Uitgeraid

Rob Perrée

Toen de treinen nog op tijd reden en ‘mobieltje’ nog geen woord was, toen Ajax nog op gras speelde en schaatsers nog voor de eer reden, toen HP/De Tijd nog De Haagsche Post was en Vrij Nederland nog stond voor kwaliteit, toen Van Krimpen nog galerist was te Amsterdam en het Boijmans nog bezoekwaardig, toen paars nog geen politieke kleur was en asielzoekers nog gastarbeiders heetten, toen Brinkman nog jong, veelbelovend en minister was en Alex nog gewoon Prins Willem Alexander, toen Witte de With nog het licht moest zien en de directeur van het Stedelijk nog ballen had, toen De Appel nog De Appel was en Bierenbroodspot nog plaatjes tekende in De Margriet, toen Tubelight nog tl-licht was en het Museumjournaal een gewaardeerd kunstblad, toen de RAI nog De Nieuwe RAI was en Amsterdam nog de natuurlijke culturele hoofdstad, toen Bush nog Reagan heette en New York nog niet was aangeveegd, toen Berlijn nog een muur had en Keulen kunstpotentie, toen de Mondriaan Stichting nog niet bestond en gedurfde projecten nog werden gesubsidieerd, toen… toen was de KUNSTRAI nog een belevenis.
Goede galeries wilden er staan, ware kunstliefhebbers wilden er rondlopen.
De minister van cultuur opende, Van Krimpen sloot.
Kranten focusten op de inhoud en niet op de bezoekersaantallen en de miljoenenopbrengst.
Een extra editie van De Haagsche Post of Het Parool fungeerde als catalogus.
Er werden zaken gedaan maar de zaak zelf was nog geen business.
En nu?
Goede galeries blijven weg, ware kunstliefhebbers lopen ontredderd rond.
Kwaliteit wordt verward met verkoopbaarheid, kunst met kitsch.
De groeiende oppervlakte moet de groeiende vervlakking compenseren.
De horeca woedt waar kunst hoort te gloren.
De organisatie is in handen gevallen van een productmanager.
Kunst is geen kunst meer maar een product Kunstliefhebbers zijn gedegradeerd tot doelgroep.
Een artistieke belevenis is tot format verworden.
Het gevolg viel te voorspellen.

De KUNSTRAI is vermoord.

Geniepig.
De dader loopt nog vrij rond.
Sterker nog.
Hij mag een vergelijkbare beurs in Maastricht beginnen.
Treurigheid komt nooit alleen.
Het Duitse geld moet worden binnengehaald.
Inhaligheid kent geen grenzen.
Als hij enig (kunst)historisch besef had, zou hij beter moeten weten.
Zou het nieuwe Bonnefanten niet ook Duitsland en België gaan veroveren?
Zou Maastricht niet definitief in de grote kunstwereld worden opgenomen?
Nu knikkebolt de door ambities bedwelmde directeur achter zijn massief eiken bureau terwijl zijn medewerkers noodgedwongen Limburgse kunst
aan de muren hangen.
Hoogmoed komt voor de val.
Zelfs productmanagers ontkomen daar niet aan.
Slaap zacht drs. Erik P. Hermida.
Ik ga volgend jaar naar Art Brussels.