Commitment op het grondgebied van de humanist Erasmus

Daphne Pappers

Gesubsidieerde kunst mag weer. Je mag er weer openlijk trots op zijn als je een beurs krijgt van het Fonds BKVB. Hoe anders was de algemeen geldende opinie vijf jaar geleden toen het boek De gijzeling van de beeldende kunst van Riki Simons verscheen. Zij veroorzaakte oproer in de Nederlandse kunstwereld door het subsidiestelsel de schuld te geven van het feit dat we hier niet serieus worden genomen door de internationale kunstmarkt. Bovendien zou de overheid een te grote inhoudelijke vinger in de pap hebben en daardoor elitevorming in de hand werken. Het primaat van subsidiekunst is dus verleden tijd. Net als de samenleving is de kunst alweer veel pluriformer dan een jaar of vijftien geleden. Ook de infrastructuur van kunstenland past zich daaraan aan. Er zijn meer loketten en ingangen naar geld. De rest van de maatschappij doet ook een duit in het zakje, zij het niet collectief of georganiseerd. De fondsendiskette staat er vol mee. De kunstenaar die op zoek is naar de mazen in het net, vindt gelijkgestemde geesten in het bedrijfsleven en in maatschappelijke verbanden die zich inzetten voor milieu of politiek en gaat zo relevante allianties aan met het dagelijks leven. Het ooit vaste patroon dat de jonge kunstenaar voor zich weggelegd zag na de academie, heeft plaatsgemaakt voor een zee aan mogelijkheden: de kunstenaar als cultureel ondernemer, met dank aan Rick van der Ploeg. Of hij het nu heeft aangewakkerd of dat de kunstwereld zich voegt naar zijn subsidievoorwaarden: het werkt. Al een paar jaar neemt het aantal aanvragen bij het Fonds BKVB af. Kunstenaars zoeken draagvlak in de maatschappij en voor het gat in de projectbegroting of voor een basisinkomen doen deze sociaal bewogen kunstenaars een beroep op een van de fondsen. Volkomen legitiem, zou ik nu tegen Riki Simons willen zeggen.

In Las Palmas in Rotterdam toont een van de hoofdrolspelers van het subsidiekunststelsel de vruchten van drie jaar steun aan de Nederlandse beeldende kunst, vormgeving en bouwkunst. Veel van die namen zijn zo bekend dat je het idee krijgt naar een nationaal keurkorps te kijken, geselecteerd door de disciplinegebonden commissies. Diezelfde namen zijn met grote regelmaat in het buitenland te vinden, op de vele biënnales, beurzen, de gastateliers, ook veelal gesteund door Hollands overheidsgeld. De presentatie geeft het gevoel van een promotiestunt van onze trots op eigen grondgebied. Stel dat ze in het buitenland nog Radka Müllerová, For You Radka Müllerová, For You steeds zeggen dat kunst hier in stand wordt gehouden door de overheid: de kunst laat zien ondanks die luxe situatie goed te kunnen presteren.

Het Fonds BKVB pakt uit voor de voorlopers. Een reeks banieren trekt je naar Las Palmas op de Kop van Zuid waar aangeplakte affiches filosofische citaten van de ontwerper Thomas Buxó op je afvuren. De kunstenaar Edwin Janssen, zelf ook ontvanger van een subsidie van het Fonds BKVB, stelde de presentatie samen. Hij hanteerde als rode draad commitment vanwege zijn eigen werk dat hij sinds 1997 met de Schotse kunstenaar Tracy Mackenna maakt. In de catalogus geeft hij toe dat het vaststellen van een thema moeilijk is als je een tentoonstelling met 120 deelnemers organiseert. Getuige van de hachelijkheid van die zaak is dat de namen van de vele niet-geselecteerde kunstenaars, ontwerpers en architecten op de vier zwarte pagina's zich in het geheel niet kenmerken door een gebrek aan commitment.

Dat de kunst midden in het leven staat en niet meer alleen aan de museummuur hangt, blijkt uit de levendigheid in de tentoonstellingsruimte. Het Fonds heeft rijkelijk uit de eigen achterban kunnen putten om ook praktische functies in te vullen die horen bij het organiseren van een tentoonstelling.

