Spookstad vol parasietkunst

Sandra Smets

Er is al een stevig woordje over gesproken en geschreven: de Utrechtse woonwijk Leidsche Rijn. De Noorderlingen maar dan maal honderd, het Almere van de 21e eeuw. Een nieuwbouwproject van een formaat dat zijn weerga niet kent in de Nederlandse geschiedenis. Zodra er maar een piepklein percentage van de kosten aan kunst besteed wordt, heb je al een budget waar musea van gaan kwijlen. En inderdaad, SKOR werd gevraagd een flink kunstproject te organiseren. Een belangrijke manifestatie met misschien een pioniersfunctie, want als samenwerkende bouwprojecten in de toekomst groeien en vaker grootschalige kunstprojecten voortbrengen, zal dit zeker van invloed zijn op de Nederlandse beeldende kunst. Samen met mijn man, ook nieuwsgierig, ging ik op een zondagmiddag op weg naar Parasite Paradise. Volgens het persbericht van SKOR een dorp in een stad, gebouwd door kunstenaars.

We stapten uit aan de rand van de Leidsche Rijn. De busmaatschappij was er nog niet aan toe gekomen de route uit te breiden, maar dat bood de kans om deze geruchtmakende wijk eens van dichtbij te zien. Het is deze wijk immers die de basis vormt van ons reisdoel. De wijk oogde als verwacht. Identieke gevelrijen weerspiegelen een veralgemeniseerd schoonheidsgevoel, en doen beseffen dat kunst hier een goede rol kan spelen. Maar we lopen straat in, straat uit, zonder enig spoor van kunst te zien. Behalve de versierde dakpannen naast alle deurbellen. Pas als we de wijk uit wandelen, zien we Parasite Paradise liggen, goed afgezonderd, alsof de kunstenaars niet door bewoners gestoord mogen worden. Een stukje niemandsland met enkele opvallende bouwsels, omgeven door een hoog hek en een kassa die er andere openingstijden op na houdt dan aangegeven op de website. Voor zes euro ieder mogen we binnen, naar de zesentwintig kunstwerken.

Tweeëntwintig kunstenaars en architecten zijn uitgenodigd om mobiele en flexibele onderkomens te bouwen voor een levendige gemeenschap. Een plattegrond legt keurig uit wat waar staat, maar toch ben ik gedesoriënteerd. Dus dit is bedoeld als dorp? Inderdaad zie ik allemaal kunstwerken in de vorm van behuizingen. Een prachtige raketvormige bar van Roseboom en Weemen, een ingenieuze wooncabine van Bik van der Pol met uitklapbare wanden die voor een ruimte ontkennende flexibiliteit zorgen. Maar, in een dorp horen mensen te wonen. Waarom is er dan niet één kunstenaar op dit terrein? "Het lijkt wel een festival", zegt mijn man, die de AVL sekscabines herkent die vorig jaar op Lowlands stonden. Nonchalante kampeertroep her en der onderstreept het festivalgevoel, alleen ontbreekt de muziek. Is het dan een broedplaats voor nieuwe ideeën? Sommige van de ruimtes blijken inderdaad te zijn bedoeld voor ideevorming. Nuttig wellicht, alleen kan de bezoeker er niets van terug vinden op het terrein: van mogelijke discussies of stellingen is geen documentair verslag te vinden. Enkel de kunstwerken, die al eerder en voor andere gelegenheden gebouwd waren.

Maar wat is het dan? Het antwoord is simpel: een klassieke beeldententoonstelling. Ondanks een ‘ontregelend' bedoeld concept is het een ordentelijke, statische tentoonstelling. Zelfs bij de ballontent vol speelgoed prijken de terugkerende bordjes met verboden aan te raken, te roken, met schoenen te betreden, verboden voor meer dan twee personen of kinderen onder de zeven, enzovoorts. Een strenge en misplaatste museumtuin, die parasiteert op zijn omgeving. Alleen laat een echte parasiet zich niet zo'n regie opleggen, die kiest zelf zijn weg. En al klinkt het thema over wonen alsof het aansluit op zijn omgeving, geen van de kunstenaars heeft zich in de Leidsche Rijn verdiept. Sterker nog, het hele kunstproject lijkt zich tegen de Vinexbewoners te keren. ‘Ga weg nu het nog kan!' roepen de kunstwerken eigenlijk, ‘Verlaat je Vinexhuis en doe als wij, lekker vrijgevochten kamperend en antiburgerlijk rondrijdend in huizen op wieltjes!'. Even ben ik blij voor de Vinexbewoners dat het terrein zo ver van hun vandaan ligt.

Nadat ik met moeite een persmap heb gekregen ("Tubelight? Nooit van gehoord.") en mijn man de vereenzaamde varkens in de AVL-ville vrijstaatkunst heeft bijgevoederd, vertrekken we. Bij het verlaten van de tentoonstelling passeren we de kassa – ook mobiele zwerfarchitectuur. Maar daarvoor heeft de organisatie, net als voor de wc's op het terrein, toch voor de zekerheid maar de onartistieke bedrijven Portakabin en Sanirent ingehuurd. En zo werd het kunstconcept toch nog op eigen terrein verslagen.

PARASITE PARADISE, tm 28 sep

Leidsche Rijn, Verlengde Vleutenseweg 32, Utrecht, t 0900 72727483, open di tm do en zo 13-19 uur, vr-za 13-22 uur