Punk, robotica en banaliteit

Niels Bekkema
Guy Bar Amotz, Left: Facebook Right: Idiots. Talking paintings. Foto: Jeroen Laven

The Dickheads was een punkband die tussen 1976 en 1980 naam maakte met verschillende optredens in de San Fransisco Bay Area. Deze band vormt het uitgangspunt voor The Dickheads – In Control, een solo presentatie van de Israëlische kunstenaar Guy Bar Amotz in Rib. Het blijkt een uitdaging om deze veelzijdige presentatie – die het midden houdt tussen een underground concert, een installatie en een bizar poppentheater – te duiden.

Bij binnenkomst vallen vier werken aan de rechtermuur op. Elk werk bestaat uit drie over elkaar heen hangende tekeningen op papier. De vellen zijn met nylondraden verbonden aan elektromotoren, geïnstalleerd onder de tekeningen. Deze zorgen ervoor dat de tekeningen hakkelig over elkaar heen schommelen, waardoor delen van de tekening soms zichtbaar zijn, dan weer worden bedekt door een ander vel papier. Op de vellen is een krasserige brij van groen, zwart, geel en blauw Wasco te zien. In deze wirwar zijn woorden te herkennen die verwijzen naar popcultuur en massaconsumptie zoals McDonalds, Lion, Sabotage. Ik probeer meer begrippen te ontwaren, maar veel blijft verborgen in de brij.

Achterin de ruimte hangen onder gekleurde spotlights The Dickheads: drie ‘performing and talking robotic sculptures’, zoals ze worden omschreven in de tentoonstellingstekst van Rib. Van metalen strips, ijslollystokjes, elektronische componenten en knipperende lichten heeft Bar Amotz skeletten gemaakt, waarop hij in ongebakken klei onderdelen van het gezicht heeft bevestigd. Een kin, ogen, wenkbrauwen, en jukbeenderen zijn duidelijk te herkennen. De vorm van het voorhoofd doet denken aan een penis. De monden, die mechanisch openen en sluiten, animeren verschillende punksongs.

Tussen de punksongs houden The Dickheads monologen over onder andere de etymologie van het woord robot, gedachten over besnijdenis, Joodse tradities en pop cultuur. Op een gegeven moment spreekt een van de robots: ‘[we are] an instrument to overcome responsibility’. Uit de perstekst van Rib blijkt dat de modem die de installatie met het internet verbindt door iedereen met verstand van computers op afstand gehackt en overgenomen kan worden.

In hoeverre dit daadwerkelijk is gebeurd wordt niet duidelijk uit de presentatie, maar dat is niet erg. De crux zit hem juist in het feit dat Bar Amotz de mogelijkheid van overname toont aan het publiek. Hij offert deels de controle over wat The Dickheads zingen en zeggen op, maar eigent zich tegelijkertijd onvoorspelbaarheid en willekeur toe. De installatie gaat zo een eigen leven leiden, onafhankelijk van Bar Amotz.

De performance wordt versterkt door twee luidsprekers van zo’n vijftig centimeter hoog, opgesteld onder The Dickheads. Kenmerkend zijn de ronde organische vormen en het glanzende plastic waarvan ze zijn gemaakt. Een van deze luidsprekerkasten lijkt over te lopen in een ruggengraat. Ze zijn onderdeel van Mochileros, een serie luidsprekers in rugzakvorm. Het werk refereert aan de Zuid-Amerikaanse term voor backpackers uit de Verenigde Staten en West-Europa. Wanneer ik later op de dag de website van Bar Amotz bestudeer blijken veel van zijn werken over identiteit te gaan. Zowel Mochileros als The Dickheads worden gedragen als verlengstukken van het lichaam tijdens verschillende performances.

Links naast The Dickheads zijn nog twee werken aan de muur gepresenteerd. T-shirt ForSsale bestaat uit kledinghangers met drie zwarte t-shirts waarop zowel de naam The Dickheads als een merknaam – zoals Honda, Freebook en Apple – is gedrukt. Erachter hangen vijf werken in vleesachtige kleuren op A1-formaat die samen Excerpt from the Storyboard vormen. Ook op deze werken zijn begrippen en woorden prominent aanwezig.

In tegenstelling tot de complexe vragen die Bar Amotz met The Dickheads aansnijdt, stellen T-shirt For Sale en Excerpt from the Storyboard teleur. Het lijken rekwisieten, niet meer dan merchandise zoals die verkocht wordt bij een concert. Hiermee wordt wellicht gerefereerd aan de veelzijdigheid van de punkscène als subcultuur met een eigen kleding-, dans- en haarstijl. Maar dit is niet wat de punkscène uniek maakte, het ging juist over het verliezen van identiteit door jezelf over te geven aan een overvloed van energie, geluid en beweging.

Binnen de ruwe, eigenzinnige beeldtaal geeft Bar Amotz het publiek de ruimte om zelf inhoud te geven aan het werk. Hiermee wordt zijn identiteit als maker naar achteren geschoven. Daarmee neemt hij als kunstenaar een bewonderenswaardige positie in. Tegelijkertijd voelt het werk ambigue: dat The Dickheads penissen als voorhoofd hebben is heel banaal, en maakt de vragen over makerschap, traditie en eigendom haast bijkomstig. Een pratende penis is inderdaad een dickhead, en dit laat weinig over aan de verbeelding.

Niels Bekkema is kunstenaar, hij studeerde aan het Piet Zwart Instituut en werkt in Rotterdam.