Wesley Meuris bij Annie Gentils Gallery

Alexander Mayhew
Wesley Meuris, THE NATIONAL MUSEUM OF ANCIENT CULTURES (2008)

In de stand van Annie Gentils op Art Rotterdam springen twee grote plattegronden in het oog, in wit op een zwarte ondergrond afgedrukt. De een toont het National Museum of Ancient Cultures, de andere het Greenhouse of the Royal Botanical Garden.

Het lijken afdrukken uit een handboek over negentiende- eeuwse museumarchitectuur. Wanneer je echter de beschrijvingen van de afgebeelde ruimtes leest, kom je erachter dat de gebouwen over restaurants en winkels beschikken: zaken die in de negentiende eeuw niet tot de standaard uitrusting van een museum behoorden. Met een zin als ‘The Terrace Cafe offers a full menu of gourmet lunches and beverages. Picnicking is not permitted in the garden. Be sure to visit the gift shop for tools and books as you plan your spring garden’ wordt het publiek erop gewezen dat er meer te beleven is dan bekijken van cultureel kapitaal.

Het restaurant en de winkel worden op een gelijk niveau geplaatst met datgene wat wordt tentoongesteld, zo niet belangrijker gemaakt: ‘Treat yourself afterwards to a delectable lunch in one of our exclusive restaurants or a relaxing drink in our extraordinary venues.’ Het National Museum of Ancient Cultures blijkt zelfs over een Lounge Bar te beschikken.

De beide plattegronden zouden als informatieborden uit de respectievelijke musea afkomstig kunnen zijn, ware het niet dat het hier om twee fictieve instellingen gaat, ontsproten aan het brein van de Belgische kunstenaar Wesley Meuris (1977). Ze maken deel uit van zijn onderzoek naar hoe architectuur zich schikt naar de criteria van entertainment. Expositieruimtes staan hiërarchisch niet hoger in rang dan bijvoorbeeld de winkel, die in het National Museum of Ancient Cultures zelfs een zeer centrale plaats inneemt. Een plek waar je eerder de topstukken van de collectie zou verwachten.

Eenzelfde niet-hiërarchische indeling gebruikte Meuris voor zijn project Research Building, waarvan Annie Gentils foto’s en plattegronden toont. Meuris werd vorig jaar gevraagd een tentoonstelling vorm te geven van een particuliere collectie Congolese sculpturen. Hij ontwierp echter niet één ruimte, maar creëerde een heel museum, inclusief restauratie-ateliers, documentatieruimtes en depot. De bezoeker kreeg hiermee toegang tot zalen die normaal zijn voorbehouden aan het personeel van een museum. De centrale zaal met de benaming Masterpieces in the spotlight was gewijd aan de ‘topstukken’ uit de collectie. Deze werden in vitrines getoond, geaccentueerd door rode en groen gekleurde achtergronden en dramatische belichting. Door deze wijze van presenteren kregen de objecten direct een aura van museumkwaliteit.

Sculpturen waren verder te aanschouwen in onder meer het depot en het restauratieatelier. Ironisch genoeg bestaat het grootste deel van de tentoongestelde collectie, en ook van de topstukken, uit vervalsingen. Dit was bekend aan Meuris en de organisatoren, maar werd niet openbaar gemaakt. Krantenartikelen naar aanleiding van de tentoonstelling richtten zich louter op het vraagstuk rond de authenticiteit van de getoonde stukken, terwijl voor Meuris de authenticiteit van de collectie eigenlijk irrelevant was. De gekozen tentoonstellingsvorm ontdeed de collectie opzettelijk van elke referentie. De documentatieruimtes bestonden bijvoorbeeld uit 350 lege kastjes met slechts de namen van alle in kaart gebrachte Congolese stammen.

Meuris weet in beide projecten te spelen met de ingesleten verwachtingen die bezoekers hebben van een bezoek aan een museum. Hij wil ze losweken van de feitelijke expositie en ze bewust maken van de verscheidene dimensies van het museum als gebouw, zijn uiteenlopende functies en de culturele waarden die het uitdraagt. Subtiel en overtuigend brengt hij aan het licht hoe bepaalde denkwijzen en ideologieën zich vertalen in architecturale regels en vormen, en hoe zeer de architectuur van musea bezoekers kan manipuleren.

Wesley Meuris, THE NATIONAL MUSEUM OF ANCIENT CULTURES (2008), RESEARCH BUILDING (2010), GREENHOUSE OF THE ROYAL BOTANICAL GARDEN (2008)
Wesley Meuris, GREENHOUSE OF THE ROYAL BOTANICAL GARDEN (2008)