Schilderen in vier dimensies

Bert Mebius

Abstracte schilderkunst en De Appel, dat is een ongewone combinatie. Maar de Duitse kunstenaar Katharina Grosse (Freiburg,1961) die met de tentoonstelling Holey Residue tweevolle verdiepingen van De Appel vult, is dan ook geen gewoon soort abstracte schilder. Een deel van Grosses werk bestaat weliswaar uit traditioneel in het atelier gemaakte doeken met lijnpatronen, cirkels of contourloze nevels, maar bekend werd zede afgelopen jaren vooral met installatieachtige schilderingen op muren, plafonds en vloeren van galerieën, kunstinstellingenen openbare ruimtes: amorfe velden en strepen kleur uit spuitbusen spuitpistool die doen denken aan schimmelwoekeringen, aan flarden noorderlicht, aan fenomenen in de verre ruimte als supernova’s en sterrenstelsels-in-ontwikkeling. Echt opmerkelijk werd het toen ze objecten in die ruimtes vrolijk ging meebesprayen:kleren, haar eigen bed, boekenkasten (compleet met boeken), bouwmaterialen, hopen aarde en zelfs haar eigen schilderijen.

Nu in De Appel – haar eerste solotentoonstelling in Nederland– bespuit Grosse naast de muren, plafonds en vloeren tevens platen piepschuim, kubussen van spaanplaat, schilderijen met cirkelvormen en rasterpatronen, en, grond. Nieuw is dat de bezoeker in delen van de installatie gedwongen is over grond enverf heen te lopen. Daarmee wordt slijtage – dus tijd – integraal onderdeel van het werk, vervalt de scheiding tussen kunstwerk en publiek en wordt in zekere zin de installatie deel van de dagelijkse werkelijkheid. Je kunt Grosse niet meer simpel een abstracte schilder noemen, wat ze maakt is inmiddels evenzeer sculptuur, installatie, environment. Bovenal is haar verleidelijke en intelligente werk voor de bezoeker een prachtige belevenis.

Holey Residue beslaat zes ruimtes (of vijf, of zeven, het hangt er van af hoe je telt en wat je meerekent) en je kunt ze bekijken als zes afzonderlijke werken of zelfs als twaalf: drie zalen beneden, twee installaties, zeven schilderijen boven. Daar komen dan nog twee intrigerende extra’s bij. Om te beginnen de antichambre die leeg is, op zes bouwlampen na waarvan het fellelicht gericht is op de met ondoorzichtig plexiglas bedekte ramen. En ten tweede de kleurige glazen of plexiglazen cirkelvormen onder het daklicht aan de achterzijde van de ruimte. Die liggen op een rooster halverwege de boven- en benedenverdieping en zijn zowel van beneden- als bovenaf te zien. Daardoor dwingen ze in de heldere laatste zaal je blik terug naar de duistere eerst een wijzen ze in die kelderachtige eerste zaal al op de hemelse apotheose in de laatste. Dat maakt duidelijk dat Holey Residue toch bovenal één grote installatie is die alle presentatieruimtes van De Appel omvat.

Daar komt bij dat Holey Residue een duidelijke route heeft waarin sprake is van een ontwikkeling van vorm en idee. Te beschrijven in termen van tegenstellingen als vol-leeg, duister-helder, aards-hemels, uitbundig-beheerst, lichamelijk-cerebraal of als het klassieke dionysisch-apollinisch. De route voert je langs een veelheid aan indrukken, alsof je door een landschap zwerft:beginnend in een duistere, bedompte grot, dan door een oerwoud vol afwisseling van schemer en licht, via een vallei met grillig gevormde varens naar een zonnige, met kleurige grassen begroeide savanne. Vervolgens een berg op, langs rotswand en met korstmos overwoekerde steenformaties, omhoog naarde heldere verte van ijle lucht en kosmische ruimte.

Simpel en eenduidig is Holey Residue overigens niet. Er zijn veel onderlinge verwijzingen tussen de zalen. Schilderijen die je aantreft in de ene zaal blijken bespoten te zijn in een andere,de sjablonen waarmee de witte, onbespoten plekken op vloeren muur (holey residues) gemaakt zijn, blijken de schilderijen te zijn die je elders aantreft. Heel mooi is dat één van de ruimtes door een groot, deels overgespoten schilderij wordt afgesloten,waardoor die ruimte er tegelijk wel en niet bijhoort. Er zijn ook holey residues waarvan de sjabloondoeken die ervoor stonden niet zijn terug te vinden (of waren het toch een paar van die piepschuimplaten?). Daarvan kun je vermoeden dat ze zullen verschijnen in volgende installaties van Grosse, elders in de wereld, net zoals ook in deze installatie doeken worden gebruikt die van elders afkomstig zijn. Dat is spannend. Het is knap dat Grosse je gedachten de wereld in weet te krijgen, de wereld buiten deze installatie die op het eerste gezicht zo in zichzelf besloten leek (zie bovengenoemde ‘twee extra’s’).

Grosses werk roept talrijke stromingen, periodes en collegakunstenaars in herinnering: Abstract Expressionisme, Color Field Painting, graffiti. Maar ook, door Grosses keuze voor het kinderlijke gebaar, bijvoorbeeld Floor van Keulen en Lily van der Stokker. Grosses ‘kinderstijl’ is niet die van de kleuter of de puber, maardie van de pre-figuratieve peuter. Grosses gebaar is ook dat van de landerige, tot vandalisme geneigde adolescent die niks zinvols weet te doen, die zich verveelt, dus ‘maar wat doet’. Maar verveling, die heilige, overvolle leegte van samengebalde grenzeloosheid, is ook precies de grond waaraan alle creativiteit ontspruit. En daarmee schoonheid en avontuur.

HOLEY RESIDUE, Katharina Grosse, t/m 26 maart 2006

De Appel, Nieuwe Spiegelstraat 10, Amsterdam