De gloed van verval

George Vermij

De boeken van de Duitse schrijver W.G. Sebald zijn half-fictieve tochten door tijd en ruimte vol met verslagen over verdwenen levens en het onzekere lot van bannelingen. Ze hebben een grote aantrekkingskracht gehad op veel schrijvers, waaronder Susan Sontag en Paul Auster. De Britse kunstenaar Tacita Dean (1965) is een groot bewonderaar van Sebald. In interviews geeft zij aan dat zij is beïnvloed door zijn manier om vergeten geschiedenissen op subtiele wijze weer tot leven te wekken. Deans filminstallatie Michael Hamburger is misschien wel het meest verbonden aan Sebalds werk. Dean maakte de film voor de groepstentoonstelling Waterlog (diverse locaties, Norwich, 2007) die Sebalds wandelingen door Engeland als uitgangspunt nam. Vreemd genoeg is Sebald op het eerste gezicht de grote afwezige in de film.

Michael Hamburger is een minimaal filmportret van de dichter die vooral bekend werd met Engelse vertalingen van de gedichten van Friedrich Hölderlin. Hamburger was echter ook bevriend met Sebald en vertaalde enkele boeken van hem. De film begint met shots van een appelboomgaard, waar de wind door de bomen waait. Zonnestralen doen het beeld oplichten en zwakken het daarna weer af. Deans gebruik van analoge film versterkt de scherptediepte en de haast tastbare gloed van licht. De geluidsband bestaat uit een montage van achtergrondgeluiden, zoals de wind die bladeren laat ritselen en getsjirp van vogels. De bejaarde Hamburger wordt getoond in zijn grote tuin, terwijl hij appels plukt. Later filmt Dean hem in zijn studeerkamer, waar hij vertelt over de verscheidenheid van rassen en welke appels hij kweekt. Op een tafel ligt een overvloed aan soorten, van gele en groene tot appels in verschillende gradaties rood.

Deans composities van statische shots hebben duidelijke relaties tot traditionele schilderkunst. In een scène zie je Hamburger bijvoorbeeld achter zijn schrijftafel zitten, met zijn gezicht naar het venster. Opeens wordt hij overbelicht door zonnestralen. De scène doet denken aan renaissanceportretten van heiligen of kerkvaders, zoals Vittore Carpaccio’s portret van St. Augustinus die in contemplatie in zijn studeerkamer wordt gevangen door een lichtstraal. Andere beelden uit de film, zoals shots van Hamburgers wilde tuin, verwijzen naar Britse landschapschilderkunst uit de romantiek, zoals de schilderijen van de negentiende-eeuwse schilder John Constable.

Deans film lijkt een poging om iets vast te leggen voordat verval zijn intrede doet en het uiteindelijk zal verdwijnen. Verval en verdwijnen zijn thema’s die centraal staan in het werk van zowel Dean als Sebald. Tegen het einde van de film draagt Hamburger een gedicht voor dat hij heeft geschreven ter nagedachtenis aan Ted Hughes. Een karmijnen appel die hij van Hughes heeft gekregen – en die Hamburger in zijn tuin heeft gecultiveerd – vormt daarin een belangrijk onderwerp. Het gedicht begint met een beschrijving van de komst van de winter en het sterven van gewassen en vee. De door Hamburger gesproken woorden bevatten een spanning tussen datgene dat zal vergaan en datgene wat blijft voortbestaan. In een regel gebruikt hij de woorden ‘the children half-orphaned’. In eerste instantie een verwijzing naar Hughes, die na de dood van zijn vrouw Sylvia Plath achterbleef met zijn kinderen. Maar de woorden hebben in Deans film een bredere lading.

De ‘halve wezen’ waar Hamburger naar verwijst zijn namelijk ook een perfecte benaming voor de personages in Sebalds boeken, waarin mensen gedwongen worden om hun vaderland te verlaten en te dwalen in ballingschap. Hamburger vluchtte zelf in 1933 uit Duitsland en had door de oorlog een problematische band met zijn geboorteland. Een geschiedenis die hij met Sebald deelde, en waaruit een innige vriendschap ontstond toen zij elkaar in Engeland leerden kennen. Sebald maakte van Hamburger dan ook een personage in zijn boek Die Ringe des Saturn. Eine englische Wallfahrt, waarin een foto is te zien is van Hamburgers studeerkamer en daarin de schrijftafel waaraan Dean hem zo nauwgezet filmt.

In Michael Hamburger staat de oude dichter in de schaduw van Hughes’ en Sebalds dood, maar Deans portret is meer dan alleen een esthetisch verantwoord monument of memento. De film is een indirecte hommage aan Sebald, een poging om een visueel equivalent te vinden voor zijn proza. En uiteindelijk lukt het Dean om, net als Sebald, de kwetsbaarheid van een mensenleven subtiel in relatie te brengen met grotere krachten zoals de geschiedenis en de natuur. Hamburgers zwakke vitaliteit schemert nog door in zijn vruchtbare appelgaard en de gloed die Dean van hem vangt met haar lens. De beelden voelen aan als herinneringen die Dean uit de vergetelheid wil redden, maar op elk moment kunnen vergaan in een onmetelijke zee van tijd.