RijksakademieOPEN 2011: Roderick Hietbrink

Emmy Rijstenbil
Roderick Hietbrink, THE LIVING ROOM (2011)

Een typische doorzonwoning op een rustige zomerse dag. Het weer maakt de naam van de woning waar. In de doorzonwoning een tot in de details uitgewerkt interieur vol huislijke objecten. Niets springt er echt uit, maar tegelijkertijd lijkt niets zomaar aanwezig te zijn. Stilletjes focust de camera in op delen van het interieur en je aandacht wordt gevestigd op iets heel alledaags, daarna op iets anders alledaags. De zon schijnt, er klinkt een piepend geluid. Dan komt er traag een boom het huis in. Horizontaal, wortels eerst. Zie hier het begin van het videowerk The Living Room (2011).

Roderick Hietbrink (1975) presenteert verschillende werken tijdens de open ateliers van de Rijksakademie. Zijn onderwerpen en technieken lopen uiteen, maar de vervreemding komt in al het werk terug. Zo toont het videowerk My father’s nature (2011) een verzamelaar van opgezette dieren, die hen zo dood als een pier ergens in een bos uitzet.

Elders is een ruimte gevuld met verwijzingen naar harlekijnen. De tekst bij het werk spreekt over een droom waarin een jongen naar huis fietst en ontdekt dat er iets niet klopt: iedereen heeft huis en haard verlaten en in het huis wonen nu vijf harlekijnen. Een projectie toont een harlekijn die steeds de trap op loopt maar de bovenste trede nooit haalt, omdat hij voor hij boven is weer springt naar de onderste trede. In een hoek leunt een levensgrote blauwe ruit uit het harlekijnenpak tegen de muur.

Het zijn vervreemdende werken waar je zonder veel weerstand deel van uit gaat maken. Door de helderheid van het werk accepteer je ongemerkt dat je afstand hebt genomen van je normale situatie. Door de drie werken zo tentoon te stellen lijken woorden als ‘(t)huis’ en ‘natuur’ veel ongrijpbaarder dan je voor ogen had. In ieder geval hebben ze een vreemde relatie ten opzichte van elkaar, getuige het werk The Living Room waar boom en doorzonwoning elkaar ontmoeten.

De boom komt horizontaal langzaam het huis binnen om het aan de achterzijde weer te verlaten. Onderweg verdrukt hij meubilair en sleurt lampen en kleinere objecten mee. Maar ook de boom zelf moet er aan geloven en takken laten breken. Het trage en rustige beeld van deze onontkoombare beweging doet bijna nachtmerrieachtig aan. Bijna, want het absurde ervan maakt het ook weer luchtiger, eerder een verontrustende droom. Je moet lachen, maar tegelijkertijd merk je dat dat niet helemaal past. Het is namelijk hoe dan ook gewelddadig.

Wanneer je de expositieruimtes van Hietbrink verlaat, ontwaak je uit de  droom en ben je weer gewoon in de Rijksakademie. De smalle gangen zijn vol bezoekers die allemaal hun best doen om zo veel mogelijk van de 65 expositieruimtes te bezoeken nu het nog kan. De dreigende sluiting wegens bezuinigingen ligt namelijk als een verwoestende boom te wachten om een onontkoombaar spoor van vernieling door het instituut te slepen. Lijkt  die vervreemdende, verontrustende droom toch werkelijkheid te zijn…

Roderick Hietbrink, MY FATHERS NATURE (2011)
Roderick Hietbrink, HARLEQUIN LEANING FIGURE (2011)
Roderick Hietbrink, THE LIVING ROOM (2011)