Politiek in het dagelijks leven

Ilga Minjon
Claus Richter, THE BIG BATTLE OF VIJFHUIZEN, 2010

In de groepstentoonstelling Dreams are my Reality staat een speelse omgang met de geschiedenis centraal. Uitgangspunt is volgens Kunstfort Vijfhuizen ‘het functioneren van re-enactment en living-history groepen’ (groepen die situaties uit de geschiedenis naspelen), waarin het spanningsveld tussen geschiedenis als ernst en als hobby centraal staat. De deelnemende kunstenaars omarmen het idee dat de geschiedenis een constructie is, gekleurd door eigen opvattingen. Het collectieve geheugen is namelijk nooit gevrijwaard van emotionele aspecten: trots, trauma en politiek worden vermengd met feiten. De waarheid ligt hierdoor altijd in het midden. In een combinatie van site-specific en reeds bestaand werk onderzoeken verschillende kunstenaars de grenzen tussen fantasie en werkelijkheid.

De tentoonstelling is zo opgezet, dat ieder werk zich in een andere ruimte bevindt. De militaire achtergrond van Fort Vijfhuizen, onderdeel van een negentiende-eeuwse verdedigingslinie rondom Amsterdam, fungeert hierbij als een nadrukkelijke context. Femke Schaap (1972) maakte met The Fairshow een heuse kermis: een sculpturaal maar dynamisch schouwspel, met lichtprojecties op constructies van piepschuim. Een theatraal decor dat verwijst naar een sociale traditie en – zo wordt verteld – hier een relatie aangaat met het werk van Claus Richter (1971), die met The Big Battle of Vijfhuizen een explosieve installatie inrichtte. In formeel opzicht is daar wat voor te zeggen. Vlaggen, kostuums en wachthuisjes met stroboscopische verlichting zijn met precisie opgesteld. The seriousness of play valt hier op zijn plek met een speelse uitwerking van het thema, maar de intentie van Richter en het hoe en wat van de ‘battle’ blijft onduidelijk.

De strijd is duidelijker in de spil van de tentoonstelling: de fotoserie Left Wing/Right Wing van de Hongaar Péter Rákóssy (1970). We zien ontroerende foto’s van demonstranten in zijn sterk verdeelde land. Door de vurige ideologische strijd die op de foto’s is vastgelegd, gaat de serie tegelijkertijd over geschiedenis, actualiteit en toekomst. Tehnica Schweiz is een samenwerkingsverband van Rákóssy met Gergely László (1979). Van hen wordt het werk Identikit gedeeltelijk getoond. Het bestaat uit portretten van mensen die gelijkenissen vertonen met de ‘anonieme’ compositietekeningen van gezochte misdadigers. De bedoeling is om te laten zien dat er veel ruimte overblijft voor interpretatie, maar de uitwerking hiervan voelt ietwat onaf. Inhoudelijk klopt dat enigszins, omdat het een doorlopend project is. Ook de innemende foto’s op de flyer van de expositie zijn hier onderdeel van: jongens in kostuum, die uit een schooltoneelstuk weggelopen lijken te zijn. Precies deze belichaming van re-enactment en de samenkomst van spel en ernst, die zo expliciet verondersteld wordt door Dreams are my Reality, is niet opgenomen in de tentoonstelling: het lijkt de missing link.

Re-enactment van een historisch thema met actuele waarde wordt eveneens ingezet in de film Little Millet van Maria Pask (1969). Het blijkt een gelaagde reconstructie van het personage Kate Millet, feministisch schrijfster en activiste in de jaren zestig. Met originele teksten worden de onderwerpen op een invoelbare manier geäctualiseerd.

De Cubaanse Inti Hernandez (1976) maakte in de sculpturenserie Encounters een sympathiek werk van ijsblokjesmallen in de vorm van de woorden ‘vriend’ en ‘vijand’. Aanleiding is een oude vete tussen twee rumfabrikanten, die tot op heden via keiharde marketing wordt voortgezet. De relatie met het tentoonstellingsthema is in feite ver te zoeken. Dat is helemaal niet erg, maar de suggestie dat het werk ‘toepasselijk’ zou zijn in deze tentoonstelling doet geforceerd aan. Hernandez’ andere installatie Tribute to the revolutions maakt veel indruk door een subtiele balans tussen inhoud en vorm. De symmetrische opbouw van het militaire fort is benadrukt door een spiegel precies op de as van de ruimte te hangen. Dit is aangenaam verwarrend.

Dreams are my Reality suggereert dat de kunstenaars een overeenkomstige houding aannemen ten aanzien van hun fictieve denkwereld, in relatie tot de werkelijkheid. De ondertitel vermeldt ten overvloede dat het spel niet ‘alleen’ grappig is. Aan de gestelde conceptuele problematiek en de uitgangspunten wordt slechts gedeeltelijk invulling gegeven, omdat de werken eigenlijk te divers blijken om deze samenhang te onderstrepen. Er zijn wel degelijk werken met onderlinge affiniteit, die flirten met eenzelfde bevraging van de (politieke) werkelijkheid, en hoe deze doorsijpelt in individuele levens. Zoals de titel en het concept maar moeilijk op elkaar aansluiten, zo is ook het overkoepelende thema soms wat vergezocht. De begeleidende teksten leggen deze min of meer op, en lijken expliciet geënt op de thematisering. Zo lopen ze het gevaar afbreuk te doen aan de individuele werken en de teksten laten bovendien weinig ruimte voor een eigen beleving. Wanneer het thema losgelaten wordt bij het bekijken van de tentoonstelling zijn er prachtige werken te zien, en dat maakt een bezoek aan het Kunstfort erg de moeite waard.

DREAMS ARE MY REALITY; THE SERIOUSNESS OF PLAY
Maria Pask, Claus Richter, Gergely László, Péter Rákóssy, e.a.
t/m 26 juni 2010

Kunstfort bij Vijfhuizen
Fortwachter 1, Vijfhuizen

Aurelia Mihai, TRANSHUMANTA, 2007
Femke Schaap, THE FAIRSHOW, 2010