RijksakademieOpen 2012: Céline Berger

Emmy Rijstenbil
Céline Berger, WE DO APPEAR TO BE STRUCTURED (2012) (Foto: Willem Vermaase)

Wie niet goed oplet loopt er zo aan voorbij: het atelier van de Franse Céline Berger (1973). Op het eerste gezicht spreekt niets in deze ruimte de taal van een kunstenaarsruimte of presentatie. Er staat een grote, brede vergadertafel met tien bureaustoelen. Zwarte kunststofstoelen van Ahrend, ooit ontworpen door een bekende Nederlandse ontwerper. Je komt ze ook verder in het gebouw tegen, zoals ze wel vaker te vinden zijn op plekken waar een veelheid aan bureaustoelen nodig is, zoals kantoorgebouwen en andere bedrijfsruimtes. Op de vergadertafel staat een bos bloemen, veel verschillende bloemen, maar samen een boeket. Het is er schoon, en strak ingericht. Geen kunstenaarsruimte, dit. Deze plek spreekt corporate language. Althans, dat lijkt het te spreken.

Het is natuurlijk niet voor niets dat je er toch naar binnen loopt. Oké, er hangt een bordje aan de deur (“N49. Celine Berger”), maar de echte binnenlokkers zijn vooral kleine dingen die de taal van de bedrijfsruimte tegenspreken. Zo ligt er midden op de vergadertafel een rond en eindeloos lint van porselein met een tekst erop. Aan de muur hangen zwarte A4-vellen met kreten, en uit kleine luidsprekers klinkt het geluid van een schrijvende stift, soms aangevuld met menselijke stemmen. Mensen in een brainstormsessie, die het startpunt blijkt van een workshop over de risico’s van samenwerking tussen kunstenaars en  bedrijven. Af en toe een aanwijzing van de workshopleider of een opmerking van iemand. En of je koffie of thee wilt, of een sapje?

De processen in het bedrijfsleven, daar houdt Céline Berger zich mee bezig tijdens deze RijksakademieOpen. Niet geheel toevallig: Berger werkte twaalf jaar als ingenieur in het bedrijfsleven en richt zich pas sinds 2009 op haar kunstenaarschap. Als geen ander weet ze de blik van bezoekers te richten op dit voor de kunsten ongebruikelijke onderwerp. Door het uiterlijk van de ruimte kijk je voor het eerst echt naar iets waarin je je waarschijnlijk al duizend keer hebt begeven.

Je hoort de moderator van de brainstormsessie een zinnetje voorlezen van een van de deelnemers: “We do appear to be structured. I like that.” Tussen neus en lippen door zegt hij voor aanvang van de sessie de tafel naar het midden te hebben verplaatst, want die stond ietsje naar rechts. Aan de muur met zwarte A4-vellen staan de kreten “Unwritten knowledge”, “Too much focus on end result”, “Follow procedures vs. critical thinking” en “Fear of unknown”. Ze lijken uit de brainstormsessie te komen. Bij sommige kreten zijn ronde stickertjes geplakt, als om aan te geven dat deze kreet meerdere malen is genoemd. Je ziet de deelnemers al voor je, met post-its naar een bord lopend om hun woord, zin of idee ergens op dat bord een plek te geven. Sommige zwarte vellen zijn leeg gebleven.

Processen. In het bedrijfsleven worden ze in communiceerbare vormen gegoten, om er vervolgens mee aan de slag te gaan en resultaten te boeken. Céline Berger laat de resultaten voor wat ze zijn en focust op de vormgegeven processen zelf. Dat werkt. Het is heel interessant om te bedenken dat die processen waarschijnlijk al in onszelf aanwezig zijn, en als een pakketje liggen te wachten tot we ze aanspreken. Maar je vraagt je ook af hoe we weten of die systemen werken, en waar ze eigenlijk toe leiden. De mission statement-achtige tekst op het porseleinen lint op de vergadertafel krijgt in dit licht iets angstaanjagends: “We continually exceed our customers’ increasing expectations”. Geschreven op dit oneindige ronde lint klinkt het als een niet te stoppen op hol geslagen trein. Waarheen die trein rijdt lijkt niet eens erg relevant.

We do appear to be structured indeed. Hopelijk vindt deze focus op processen ook zijn weg naar het bedrijfsleven. Want als we echt begrijpen hoe wij werken, kunnen we de processen verbeteren. Echte innovatie laten plaatsvinden, met behulp van kunstenaars. Er is een glansrijke toekomst voor de kunsten weggelegd in het bedrijfsleven – in ieder geval voor Céline Berger. Dan zou ze daar niet als ingenieur moeten terugkeren, maar geheel vernieuwd als kunstenaar. Wie weet waar dat toe leidt.

Céline Berger, WE DO APPEAR TO BE STRUCTURED (2012) (Foto: Willem Vermaase)