The Hoodie-special #3: Hoeveel lagen heeft een hoodie?

Miriam van Ommeren

Hoe beladen kan een kledingstuk zijn? In Het Nieuwe Instituut staat deze week voor het laatst de hoodie centraal. Ik sprak met Chinouk Filique, design researcher en critical fashion practitioner, over haar onderzoeksproject dat daaraan bijdroeg.

Chinouk Filique studeerde in de zomer van 2019 cum laude af aan ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Binnen de master Fashion Strategy bestudeerde zij het snijvlak van digitale cultuur en mode; twee gebieden waartussen veel kruisbestuiving plaatsvindt. “In de mode wordt veel verwezen naar digitale cultuur en andersom, maar dat is niet altijd even evident. Dat vond ik een interessant gegeven” legt Filique uit.
Voor de tentoonstelling in Het Nieuwe Instituut deed Filique onderzoek naar de sociale context van het kledingstuk. Haar essay ‘Hoe uniseks is de hoodie?’ is op de site van Het Nieuwe Instituut te lezen.

“Ik heb mijn onderzoek in het begin vrij intuïtief aangepakt: ik ben door de stad gaan lopen en heb daarbij een analyse gemaakt van het Rotterdamse retaillandschap. Wat mij daarbij opviel was dat mannen en vrouwen heel verschillend benaderd worden in kledingwinkels, en die uiteenlopende benaderingen kun je direct terugzien in de kleding die wordt aangeboden. Zelfs bij een ogenschijnlijk unisex kledingstuk als de hoodie. Ik ben op een zeker moment gewoon hoodies gaan tellen in verschillende winkels. Hoeveel daarvan werden nadrukkelijk aan mannen aangeboden, en hoeveel aan vrouwen?” Filique dook ook in de eigen kledingkast. “Ik bleek zelf maar liefst 28 hoodies te hebben, waarvan er vier ‘bedoeld’ zijn voor vrouwen.”

Machtsverhoudingen

Hoodies ‘bedoeld’ voor vrouwen? Filique legt uit: “Hoodies voor vrouwen zijn vaak cropped en niet zelden in zachte kleuren uitgevoerd. Vaak hebben ze ook een ‘leuke’ of ‘schattige’ tekst. Je zou kunnen zeggen dat ‘vrouwenhoodies’ zo worden vormgegeven dat ze tegenwicht bieden aan het imago van de hoodie ‒ nonchalant, stoer en casual. Als vrouw moet je nog steeds naar de mannenafdeling voor een ‘normale’, unisex hoodie.”
De tendens om het kledingstuk te neutraliseren zie je ook terug in de styling: een hoodie onder een colbert of trenchcoat, of op een nette pantalon, om het zo als het ware ‘op te schalen’ en aantrekkelijker te maken voor een publiek dat nooit streetwear zou dragen.

Haar onderzoeksmethode beperkte zich niet tot de winkelstraten van Rotterdam; Filique verdiepte zich ook in de social psychology of dress en het werk van Mary Lynn Damhorst. Damhorst, een Amerikaanse onderzoeksprofessor, onderzocht in de jaren 70 en 80 de machtsverhoudingen tussen man en vrouw in relatie tot kleding. 
Filique: “Damhorsts onderzoek beperkte zich vooral tot een witte, vrij conservatieve onderzoeksgroep in een zakelijk omgeving. Zo onderzocht ze wat het dragen van ‘mannelijke kleding’ als een colbert of een tweedelig kostuum voor effect heeft op de vrouw die het draagt. Eén van haar bevindingen was daarbij dat het gros van de informatie die door kleding wordt overgebracht verband hield met competentie, kracht of intelligentie. Veel van de tendensen die Damhorst in haar onderzoeken beschrijft zien we ook terug op straat en in publieke ruimtes.”

‘Outcast status’

Waarom heeft juist de hoodie, in feite niets meer dan een trui met een capuchon, zo’n gelaagd karakter dat er een hele tentoonstelling aan kan worden gewijd? Filique verwijst naar de geschiedenis van het kledingstuk: “De hoodie is in principe workman’s wear, in de jaren 30 ontwikkeld door Champion en van daaruit geëvolueerd tot sportkleding en uiteindelijk tot streetwear. Veel streetwear kent zijn origine in de arbeidersklasse, denk maar aan de spijkerbroek.” 

