Paul.

Lien Van Leemput

In een eierdoosje lag een eitje. Het eitje wilde eigenlijk geen eitje zijn, maar een hele grote, zware wintermantel. Zo een superwarme, met een hele dikke vacht van de beste kasjmier en de warmste wol, met hele lange haren. Zo een die zelfs een beetje lastig te dragen is omwille van haar gewicht. Haar kraag zou groot en indrukwekkend zijn. Met scherpe punten als die neerligt, lange driehoekige vormen. Als je de kraag zou rechtzetten zou ze de hele nek bedekken. De kraag geeft de nek kracht, en allure! De zakken zouden diep zijn, om heel veel spullen in op te bergen, of in te verbergen. De binnenzakken zouden zelfs binnenzakken in zich dragen! De knopen zouden van goud zijn met op elke knoop een ingegraveerd symbool: een eitje. Zij zou de prachtigste wintermantel zijn van allemaal, uniek in haar soort. Daar droomde het eitje al heel haar leven van. Nu is ze immers de dertiende in een dozijn. Nu ja, technisch gezien is ze de twaalfde, want er passen maar twaalf eieren in zo’n eierdoosje.

In de vestiaire hing een kort beige jasje, een blazer. Hij hoorde bij een pantalon en samen vormden ze een pak. Hij hing er al een tijdje. Hij voelde zich wat eenzaam, zo zonder pantalon. Het was er heel donker en wat muf. De andere jassen behoorden toe aan andere lichamen en distantieerden zich van hem. Elke jas op zichzelf. De blazer wilde eigenlijk geen jas zijn, maar een eitje. Zo een héél klein ellipsvormig eitje, het liefst opgeborgen in een doosje met elf andere eitjes. Ze hoefden niets tegen elkaar zeggen, gewoon het ‘zijn’ met de andere eitjes zou voldoende zijn. De spanning die hun samenzijn teweeg zou brengen, zou fascinerend en adembenemend zijn. Twaalf kleine wezentjes, klaar om gekraakt of gebroken of geklutst te worden. Elke verkeerde beweging droeg de vernietiging in zich. Hij zou niet meer toebehoren aan een lichaam. Hij was gewoon een eitje zoals er zovele andere waren, en zou een eigen lichaam hebben. Vingertoppen zouden hem heel voorzichtig vastnemen, om hem nadien in hun handpalm te leggen. Zachtjes zou hij gepeld worden, hij zou immers een zachtgekookt eitje worden, zo lekker glibberig en nog een beetje warm. Met een beetje peper en een beetje zout zou hij verdwijnen in een warme mond.

Lien Van Leemput is grafisch ontwerper, schrijver en performer. Haar interesseveld schippert tussen het alledaagse en het bijzondere, tussen het rationele en het absurde. Ze probeert de banale alledaagse wereld te vatten in woorden, beelden en bewegingen.