De ontvangst is in handen van het duo Orgacom. Deze specialisten in communicatie in organisaties opereren in het bedrijfsleven en maken geregeld uitstapjes in de kunstwereld om hun concepten ook daar toe te passen. Ze laten je kiezen uit 24 badges met typeaanduidingen die de motivatie voor je bezoek aangeven. Door de verschillende kleuren kun je van ver af je soortgenoten scannen. Wie weet wat een wannabee, een student en een geluksvogel elkaar te melden hebben! Het Vrouwenclubje deed het erg goed op de opening. Misschien ook een goed idee voor single parties, Orgacom?

Het Chiko & Toko Project, de kookworkshop, is ingeschakeld om de catering te verzorgen: acht Rotterdamse kinderen bieden prachtige zoetigheden uit de taartjeswinkel op een presenteerblaadje aan. De belofte "You will spend the most sweetest time with us and our home made sweets" is ingelost. Een tafel op kinderhoogte is druk bezet met kids die zich vermaken met de thematische kleurplaten van grafisch trio 75B. Consumeren hoort ook bij het leven, dus De Geuzen, a foundation for multi-visual research, verkopen nu live wat ze ook via internet aan de man brengen: bedrukte T-shirtjes met bijna 200 verschillende geuzennamen voor vrouwen. Ondanks het feit dat het niet om de meest flatteuze erenamen gaat – het is nogal moeilijk kiezen tussen teringwijf en lellebel – werd er gretig gegraaid en gekocht voor 10,- per stuk!

Het tentoonstellingsontwerp is in handen van M2R (Rotterdam). Trouw aan het ruwe karakter van het gebouw zijn de panelen en andere inrichtingselementen navenant. De beeldende kunst is in de meerderheid en binnen die discipline domineren de fotografie en het bewegende beeld. Een greep uit het aanbod: mooie foto's van Anuschka Blommers en Niels Schumm, eerder gepubliceerd in Re-magazine. Van Marjoleine Boonstra enkele bekende ‘liggende' foto's, Desirée Dolron toont werk in een nieuwe, minder verontrustende stijl. Joke Robaards bijdrage wordt gevormd door haar project in Maastricht No hortus is conclusus, dat zij bij Marres in Maastricht maakte. Haar rol als kunstenaar/fotograaf is die van mediator tussen de camera en de groep mensen, die zij portretteert op haar ‘losse' manier. Bert Sissingh laat zich zien in nieuwe archetypische huiselijke situaties met zijn vader, Martine Stig neemt afstand van de kijker, Roy Villevoye registreert momenten op reis waarbij hij de jungle confronteert met onze cultuur en vice versa. Schilderijen moet je met een loep zoeken: Ronald Ophuis, Wouter van Riessen en Michael Tedja schitteren gedrieën als beoefenaars van de moeder der kunsten.

In de categorie film en video is het genieten geblazen bij een juweeltje van Joost Conijn. Zijn Hout Auto (2002) is een film van een onwaarschijnlijke tocht langs dorpen, bergen en weilanden in Oost-Europa. Je ziet hem in de weer met het sprokkelen van hout om zijn houten auto die op hout rijdt van brandstof te voorzien. Hiervoor doet hij een beroep op locals, allemaal lachende mensen die geen cent hebben maar wel alles delen. Een prachtig document van Conijn die al eerder volkomen ingeburgerde technische uitvindingen opnieuw uitvond en daarmee sterke staaltjes droompoëzie neerzet. Deze film is net als werk van Komen & Murphy op Kunstkanaal te zien gedurende de expositieperiode. De onderwerpen van commitment van Conijn en van Komen & Murphy staan zeer ver uiteen. Conijn begeeft zich daar waar het leven materieel aan de basis staat, Komen & Murphy zijn betrokken bij de wederwaardigheden van de door overdaad aan materie verarmde geest. Van Aernout Mik wordt Glutinosity (2001) getoond, wat zoveel betekent als zwaan-kleef-aan, een als sociaal geëngageerd uit te leggen beeld van een reddingsactie in een mensenmassa. Julika Rudelius' eveneens geënsceneerde videowerk rommelt met maatschappelijke vooroordelen en taboes. Op subtiele en ingenieuze wijze laat zij een groep opgeschoten jongens in een treincoupé zeer openlijk zeer laatdunkende uitspraken doen over het andere geslacht. Door het camerastandpunt is het net alsof je bij hen in de coupé zit. Net als in de trein kun je weglopen of blijven zitten, maar in dit geval kun je er niks van zeggen.