Wat niet iedereen zal weten is dat het de film Rocky (1976) was die er mede voor zorgde dat de hoodie zich stevig plantte in het straatbeeld en het collectieve bewustzijn. Sylvester Stallone die al luchtboksend de 72 traptreden richting het Philadelphia Museum of Art oprent in de iconische filmscène; dat deed hij in een grijze hoodie.
‘Simultaneously a workingman’s hero, a street thug and a striving athlete, Rocky came to embody the underdog, and his bare-bones workout gear reflected his origins in a tough Italian neighborhood in Philadelphia. While jogging through the predawn landscape, he protected himself from the winter cold with sweatpants, a knit cap and a well-worn gray hooded sweatshirt,’ aldus journalist Denis Wilson in een New York Times column uit 2006. ‘And as Rocky pulled himself out of anonymity, he brought with him what would become a mainstay of American fashion: the hoodie. Today, this humble garment is worn by everyone from infants to grandparents. Yet it still signifies outcast status ‒ so much that it has been banned by some schools and nightclubs. But this is not Rocky’s fault.’

In zijn column beschrijft Wilson vervolgens het slechte imago van de hoodie in de late jaren 70: ‘The sweatshirt hood can work much like a cobra hood, put up to intimidate others. But even more important is its ability to create a shroud of anonymity. This came in handy for at least two types of people operating in hip-hop’s urban breeding ground: graffiti writers and so-called stick-up kids, or muggers. Wearing a hoodie meant you were keeping a low profile, and perhaps up to something illegal.’

Kristallen en kogels

Er kan veel veranderen in een paar decennia. De modewereld is er altijd goed in geweest om bepaalde signalen op te pikken van ‘de straat’ en zich deze toe te eigenen. Wat de hoodie betreft bleek dat in oktober 2019 nog bij de Londense première voor de Netflixfilm The King, toen de 23-jarige hoofdrolspeler Timothée Chalamet op de rode loper verscheen in een hoodie. Deze was losvallend, zwart en uiteraard voorzien van capuchon. Maar ook: bezaaid met ruim 3,000 Swarovski kristallen en 15,000 pailletten en gemaakt door Virgil Abloh, hoofdontwerper voor de mannenlijn van Louis Vuitton èn oprichter van het gewilde streetwear merk Off-White. Een hoodie dragen op de rode loper van een filmpremière; normaliter zou men de wenkbrauwen erbij fronsen. Maar nu betrof het een razend populaire, jonge en ‒ niet onbelangrijk ‒ witte acteur. ‘[A]n unexpected fashion moment’ jubelde het Amerikaanse Vogue.

Zoals Filique in haar essay schrijft: de luxe uitvoering van de hoodie onder de vlag van Louis Vuitton staat in schril contrast met de symbolische betekenis die het kledingstuk in 2012 kreeg. In een gesprek over de politieke context van de hoodie valt de naam Trayvon Martin al snel. De Amerikaanse, zwarte tiener liep in de avond van 26 februari 2012 door de straten van Sanford, Florida, nadat hij bij een 7-Eleven snoep en frisdrank had gekocht. Hij droeg een grijze hoodie, de capuchon over het hoofd getrokken. Een buurtbewoner genaamd George Zimmerman zag Martin lopen en belde de politie om melding te maken van een ‘verdacht persoon’. Nog geen uur later was Martin dood: vermoord door een enkele kogel uit het semiautomatische handwapen van Zimmerman.

Daags na de moord op Martin zei de verslaggever en voormalig talkshowhost Geraldo Rivera op TV: ‘The hoodie is as much responsible for Trayvon Martin’s death as George Zimmerman was.’ Volgens hem deden ouders er goed aan hun kinderen geen hoodies meer te laten dragen. Maar in maart 2012 vond in New York de Million Hoodie March plaats, waarbij honderden mensen bijeenkwamen, in hoodies, om Martin te eren en de arrestatie van Zimmerman te eisen. ‘Before Martin, hoodies have had a mostly positive association in recent years’, schreef journalist Elizabeth Flock de dag erna in een column in Washington Post. ‘They’ve become signifiers of pride, with high school kids wearing their school names or mascots emblazoned across their hooded sweatshirts. […] And they’ve become the modern version of getting “pinned” by a boy; for a high school girl, it means the relationship is serious when a guy gives you his hoodie.’

Het verhaal van Martin komt ook in Het Nieuwe Instituut aan bod. Een exemplaar van de grijze TRAYVON-hoodie is in de tentoonstelling opgenomen. De ondertitel van de tentoonstelling luidt dan ook: Who enjoys the right to wear one without challenge? 
Natuurlijk heeft niet iedereen dezelfde connotaties bij een kledingstuk, dat geldt ook voor de hoodie. Maar, zo legt Filique uit, als je een kledingstuk uit het straatbeeld haalt en in een kunstinstituut plaatst, dan worden de verschillende contexten ervan extra zichtbaar. Die verschillen kun je uitvergroten, waardoor het publiek zich ervan bewust wordt.

