Architectonische waarschuwingen over het werk van Rob Voerman

Kai van Hasselt

Door archaïsche architectonische constructies van hout en karton te bouwen, toont de kunstenaar Rob Voerman het contrast met de moderne stad. Aaron Betsky merkt op in een artikel over Voermans werk dat de kunstenaar door een zekere romantiek bevangen is: ‘De idylle van de boerderij en de werkplaats’. Deze ambachtelijke romantiek staat in scherp contrast met de Nederlandse overgereguleerde samenleving, waar het streven naar efficiëntie, planning en rationaliteit overheerst. Als een ware romanticus trekt Voerman hiertegen ten strijde. In zijn twee- en driedimensionale kunstwerken wordt deze orde ondermijnd. Voerman is zich bewust van de verschillende mogelijkheden die het platte vlak en ruimtelijke objecten bieden. Het eerste geeft de verbeelding meer de ruimte, terwijl hij in sculpturen en installaties zijn gedroomde wereldbeeld extra realistisch kan tonen.

In de tentoonstelling in Upstream Gallery toont hij silkscreen linoleumprints en twee objecten. Ze zijn gemaakt als architectonische impressies en blauwdrukken. Een tekening van een houten capsule, Partially Soluble (2002), laat zien dat er maar deels een oplossing bestaat voor de problemen van onze overgereguleerde samenleving. Zijn de werken van Voerman kritiek of een waarschuwing, of bieden ze ook prototypes voor een andere maatschappij, die in het teken staat van de romantiek van het ambacht en een andere rationaliteit? Worldviews (2003) laat het uitzicht zien op een houten World Trade Center tegen de achtergrond van downtown Manhattan. De noodzaak van dit gebouw om te falen lijkt te zijn ingebouwd in de kwetsbare houten constructie. Een ander werk, Untitled (2003), toont een houten ark die uit een stellage opreist. Daaronder ligt een stad te wachten op dat wat komen gaat. Impliceert deze moderne ark van Noach een naderende vloedgolf of andere Apocalyps? Tenslotte overheersen in Midnight Breeze Passing (2004) dreigende wolken de horizon boven de stad. Eén enkel gebouw in aanbouw reikt als een moderne toren van Babel naar de hemel. De economische geschiedenis van de 20ste eeuw heeft ons geleerd dat het streven naar het bouwen van ‘het hoogste gebouw ter wereld’ vaak gevolgd wordt door periodes van economische misère. Zijn ruimtelijke beelden vormen een zelfde soort waarschuwing. In een recente sculptuur toont hij een nu nog utopisch aandoende gestapelde megaboerderij. In 2002 hing hij een grid van neonlichten in het bos op. Dit werk Working Hours verlichtte een open plek in het bos gedurende een deel van de dag en nacht. Het toont wederom de tegenstelling tussen onze geordende rationaliteit en de organisch gegroeide natuur.

Hoe zal het werk zich verder ontwikkelen? Blijft Voerman enkel bij de analyse of zal hij ook een blauwdruk voor die andere wereld gaan laten zien? Hiermee samen hangt voor mij de vraag hoe sterk deze serie werken als esthetisch en/of moreel moet worden opgevat? In een recent interview vertelde hij over nieuw werk waar hij mee bezig is. Mogelijk ligt daarin een antwoord op genoemde vragen. Ik ben heel benieuwd!

Rob Voerman, t/m 28 mei 2005

Upstream Gallery , Kromme Waal 11, Amsterdam, wo t/m za 12–18, 1ste zo v/d maand 14–17 en op afspraak