‘We leven meestal in gesloten ruimtes. Deze vormen het milieu waaruit onze cultuur ontspruit,’ zo luidt de openingszin van Paul Scheerbarts Glasarchitektur uit 1914. Daarop voortbordurend zet hij in enkele zinnen zijn filosofie uiteen: willen we onze cultuur veranderen, dan zijn we genoodzaakt onze architectuur aan te passen. Door de buitenwereld toe te laten in onze binnenwereld – simpelweg door grotere vensters te maken – geven we ruimte aan de ontwikkeling van een nieuwe, visionaire cultuur.
Honderd jaar nadat Scheerbarts gedachtegoed van de persen rolde brengt A Glass Darkly de visie van hedendaagse kunstenaars op transparantie en openheid in de huidige samenleving voor het voetlicht. Volledige transparantie brengt een moreel dilemma met zich mee. Want, moet hetgeen dat blootgegeven kán worden ook daadwerkelijk worden blootgegeven? Het is deze (on)mogelijkheid van transparantie die in alle werken van A Glass Darkly een rol speelt.
“A public space, a secret pocket world,” is het eerste wat je hoort van Metahavens Black Transparency Videogram (2013). De bezoeker valt midden in een visueel bombardement dat beelden laat zien van rellen, rookbommen, woestijnruiters, lava en yuppen met flitsende gadgets. Centraal in het werk van studio Metahaven staat hoe informatie mondiaal georganiseerd wordt en de paradoxale rol die transparantie daarin speelt. De onheilsprofeet komt in de vorm van een voice-over: “Paranoia’s answer is always: more”. Schepping brengt tegelijkertijd vernietiging. Tekenend is het fragment waarin de voice-over spreekt van “a new beginning” wanneer stromen lava het aardoppervlak bedekken. De lava verwoest in het heden, maar maakt de toekomst vruchtbaar.
Een tentoonstelling koppelen aan een filosofische ideologie van honderd jaar geleden kan ertoe leiden dat de bezoeker het idee heeft rond te lopen in iets dat beter een essay had kunnen zijn. Dat dit bij A Glass Darkly niet het geval is komt in de eerste plaats door de kwaliteit van de afzonderlijke werken. Maar wat zeker niet onderschat mag worden is de zorgvuldigheid waarmee de tentoonstelling gedoseerd is. De keuze voor een beperkt aantal werken, waarbij elk werk een ander facet van transparantie belicht, geeft haar diepte en breedte. De tentoonstelling is tot in detail goed gearticuleerd en met zorg opgesteld.
De riante glazen pui die de gehele breedte van de tentoonstellingsruimte beslaat geeft de kijker het gevoel zelf onderdeel uit te maken van een experiment over transparantie. Op een drukke zaterdagmiddag wordt de bezoeker gadegeslagen door passanten vanaf de andere kant van het glas. De buitenwereld dringt zich op aan de binnenwereld: de kijker wordt bekeken.
Dit voyeurisme komt terug in Noam Torans Desire Management (2005). In vijf fragmenten toont het mensen wier eigen(aardig)heid alleen achter gesloten deuren tot uiting kan komen. De spanning tussen eigenheid en conformiteit wordt pijnlijk duidelijk doordat elk van de fragmenten begint met een ogenschijnlijk normale situatie. Zo stapt een man op leeftijd zijn huis binnen met een zojuist aangeschafte stofzuiger. Wat daarop volgt is even ontluisterend als bizar: dezelfde man staat ontkleed voor een installatie die hem van top tot teen stofzuigt.
Waar in Torans werk het persoonlijke de boventoon voert is het werk van Iman Issa, Imogen Stidworthy en Vermeir en Heiremans meer hermetisch. Elk op een eigen manier onttrekken ze iets aan het zicht. Zo wordt in Issa’s Image of a Center (2005) de natuur getoond en de cultuur verwoord. Deze geverbaliseerde werkelijkheid staat haaks op de beelden van wolken, ijs, bergen, meren, zee en erosie. De natuur geeft volledige openheid van zaken en toont een manier van maken die niet strookt met onze hang naar cultiveren.
Dit verschil tussen natuur en cultuur laat zich transponeren naar de wetenschap dat ideologie (zelfs die van Scheerbart) nimmer transparant is. Dat wat we ten diepste verlangen floreert bij een kleine maskerade. Want ontstaat het zuivere en echte (let wel, niet per se goede) niet juist bij de gratie van de mogelijkheid het te bedekken en te verbergen? Niet om het te onttrekken aan de buitenwereld, maar om te regisseren in welke mate je deze buitenwereld kennis laat maken met de binnenwereld. De werken in A Glass Darkly belichten elk een ander aspect van transparantie, maar hebben met elkaar gemeen dat de mogelijkheid van transparantie hand in hand gaat met bedekken en verhullen, met geheime plekken en achterkamertjes.
Play:display (2014) van Natascha Sadr Haghighian en Rashad Becker is moeilijk vindbaar en in dit kader tamelijk symbolisch. Het werk is een – transparante! – 7” vinyl plaat met daarop een soundscape, samengesteld uit opnames gemaakt in twee Berlijnse gebouwen. Het audiowerk zelf is niet in de tentoonstelling te beluisteren. De bezoeker zonder platenspeler is in het bezit van een belofte, een mogelijkheid. Er is een inhoud die te kennen valt, alleen niet binnen het hier en nu van zijn eigen huiskamer. Wanneer de nieuwsgierigheid het wint van de liefde voor symboliek zal hij, in de geest van Scheerbart, een venster moeten openen en de buitenwereld moeten betreden, op zoek naar een platenspeler.