De mens is een zak: een buitenkant waarvan de inhoud zich laat raden. Een zak met gaten waar dingen ingaan en weer uitkomen. Het is een wat eenvoudige definitie, een nogal extreme reductie die weinig recht doet aan alle intellectuele en emotionele processen die zich in de mens voltrekken. Maar je kunt het zo bekijken en dat is wat Serge Onnen doet in de tekeningen die te zien zijn in de Bloom Gallery in Amsterdam.
Het onderwerp dat Onnen hier aansnijdt neigt naar het banale. Maar waar menig ander kunstenaar de toeschouwer om de oren zou slaan met beelden van de in- en uitgangen van het menselijk lichaam is Onnens aanpak subtieler. Hij verwijst naar lichamelijke processen en behoeftes zonder ze expliciet te laten zien. Zijn rode penseeltekeningen hebben een luchtige toon en ze hebben iets persoonlijks – waarschijnlijk juist omdat het tekeningen zijn. In Human Camera (1998) zien we een geknielde figuur, van top tot teen gehuld in een gebloemde hoes. Hij zwaait zijn rechterhand voor een rond gat bij zijn gezicht heen en weer. Ergens bij zijn navel, of misschien wel nog wat lager, is een ander gat waar een cameralens uitsteekt. De linkerhand is de lens aan het scherpstellen.
Op zijn borst staat: ‘Look & Go’, op zij knieën ‘Baise ma Camera’ (frans voor ‘kus mijn camera’). Deze tekening is een goed voorbeeld van de bizarre beelden die het thema Zware Zakken soms oplevert. Een andere tekening, All-inn (1998), laat eenzelfde ingepakte figuur kromgebogen in zichzelf graaien. Uit de opening in zijn hoes haalt hij darmen die op zijn buik woorden vormen: ‘Excesses’ en ‘All You Can Eat’.
Ondanks de enorme zakken waar de figuren van Onnen geheel of gedeeltelijk in gehuld zijn is er heel wat af te lezen over hun innerlijke toestand. Met gebaren, houdingen en teksten geeft hij aan wat er in hen omgaat: honger en lust, verlangen naar een ander en gevoelens van spijt. Ieder mens is een omhulsel van gedachten en chemische processen en wat Onnen eigenlijk doet is dat omhulsel binnenstebuiten draaien. Maar wat jammer is is dat hij weinig vertelt over de context van die gevoelens. Als een mens op een tekening schuil gaat in een hansop met daarin verweven de woorden ‘excusez moi’ en ‘sorry het zal niet meer gebeuren’ dan weet je dat het draait om spijt. De reden voor dit berouw – heeft deze figuur zijn laatste oortje versnoept? – of het verhaal waarmee zijn emotie specifieker en dus ook menselijker zou worden blijft achterwege.
Met het omdraaien van ‘de buitenkant’ kun je wel de binnenkant laten zien, maar dit maakt niet noodzakelijk iets duidelijk over de inhoud. De voering van een jas zegt tenslotte weinig over de persoon die hem draagt. De kracht van deze tentoonstelling, die nog tot 20 februari is te zien, is net als die van de begeleidende publicatie Zware Zakken gelegen in de bizarre beelden en in het feit dat alle tekeningen onmiskenbaar over hetzelfde gaan. Maar juist omdat Onnens werken zo duidelijk een geheel vormen is het ontbreken van een verhaal een gemis. De mens is weliswaar een zak met gaten, maar voedsel en lust zijn niet de enige verlangens die gestild moeten worden.
SERGE ONNEN, 16/1 t/m 20/2 1999
Bloom Gallery, Bloemstraat 150, Amsterdam, T 020 6388810, geopend di t/m za van 13.00 – 18.00 uur en 1e zondag van de maand van 14.00