Politiek

Rob Perrée

Er is een pot met geld die verdeeld moet worden. Hoe verdeel je die pot? Dat laat je doen door een commissie van deskundigen onder voorzitterschap van een mislukte politica. Die moest nog een baantje hebben. Dat was haar toegezegd bij haar gedwongen afscheid. Die zich onafhankelijk noemende commissie laat je instrueren (lees indoctrineren) door een jonge, speelse staatssecretaris die met de kunst omgaat alsof het een vriendinnetje is: eerst kijkt hij er verbaasd naar, dan raakt hij opgewonden, vervolgens speelt hij er een tijdje mee, tenslotte schuift hij het verveeld aan de kant. Dan komt de commissie tot een advies. Een deskundig advies. Het kunstvolk mort en gaat de straat op. De staatssecretaris schuift het advies glimlachend door naar de Tweede Kamer. Die beslist immers. Democratie heeft zijn voordelen, vooral bij hete hangijzers. In dat parlement zitten de échte deskundigen. De kleine partijen laten, bij gebrek aan beter, de landbouwwoordvoerder het woord doen, maar de regeringspartijen hebben heuse kunstwoordvoerders. De heer Nicolaï van de VVD is secretaris van de Raad voor Cultuur geweest. Hij beschikt dus over een uitgebreide notulenkennis. Bovendien toont hij zich in het dagelijks parlementsleven een man met smaak. Zijn pakken zijn niet door een erop uitgestuurde echtgenote gekocht, hij koopt ze zelf in de P.C. Over zijn goede smaak valt niet te twisten. De heer Dittrich van D66 deelt het bed met een kunstenaar, dus die weet hoe het voelt om kunstenaar te zijn. Bovendien heeft hij verstand van alles waar de televisie en de radio behoefte aan heeft. Hij is het politieke testbeeld van de Nederlandse televisie. Wakker worden zonder zijn zalvende stem op Radio 1 is als wakker worden zonder zwarte koffie.

Mevrouw Belinfante van de PVDA heeft echt verstand van kunst, dus die mag niks zeggen, want haar mening zou die van de speelse staatssecretaris -ook PVDA- wel eens in de schaduw kunnen stellen. Het parlement speelt boos en verontwaardigd. We mochten eens denken dat een kamerlid van de straat is. Hij mag dan geen verstand hebben van kunst en cultuur, een cultuurbarbaar is hij zeker niet. Het gevolg? De Tweede Kamer rammelt een beetje met de geldpot. Hier wat meer, daar wat minder. Het resultaat. Meer van hetzelfde. Het kunstvolk is moe van het morren en geeft zich over.

Nu, een paar maanden later, opeens een uitspraak van meneer Melkert. Ad is het slimste jongetje van de PVDA-klas. Een kleurloos rood jongetje met de allure van een tegen zijn pensioen aan zittende boekhouder. De beoogd opvolger van vadertje Kok. Als ik niet wist dat hij een Feyenoord-fan was, zou ik moeten concluderen dat alles menselijks hem vreemd was. Hij vond het uiteindelijk toch erg onbevredigend gegaan allemaal. Hoe verzint hij het. Hij heeft een beter idee. De grote politiek zet voortaan alleen de grote lijnen uit en laat de uiteindelijke beslissingen over aan de lagere overheden. Een geweldig idee. Dus die zich discjockey noemende schreeuwlelijk van Leefbaar Utrecht bepaalt nu hoeveel het Centraal Museum krijgt, het voortbestaan van Lokaal 01 in Breda is afhankelijk van die nijvere bakker die sinds gister het middenstandsbelang behartigt namens Leefbaar Breda, Het Domein in Sittard moet zich waarmaken tegenover een notoire huizenmelker van Leefbaar Sittard, etc. Nee, Ad Melkert kun je om een boodschap sturen. Ik ga nog hevig verlangen naar die ijdele Nicolaï, die mediageile Ditrich en die zwijgende Belinfante. Waarom blijft de politiek niet van de kunst af? Ze heeft toch voldoende andere zaken om haar handen aan vuil te maken of haar vingers aan te branden?