WELCOME TO EUROPE?

Europe is hot. Tenminste als we op de frequentie afgaan waarmee de berichten ons elke dag overladen. Omstreden commissarissen, een nieuwe grondwet, de staat van de toekomst wordt nu gevormd. Maar, volgens Wilfredo Prieto Garca is het Europa van morgen één grijze brij. In een grote zaal van het Centraal Museum in Utrecht heeft hij zijn collectie vlaggen van de vijfentwintig Europese lidstaten pontificaal aan de muur bevestigd. Ze zijn bijna identiek aan de originelen, dezelfde maat, hetzelfde patroon, alleen de kleur verschilt. Ze zijn vervaald tot grijs-zwart-witte vlaggen die alle nationalistische symboliek hebben verloren. Zo refereert Garca rechtstreeks aan de nieuwe Europese culturele identiteit die de verschillende nationale identiteiten langzaam tracht te veroveren.
Phantom Foreign Vienna is een geraffineerd werk van de Weense kunstenaar Lisl Ponger. In haar eigen stad ging ze op zoek naar de multiculturele differentiatie. Het resultaat is een beeldarchief van feestelijkheden waarin burgers hun culturele identiteit in stand houden. Zo vergaarde ze beelden van gemaskerde Bhutanezen, flamenco danseressen, mariachis, enz… De louter registrerende beelden worden in Phantom Foreign Vienna door een neutrale voice-over gekoppeld. We horen Ponger zelf die luidop aan het monteren is: ‘Welke volgorde zal ik in de beelden hanteren? Zal ik de beelden waarin muziek een belangrijke rol speelt aan elkaar monteren, of een chronologische volgorde aanhouden?’. Dit proces levert een ambivalente montage op: de subjectieve volgorde ten opzichte van de objectieve classificatie. Ponger confronteert de toeschouwer zo enerzijds met het feit dat waarheid en beeldvorming eigenlijk sterk afhankelijk zijn van hoe een verhaal wordt verteld, anderzijds confronteert ze de toeschouwer met zijn eigen vooringenomenheid.

Zowel het werk van Garca als van Ponger passen voorbeeldig in het kader van de curatoren: Maria Hlavajova en Gerardo Mosquera. In de concepttekst stellen ze het spanningsveld tussen (on)voorwaardelijke gastvrijheid en migratie aan de orde. Aanleiding voor de tentoonstelling was de uitnodiging aan de tien Oost-Europese landen om lid te worden van de Europese Unie. Deze tien landen waren welkom maar niet onvoorwaardelijk. Dit blijkt onder andere uit de verschillende beleidsmaatregelen die werden opgesteld. Kortom andere eisen gelden voor de burgers van de voormalige Oostbloklanden, gast en gastheer zijn in een complex netwerk van relaties verwikkeld.

Het uitdagend intellectueel en bovendien maatschappelijk relevant discours dat Hlavajova en Mosquera uit de kwestie distilleerden inspireert de kunst. Zo plaatsen verscheidene werken in de tentoonstelling een kritische kanttekening bij het huidige gevoerde EU-beleid. Welcome, een kunstwerk van Mindaugas Ratavicius en Giedrius Kumetaitis, weerspiegelt de kwetsbare positie van hun land ten opzichte van de Europese Unie. Op een deurmat zijn de woorden ‘Frend is olvais velcome to lithuania’ in het goud geborduurd. Inderdaad, de vijftien oude EU-landen worden warm onthaald, maar tegelijkertijd heerst er ook angst voor een slechte, ongelijkwaardige behandeling. Ook Francis Alÿs roept met zijn tot een bal geknoopte EU-vlag veel commentaar op. Want wat betekent een vlag die niet kan wapperen?
Een ander luik binnen de tentoonstelling stelt radicale veranderingen voor. Felix Gonzalez-Torres biedt de bezoeker blanco paspoorten aan en Július Koller heeft door heel de tentoonstellingsruimte rood-witte plastic bouwtape opgehangen. Zijn er verbouwingen gaande? Volgens Hlavajaova is het een beroep dat op ‘ons allen wordt gedaan om niet passief af te wachten tot een toekomst ons overkomt, maar om actief deel te nemen in het onderhandelen over of zelfs het produceren van wat het zal worden’.1

De symboliek in het werk van Koller is net iets te ver zoeken. En dat kan ook niet anders want kunstwerken in een dergelijk ingekaderde tentoonstelling voegen, werkt soms tegendraads. Het rigide theoretische discours maakt dat sommige werken niet tot hun recht komen of het lijkt alsof ze er met hand en tand zijn bijgesleept. In de tekstuele bijdrage expliciteren de curatoren alsnog de plek in het geheel maar de boodschap komt dan niet beeldend over. Dit neemt echter niet weg dat het werk los van het thema een zekere potentie ontluikt.

Uit Cordially Invited blijkt nogmaals dat kunst niet los staat van de maatschappij maar een plaats kan zijn waar op de basis van de samenleving wordt gereflecteerd. Het werk in Cordially Invited is gelukkig geen pure illustratie van het concept, maar net omgekeerd: een inspiratie om – op een andere manier – over migratie en gastvrijheid na te denken. Een dergelijke tentoonstelling moet dan ook vooral ruimte en tijd krijgen om zich los te koppelen van het concept. Alleen zo kunnen de individuele bijdragen het intellectuele discours uitdagen.

Annotatie:

1 Zie de projectgids van Cordially Invited p.16.

CORDIALLY INVITED, EPISODE 3, 30 oktober t/m 31 december

BAK, basis voor actuele kunst, Lange Nieuwstraat 4, Utrecht

Centraal Museum-Post CM, Agnietenstraat 2, Utrecht, open di t/m zo 11–17