Foto door Maria Gil Mendoza

Frankenstein

Filique selecteerde uit haar eigen omvangrijke collectie van hoodies vijf exemplaren die ze uit elkaar haalde. Ze kroop vervolgens achter de naaimachine en maakte een nieuwe hoodie met de losse elementen. “Tijdens dit proces werd me nogmaals duidelijk hoe persoonlijk de interpretatie van een hoodie kan zijn. Eén van mijn uitgangspunten was bijvoorbeeld dat ik dit exemplaar niet ‘te vrouwelijk’ wilde maken, maar waarom eigenlijk? En wat zou een hoodie dan vrouwelijk maken in mijn beleving?”
Haar Frankenstein-hoodie heeft twee capuchons. Eén is gemaakt van een zacht breisel, afkomstig van een echte ‘hoodie voor vrouwen’, van het merk Zara. De andere is afkomstig van een meer klassieke hoodie van stevig jersey. “Deze twee capuchons stralen beide iets heel anders uit, dus ik was benieuwd wat er zou gebeuren als ik ze samen zou verwerken in één kledingstuk. De stevige jersey hood gaf me de bescherming die ik nodig had tegen wind en regen. Maar ik merkte dat ik de zachte, ‘nette’, capuchon over de andere heen trok als ware het een soort camouflage; toen ik ermee een bankkantoor binnenstapte deed ik de capuchon weliswaar af, maar zorgde ik er toch voor dat de ‘nette, zachte’ stof van buitenaf zichtbaar was. Ik was me door de twee contrasterende stijlen nog meer dan anders bewust van het dragen van een capuchon.”

Slonzig

Het verschil tussen dat wat de drager voelt en wat naar de buitenwereld toe wordt uitgestraald kan bij de hoodie enorm groot zijn. “Ik heb veel ‘s nachts gewerkt in clubs; als ik na mijn dienst naar huis liep zorgde ik dat ik een hoodie aan had en trok ik de capuchon ervan over mijn hoofd. Dat voelde voor mij als een veiligheidsmaatregel, als het ware ‘neutraliseerde’ ik daar mijn lichaam mee. Maar als ik een winkel binnenstap met een capuchon op, dan voelen anderen zich daar soms juist onveilig door.” Ook binnenshuis kan dat contrast groot zijn, zo ervoor Filique. In een gesprek met haar ouders bleek bijvoorbeeld dat zij het dragen van een hoodie interpreteerden als slonzig. “Alsof ik geen zin had om mijn best te doen die dag”, lacht ze.
In haar essay schrijft Filique vervolgens: ‘Een vrouw in een hoodie wordt mogelijk niet aan dezelfde vooroordelen onderworpen die mannen ervaren (criminaliteit bijvoorbeeld), zij wordt echter beticht van andere dingen. Die oordelen zijn geworteld in het idee wat zij zou moeten doen om er ‘vrouwelijk’ uit te zien. Op het moment dat een vrouw een hoodie draagt die niet voldoet aan de criteria van haar gender, kan haar voorkomen als onverzorgd, lui of jongensachtig worden bestempeld.’

Onderzocht werd ook of er publieke ruimtes zijn waarin het dragen van een hoodie niet alleen met gefronste wenkbrauwen wordt bekeken, maar ook nadrukkelijk verboden. Zo is er de ongeschreven regel dat je in coffeeshops je capuchon niet ophoudt, omdat je goed identificeerbaar moet zijn. ‘Iedereen’ weet dat, maar het blijft een ongeschreven regel. De HEMA daarentegen heeft deze regel nadrukkelijk op zijn website staan. Bij Holland Casino is de hoodie helemaal in de ban gedaan (evenals slippers en ‘kledingstukken met aanstootgevende teksten’).

Reconstructie

Is de hoodie werkelijk ‘het laatste politieke kledingstuk’, zoals de tentoonstelling in Het Nieuwe Instituut beweert? Volgens Filique is dat niet te voorspellen, maar is de hoodie momenteel wel het meest relevante politiek beladen kledingstuk. “De connotatie die je aan de hoodie geeft is natuurlijk sterk afhankelijk van je eigen associaties en ervaringen. Dat was bijvoorbeeld heel duidelijk bij mijn ouders, die een hoodie zien als slonzig en wellicht een beetje afschrikwekkend. Maar wat mijn onderzoek èn de tentoonstelling laten zien: er is niet één hoodie.”

In plaats van zich te concentreren op ‘deconstructing the hoodie’ lag de focus voor Filique op ‘reconstructing’, zowel in letterlijke als figuurlijke zin. “De vraag was welke onderdelen ik daarbij belangrijk vond, en van welke ik afwilde. Welke associaties en betekenissen ik wilde behouden, en welke niet. Je kan een hoodie immers makkelijk uit elkaar halen, maar hoe zet je ‘m, vooral figuurlijk, weer in elkaar?”

Chinouk Filique’s doorlopende onderzoeksproject ‘The fashion systems’ (algo)rhythmic gaze’ is online te zien: https://www.algorithmicgaze.online