Het schilderij als filter. Het zijn spieramen met vliesdunne of breedbanige schermen van gevlochten linnen, die als ondergrond dienen voor conceptuele, transparante architectonische ruimten. Dit zijn de geesteskabinetten van tekenaar en schilder Henri Jacobs (1957, Zandoerle). Henri Jacobs maakt tekeningen en schilderijen van transparante architectonische ruimten. Je ziet uit rasterpatronen samengestelde kabinetten, geperforeerde wanden, betegelde vloeren, openstaande vensters en deuren. Het schilderij als illusoir venster op de wereld is verruild voor een reflectief, meer in zichzelf gekeerd beeld van het schilderij, dat een autonoom scherm geworden is.
In 1996 verraste Jacobs het publiek met zijn installatie in één van de wolkabinetten van De Pont tijdens de tentoonstelling De Muze als Motor. Te zien was een monumentale vertaling van zijn geschilderde en getekende kabinetten en kamers, je waande je als het ware in één van zijn gelaagde rasterkabinetten, zoals Salle Perforée. De voor de wanden en in de deuropening geplaatste monochrome panelen met alle een in lijnperspectief gevlochten structuur, werkten als een geheimzinnige voile. Wie de ruimte wilde betreden, kwam door de achterkant van het schilderij, een gevlochten deur van onbeschilderd canvas, naar binnen. Diezelfde deur zorgde binnen in het kabinet voor een lumineus gefilterd licht.
Het schilderij is bij Jacobs een semi-permeabel doek dat varieert van een vliesdun web, zoals in Vehicle (1993) of in Le Sommeil (1995), tot de grofmazige vlechtwerken van brede repen linnen zoals in zijn nieuwe werken, die hij onlangs onder de titel Zeven, filters en trechters liet zien bij Galerie Paul Andriesse in Amsterdam. De werken vielen op door hun abstractie en eenvoud. Nog meer dan voorheen is de blik van de schilder gericht op wat er zich onder de verfhuid en achter het canvas bevindt. De beelden zijn abstracter en gedetaileerder, het lijken vergrote close-ups van elementen uit eerdere kabinetten. Alles wat voorheen het beeld bepaald heeft maar nu, zo lijkt het, afleidt: figuratie, objecten, tekst en woorden, heeft hij weggelaten en verruild voor het abstracte beeld van in elkaar gevlochten repen canvas, de daarop aangebrachte verf en de achter deze filter van verfhuid en canvas liggende ruimte.
De finesse van de verfhuid, die soms de uitstraling heeft van een glad polyester vlies, wedijvert met de grove structuur van canvas en houten spieramen. Door de mazen van het gevlochten schilderdoek zie je de anders verborgen realiteit van spielatten en de ruimte tussen schilderij en wand. Dit gelaagde beeld ondervraagt op elk niveau de realiteit van: beeld en beeltenis, van ruimte en vlak en van verf, doek en spieraam. Elk werk geeft nieuwe inzichten, levert nieuwe antwoorden op en geeft weer aanleiding voor verdere ondervraging. Het schilderij als zeef, filter of trechter. In Zeven, filters en trechters ontleed Henri Jacobs het schilderij tot zijn essentie: een absorberend doek in de vorm van een in lijnperspectief gevlochten filter dat als een trechter de blik van de kijker concentreert op het onderhuidse.
ZEVEN, FILTERS EN TRECHTERS was tot en met 4 maart te zien bij Galerie Paul Andriesse, in Amsterdam