LARP-spelers zitten er, voor zover hun pak dit toelaat, vrij gewoon bij. Hun ogen staan op gelijke hoogte met die van de toeschouwer. Deze mensen worden serieus genomen en zeker niet negatief beoordeeld. Tegelijkertijd laten Lybeers foto’s ook weinig ruimte voor een uitgesproken positief oordeel over de rolspelers. De foto’s zijn verre van meeslepend, zodat de kijker moeilijk enthousiast kan raken over deze hobby. Hier geen pleidooi voor escapisme, zoals bij de Duitse filosoof Ernst Bloch, die schreef dat utopieën en fantasieën het beginpunt kunnen zijn voor een betere samenleving en dat escapisme gezien kan worden als een ‘onvolwassen, maar oprecht surrogaat voor revolutie’.

Naast sensatie ontbreekt ook de nodige informatie over de gefotografeerde LARP-spelers, ook niet via bordjes of de catalogus. Wie de tentoonstelling bezoekt uit nieuwsgierigheid naar de beweegredenen van LARP-spelers, zal teleurgesteld raken. Waarom de Stone Troll ervoor koos een onmogelijk groot pak met armen tot de grond te kiezen, wordt niet duidelijk. Of de roze geschilderderde elfen zich als kind ook zo verkleedden, of dat juist niet mochten, evenmin. Lybeer wil kennelijk evenmin optreden als cultureel antropoloog, anders was ze wel meegegaan naar het bos, om de elf en de trol in hun natuurlijke omgeving te observeren.

En daarin zit hem nu net de crux. Het is de combinatie van het LARP-pak en de huiselijke omgeving die de toegevoegde waarde van deze foto’s vormt. In de tentoonstellingscatalogus stelt Geert Sels, kunstredacteur van De Standaard, over Lybeer: ‘Ze veroordeelt de realiteit en de virtualiteit tot elkaar’, waarbij de personages virtueel zijn, en hun woon- of slaapkamer de realiteit. Maar ondanks de veroordeling van die twee werelden tot elkaar, vindt er geen interactie plaats: de Fox geeft zijn plant geen water en bij de Stone Troll vraag je je af hoe die ooit op een mensenstoel terecht is gekomen. Hierdoor wordt het verschil tussen everydayness en holiday extra sterk aangezet: ze vormen twee aparte werelden.

De door Sels geformuleerde tegenstelling tussen ‘virtualiteit’ en ‘realiteit’ is geworteld in de belevingswereld van de LARP-speler; voor hen is het spel een holiday from everydayness. Maar voor de toeschouwer die de tentoonstelling voor het eerst binnenwandelt, valt het contrast tussen geportretteerde en omgeving misschien beter te formuleren als dat tussen iets herkenbaars en iets bevreemdends.

De aandacht van de toeschouwer wordt al snel getrokken door het herkenbare interieur: bij de Stone Troll spotten we een Ikea-wasmand en bij Fox proberen we te zien wat voor merk stereo hij heeft. Het is alsof het interieur van de LARP-spelers meer spreekt, meer vertelt over de persoon dan z’n kostuum: dat hoort bij de rol die hij speelt. Dat de ogen van de geportretteerden soms niet te zien zijn door het pak, helpt evenmin. Dit zijn portretten van een rol, in de ruimte van een persoon, daarom interesseert de ruimte meer. Het interieur gaat als tolk voor het pak fungeren, en daardoor wordt de ruimte meer dan een decor; het wordt haast onderwerp van de foto’s.

Uiteindelijk draait het bij Lybeer toch om de spanning tussen de herkenbare ruimte en de ongrijpbare bewoner. We kunnen niet vatten dat iemand er zo uitzonderlijk uitziet zonder dat dit zich uitdrukt in z’n omgeving. Is die persoon dan toch ‘normaal’, of wordt hij juist nog uitzonderlijker? De vraag naar wat de LARP-spelers beweegt, is heel wat minder interessant dan de vraag hoe we omgaan met het onbegrijpelijke en het herkenbare, en wat het contrast daartussen doet met onze blik. Lybeer thematiseert de drang om dingen thuis te brengen, en is minder gericht op het laten zien van het karakter van iemand als Caedmon Kling. Hij zit daar heel gewoon heel ongewoon te zijn.

BEYOND THE FINAL FANTASY
Charlotte Lybeer
24 oktober t/m 22 november 2009

Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond
Nes 45, Amsterdam

Charlotte Lybeer, RAVENESS, 2009
Charlotte Lybeer, STONE TROLL, 2009