Het site specific werk van kunstenaars als Jeanne van Heeswijk, Alicia Framis, Yvonne Dröge Wendel, Renée Kool, Gijs Müller, Hans van Houwelingen en Sjaak Langenberg laat zich niet zo gemakkelijk zien in een tentoonstellingsruimte, of het zijn afgeleiden. Zij ondernemen veelal live ervaringsprojecten in de samenleving en vallen daarmee onder de nieuwste categorie kunst in de openbare ruimte, publieke kunst, naar Ina Boitens boek. Het oprekken van dat begrip zoekt onvermoede grenzen op. Yvonne Dröge Wendel die haar laatste naam dankt aan haar kast waarmee ze in 1992 in het huwelijk trad, toont in Las Palmas haar Black Ball (2000). Op verzoek organiseert zij een eenmalige avondwandeling met de vilten bal met een diameter van 3 meter 50. Van Heeswijk draagt met haar project De Strip bij aan het leefklimaat van een probleemwijk in Vlaardingen. Een voormalige winkelstrip wordt omgevormd tot culturele zone met bijdragen van kunstenaars en wijkbewoners. Vanaf 23 mei is het project te bezoeken.

Met design en commitment ligt het anders, aldus curator Janssen. Terwijl beeldend kunstenaars commitment vrijelijk en op individueel of sociaal niveau projecteren, brengen designers vanuit een al dan niet zelf gecreëerde opdrachtsituatie verbindingen met de buitenwereld tot stand. Capsters, de sporthoofddoekjes (1999) van Cindy van den Bremen, zijn ontworpen voor moslimmeisjes, zodat ze mee kunnen doen aan sportactiviteiten, maar zijn door de eigentijdse vormgeving ook aantrekkelijk gewoon als middel tegen de kou. Werk van grote designersnamen die in het buitenland sier maken, figureert verzameld in Las Palmas: de sieraden van Dinie Besems, de couture van Niels Klavers, de stoffen van Claudy Jongstra, de prachtig subtiel aan elkaar geborduurde borden en tafellakens van Hella Jongerius, de tegelkeuken van Droog Design.

Het commitment van architecten zit hem in hun spilpositie, een kruispunt van betrokkenen zoals projectontwikkelaars, gemeentes, stedenbouwers etc, zonder wie ze überhaupt niet zouden kunnen werken. In Las Palmas is een indrukwekkend pakket aan (voorgestelde) woon- of recreatievormen te zien. Bik van der Pol stelde in Museum De Paviljoens in het immer groeiende Almere een geabstraheerde woning ten toon waarin bezoekers de inrichting vrijelijk konden aanpassen. Next Architects maakte in opdracht van Droog Design een schuttingenproject, waaronder de Shared Fence, waarbij buren van dezelfde gieter gebruik maken omdat hij in de schutting ingeklemd zit als in een bouwpakket. Winy Maas van MVRDV creëerde Pig City, als spraakmakende oplossing voor de problemen van biovarkensindustrie. Ons land woekert met ruimte. Het Autarkisch Huis mèt tuin van Schie 2.0 biedt een ontsnappingsmogelijkheid aan de heersende eenvormigheid van de Vinexwijken. Ramin Visch ontwierp de bioscoop Het Ketelhuis op het terrein van de Westergasfabriek in Amsterdam, een proeve van bekwaamheid voor de omgang met industrieel erfgoed.

Erasmus' humanisme vindt een eigentijdse vertaling in de beroepsopvatting van de deelnemers van Commitment. Zij kijken reikhalzend om zich heen en formuleren sterke, beeldende antwoorden op hun observaties. Kunstenaars, ontwerpers en architecten anno 2002 trekken zich niets aan van eventueel geneuzel van de kunstpolitiek en dito ambtenaren. Ze maken gebruik van beschikbare middelen om datgene te realiseren dat hen na aan het hart ligt, of maken zélf middelen beschikbaar.

COMMITMENT, EEN KEUZE UIT DRIE JAAR FONDS BKVB, 5 tm 20 mei 2002

Gebouw Las Palmas, Wilhelminakade 66, Rotterdam

www.fondsbkvb.nl