redactioneel #119

Miriam van Ommeren

“Voor de duidelijkheid, als ik het over een overtuiging heb, dan bedoel ik iets wat je ook daadwerkelijk zou doen.” zo schrijft Sjoerd Westbroek in zijn bijdrage aan dit nummer. “Een overtuiging wordt zichtbaar in een handeling.”

In het vorige nummer van Tubelight, dat in september 2021 verscheen, draaide de inhoud rond het thema ‘aarzeling’: weifelen, twijfelen, het niet weten. Onzeker zijn, of toch vooral besluiteloos. De onzekerheid over de definitie ervan die uit sommige bijdragen bleek, was een interessante meta-consequentie.

Maar na de aarzeling volgt – vanzelfsprekend, zou ik willen zeggen – de overtuiging. Er wordt niet meer geweifeld, er wordt gehándeld. Tubelight #119 geeft dit thema verschillende gezichten. Onze open call voorafgaand aan dit nummer werd vergezeld door de beroemde foto van Yves Kleins performance Le saut dans le vide (1960), waarin de kunstenaar zich volledig overgaf aan de zwaartekracht. Een sprong in het diepe, letterlijk, met de armen gespreid, face first. De aarzeling die Klein mogelijk heeft gevoeld voor (of na, of tijdens) zijn overgave aan de void lijkt nergens te bekennen: de foto toont een en al convictie. 

In haar bijdrage schetst Liska Brams hoe Bas Jan Ader tien jaar later in feite hetzelfde deed. Een fietstocht over een Amsterdamse brug, bos bloemen in de hand, eindigde doelbewust in een gracht, en met waarschijnlijk evenveel overtuiging gumde hij zijn tekeningen de vergetelheid in.   Dit doelbewust laten verdwijnen van betekenis staat in mooi contrast met de bijdrage van Ischa Havens over de Myanmarese kunstenaar Richie Nath. In zijn werk draait het om het uitdragen van queerness door traditionele narratieven juist nieuwe betekenis te geven. Overtuiging uitdragen door symboliek naar je hand te zetten. Deze Tubelight gewijd aan overtuiging ontstond in een jaar waarin veel verschillende, vaak haaks op elkaar staande, overtuigingen ons om de oren vlogen: politieke, wetenschappelijke en soms simpelweg door YouTube gevoedde convicties. Eén van de meer recente maatschappelijke ontwikkelingen (waarbij zwaartekracht ook een grote rol speelt) is het ‘ontmantelen’ – in de praktijk simpelweg omvertrekken – van (stand)beelden die waardering uiten aan de westerse geschiedenis van imperialisme, kolonialisme en slavenhandel. Geen nieuw fenomeen, wel één die helemaal terug van weggeweest is en hopelijk nog even blijft. Diepe overtuiging omgezet in een politieke daad.

Een sprong, een duw. Een resolute veeg met een gum. Overtuiging omgezet in een handeling. Een handeling, om Westbroek nogmaals te citeren “omdat deze impliceert dat je het op dat moment goed acht om op die manier te handelen. En op de horizon van dat moment gloort de belofte dat je, in dat wat je teweegbrengt, jezelf vindt.”