Mr. Miyagi’s positioning system

Machteld Leij
Rosalie Monod de Froideville

Mr. Miyagi Curating Tomorrow, de curatorenopleiding van Showroom MAMA in Rotterdam, beleeft zijn tweede editie met de expositie Positioning System. De zes jonge curatoren die dit halfjaardurende curatorenprogramma volgden, hebben het zich gemakkelijk gemaakt: ze zijn gaan shoppen bij de eindexamenexposities. Zo komt het dat de curatoren net zo vers zijn als de kunstenaars die ze hebben uitgekozen. De jonge curatorenclub heeft kunst bij elkaar gebracht, die het begrip stellingname of positie in de breedste zin van het woord illustreert. Soms is dat vrij letterlijk: bijvoorbeeld de stickers van Willem Besselink op de vloer van de tentoonstellingsruimte. Ze vormen de weerslag van bewegingen van kunstenaars en curatoren tijdens het inrichten van de expositie. Besselink heeft de bewegingen systematisch op de grond vastgepind en zo een actief netwerkje zichtbaar gemaakt. Maar echt boeiend is dat netwerk niet, want je krijgt als buitenstaander geen inzichten in het reilen en zeilen van exposanten en curatoren. Het blijft aan de oppervlakte hangen.

De video’s van Mouna Al Sohl zijn, net als het werk van Besselink, ook vrij letterlijk. Ze verbeelden een zoektocht naar zichzelf en naar haar kunstenaarsschap. Ze filmt haar voeten, al dwalend door een atelierruimte, al overpeinzend welke kunst ze wil maken. Dit videowerk verzandt in het persoonlijke, het is te navelstaarderig. Dat geldt ook voor het werk van Katharina D. Martin. Haar videoperformances doen vooral denken aan de begindagen van de performance en lijken eerder een stijloefening, dan dat ze een sterke urgentie uitstralen. In het werk Asche veegt ze as heen en weer tot het een wolk is, die haar aan het zicht onttrekt. Dit werk lijkt een verre echo van de langdurige performances van Marina Abramovic uit de jaren zeventig. In het werk Er Tragen, dat zes uur duurt, trekken de kunstenaar en haar partner elk op de vloer uitgestalde setjes kleding aan. Het levert een kleurrijk beeld op, maar daarmee is alles wel gezegd.

Er is een opvallende scheidslijn tussen deze navelstaarderige, in zichzelf gekeerde kunst en het meer analytische, onderzoekende werk zoals van Besselink. Maar met die tweedeling gebeurt vrij weinig in de expositie, de werken staan vooral op zichzelf en communiceren niet met elkaar. Naast Besselink laat ook Pierre Derks zien dat hij systematisch denkt: hij putte uit documenten die hij op internet aantrof in peer-to-peer-netwerken zoals Limewire. Wachtwoorden, vakantiefoto’s en filmpjes verwerkte hij in video’s, foto’s en fotopanorama’s. In MAMA gebruikt hij foto’s van mensen in het zwembad. Zwarte banen lopen erdoorheen, als een schematische plattegrond, precies over de ogen van de mensen die zijn gefotografeerd. De lijnen verbinden de foto’s, maar feitelijk is dat niet nodig: door een collage te maken van soortgelijke beelden is natuurlijk de overeenkomst in één keer duidelijk. Derks toont hoe mensen onderdeel zijn van een wereldwijd informatienetwerk en daarin tegelijkertijd vrij eenvormig zijn. Individualiteit is niet iets vanzelfsprekends. Maar ja, als je op zoek gaat naar overeenkomstige beelden en die samenvoegt, kom je al snel tot de conclusie dat niets origineel of oorspronkelijk is. Je zou ook heel goed al die peer-to-peer-netwerken kunnen gebruiken om op zoek te gaan naar originaliteit. Zo bepaalt Derks zoekopdracht van tevoren al de uitkomst. Hij heeft een interessante bron aangeboord, maar de mogelijkheden daarvan heeft hij nog lang niet uitgeput.

Precies dat overheerst de tentoonstelling: het gevoel dat de mogelijkheden niet zijn benut. Het brede thema van de expo werkt als een oneindig verzamelvat en is daarmee dus onuitgesproken. Veel van de kunst is prematuur, academiekunst die roept om nog wat tijd om te rijpen. Jammer is dat de curatoren niet op zoek zijn gegaan naar kunst die al wat steviger in de schoenen staat. Zo is de tentoonstelling vooral een oefening in curator-zijn. Het zou bijna onmerkbaar moeten zijn dat het hier gaat om de uitkomst van een curatorenopleiding. De kunst mag best sterker uitgesproken zijn en onderlinge verbanden aangaan. Nu gebeurt dat nauwelijks.

Met een tentoonstelling een statement willen maken over een begrip zo vaag en alomvattend als positie, locatie en de samenleving is natuurlijk vragen om moeilijkheden. Misschien kun je beter een essay schrijven, waarin veel meer plaats is voor de onderbouwing van theorieën, dan dat je kunst weer in het keurslijf van de thematiek wil proppen. Maar als je daar toch voor kiest, kies dan ook voor kunst die op zichzelf kan staan en die tegenwicht kan bieden aan de andere kunstwerken. Om los zand te voorkomen.

– – – – – – – – –

REACTIE

In het januari/februari-nummer schreef Machteld Leij een recensie over de tentoonstelling Positioning System in Showroom MAMA, gemaakt door de Mr. Miyagi Curating Tomorrow lichting 2006.

Een belangrijk punt van kritiek van Machteld is dat de Miyagi’s het zich ‘gemakkelijk’ hebben gemaakt door alleen uit Nederlandse en Belgische eindexamenkandidaten 2006 te kiezen. Dit is echter de opdracht die MAMA jaarlijks mee geeft. Enerzijds geeft dit de jonge curatoren genoeg ruimte – er studeren elke zomer volop kunstenaars af aan 1e fase opleidingen. Anderzijds schept het een hanteerbaar kader binnen een beperkt tijds- en budgettair bestek. Daarmee maken we het ze niet ‘gemakkelijk’. Als Miyagi-curator heb je namelijk alleen je eigen intuïtie – en die van je vijf metgezellen – om op te varen, want eindexamenkandidaten hebben nog geen curriculum opgebouwd om enige zekerheid aan te ontlenen. Dat is spannend. Ook zijn veel beginnende kunstenaars nog zoekend naar de juiste maatvoering. Dat als beginnend curator begeleiden én in de hand houden is natuurlijk alles behalve gemakkelijk.

Machteld vindt dat het ‘(..) bijna onmerkbaar (zou) moeten zijn dat het hier om de uitkomst gaat van een curatorenopleiding’. MAMA ziet en communiceert het Mr. Miyagi traject als een Idols race van wanna-be curatoren; dat geeft al aan dat we niet kiezen voor mensen die op veilig spelen. Daarom zie ik er geen enkel probleem in om jaarlijks de proeve van het leertraject dat Mr. Miyagi is aan de openbaarheid prijs te geven en in het curriculum van de organisatie op te nemen. Het kunstenaar- én het curatorschap moet je volgens mij verwerven, je eigen maken, door flink te oefenen en dat behoort bij MAMA mogelijk te zijn.

Over vijf jaar zullen we dan wel zien welke van de kunstenaars en curatoren aan de weg timmeren en hoe. Wie weet, misschien schrijft er wel een voor Tubelight 😉

Nous Faes, directeur MAMA Showroom for Media and Moving Art

Positioning System whereareyou, iamhere, hereweare, t/m 14 januari 2007

SHOWROOM MAMA, Witte de Withstraat 29–31, Rotterdam

Katharina D. Martin