Het interactiedenken heeft zich inmiddels diep geworteld in onze cultuur. Na de linguistic turn – de filosofische trend die liet zien hoe bepalend taal en het gebruik van taal is in de wijze waarop wij de wereld ervaren, duiden en daarmee dus maken – kwam de pictorial turn, die iets vergelijkbaars bepleitte voor onze omgang met beelden. Inmiddels zijn we, met de gewenning aan de sociale media, terechtgekomen in een tijdperk dat je wellicht de communicative turn zou kunnen noemen.
In veel boeken die handelen over de menselijke interactie wordt de loftrompet geblazen over de zegeningen van de dialoog. De dialoog als genre is open, transparant en in principe volledig horizontaal: het is de bevestiging van immanente gelijkwaardigheid. Kortom, de dialoog is democratie in optima forma. Al bij de uitvinding van internet werd de radicaal democratische potentie ervan juist geroemd omdat het bestond bij de gratie van een dialogische structuur. De telematische revolutie was de omslag van een discursieve cultuur in een dialogische cultuur. Begrippen als alomtegenwoordigheid en gelijktijdigheid, de omschrijvingen van de structurele architectuur van het net, werden voorwaarden voor een cultuur gebaseerd op het eeuwenoude principe van een woord dat vrijwel direct zijn wederwoord krijgt.
De dialoog is als vorm door filosofen wellicht om die democratische potentie vaak gebruikt om complexe afwegingen van voors en tegens op een zo ‘objectief’ mogelijke wijze inzichtelijk te maken voor een zo groot mogelijk publiek. Want de dialoogvorm bestaat bij de gratie van toehoorders, een derde partij, die, de tweestrijd volgend, in alle transparantie er het zijne of hare van kan denken.
Maar schijn bedriegt, want van Plato tot Deleuze is de dialogische vorm juist gebruikt om het zogenaamde gelijkwaardigheidprincipe aan te wenden voor het krachtig benadrukken van de eigen gedachte. De monoloog vermomd als dialoog. Zeker als het filosofen betrof die niet in een objectief gelijk geloofden. Denkers die de filosofie niet inzetten om eeuwig terugkerende, prangende vragen te beantwoorden, maar het denken vooral gebruikten om te ontkomen aan onoplosbaarheid. Kortom: de filosofie als het communiceren van het subjectieve, door invoelbaar te maken hoe subjectiviteit in de taal geproduceerd wordt.
Een boek dat mij op dit spannende ‘communicatieve’ pad in de weelderige tuinen van de filosofie zette was het satirische De neef van Rameau van de Franse verlichtingsfilosoof Denis Diderot (1713 – 1784). Het boekje is bijna in zijn geheel gesteld in de dialoogvorm. De rolverdeling is simpel: Diderot is ‘ik’ en de ‘hij’ is Jean-Francois Rameau, de neef van de bekende barokcomponist Jean-Philippe Rameau. Met deze tafelschuimer, klaploper, bohémien, ruziezoeker, en structureel onaangepaste dilettant wisselde Diderot, de aangepaste, in de hoogste kringen verkerende filosoof en redacteur van de befaamde Encyclopédie, van tijd tot tijd graag van gedachten.
Op zich lijkt in de tekst de rolverdeling helder: Diderot is de moralist en de verstandige van de twee, en de neef is de onverantwoordelijke, pragmatische, op eigenbelang gerichte fantast en snaaier. Maar al snel blijkt het vernuft van Diderot als hij in die rolverdeling het perspectief voortdurend ontregelt door de zogenaamd gewetenloze Rameau af en toe de werkelijke moralist te laten zijn en de filosoof zich te laten ontpoppen als bijna cynische antiheld die vooral pragmatiek en het gelijk van de straat naar voren schuift. Dit pantomimespel van wisselende rollen en perspectieven is een belangrijke sleutel voor hoe Diderot eigenlijk begrepen moet worden, namelijk als een man die de kracht van de communicatie kende. Een man die net zo hard kon lachen om het domme gelijk van de straat, maar ook moest schateren om de opgeblazen vormelijkheid van de zogenaamde bezwerende rede. Een schrijver die naast verdienstelijk filosoof, vooral begreep dat werkelijke inzichten in hun ambigue natuur pas tot verandering aanzetten wanneer ze ‘communiceren’ dankzij de kracht van het welgekozen woord.
DE NEEF VAN RAMEAU, Denis Diderot
oorspronkelijke titel: Le neveu de Rameau
1761, Nederlandse uitgave 1984
Uitgeverij Kwadraat, Vianen
ISBN : 90 6481 035 4