Paul.

Lien Van Leemput

In het begin was er gewoon Paul. Of niet ‘gewoon’ Paul, neen, Paul is nooit ‘gewoon’ geweest! Paul is juist héél bijzonder. ‘Uniek’ zou je kunnen zeggen, want met de hand gemaakt. Paul draagt alle kleuren van de regenboog op zijn huid. Hij is erg zacht, van de fijnste wol die je je kan voorstellen. Paul verdraagt de regen niet zo goed, dus je moet erg voorzichtig zijn met hem. Hij is, zoals ze dat noemen, een beetje verwend. Hij komt enkel buiten op zonnige winterdagen. Zijn fijne wol maakt hem ook erg warm en zacht. Verder draagt hij fijne pareltjes op zijn huid die het zonlicht weerkaatsen zoals kleine diamantjes dat doen. Een lieveling, dat is Paul, door iedereen graag gezien. Iedereen wil hem meteen aanraken en geeft complimentjes over zijn uiterlijk. Paul wist dan ook dat hij toebehoorde aan een heel bijzonder iemand.

Op een dag kwam een hele mooie vrouw de winkel binnen wandelen. Ze had korte haren die haar nek erg lang maakten. Haar armen waren slank en haar lichaam golfde. Paul was meteen verliefd op haar, zij zou van hem worden, dacht hij. De vrouw paste Paul en gleed met haar tengere vingers overheen zijn gekleurde huid. Ze prutste een beetje aan de pareltjes op zijn huid en liet zich verrassen door zijn zachtheid. Ze droeg een intens parfum dat Paul meteen van de kaart bracht. Dat parfum wilde hij op zijn huid voelen. De vrouw deed Paul uit en bracht hem naar haar neus, Paul kon een stukje van haar lippen proeven en was in vervoering. Zo ontmoetten ze elkaar. Liefde op het eerste zicht, bij de eerste aanraking. Ze nam Paul mee naar huis. De eerste dagen konden ze niet zonder elkaar. Ze droeg Paul altijd, het liefst overheen haar naakte lichaam. Paul was lang, reikte tot aan haar enkels. In het midden had hij een lint waarmee je hem kon samenbinden. Dit benadrukte haar mooie dijen. Bovenaan was Paul een beetje uitgesneden, waardoor je haar lange hals goed kon zien. Paul en zij waren onafscheidelijk, voor altijd.

Op een keer veranderde er iets. Paul weet niet zo goed wanneer dat gebeurde of waarom. Plots kwam ze thuis met Blake. Blake was cool en van het meest exquise zwarte leder. Helemaal uit Italië kwam hij, behandeld met de beste oliën en gemaakt door de beste kleermaker, zo beweerde Blake het alleszins zelf. Paul moest toegeven dat Blake er heel goed uitzag, en ondanks dat hij nooit zo zacht kon zijn als hij, voelde hij toch wel heel glad aan. Zijn indringende zwarte kleur had iets agressiefs, maar straalde ook mysterie uit, een spannend gevaar. Desalniettemin zou Blake geen concurrentie vormen voor Paul, hij kon niet op tegen Pauls snit, en al zeker niet tegen zijn geweldige kleuren en geparelde details. Ze wisselde af tussen Paul en Blake. Gaf beiden voldoende aandacht en streelde ze, iedere keer als ze hen aantrok. Paul was echter niet tevreden dat hij haar moest delen met een ander. Hij liet dit ook duidelijk merken en zette zijn parels op wanneer ze hem over zich heen liet glijden. Zijn kleine pareltjes konden behoorlijk prikken. Hij besefte jammer genoeg niet dat dit een averechts effect had.

Ze begon Paul minder te dragen, omdat hij haar pijn deed. Meer en meer greep ze naar Blake, die Paul pesterige blikken toewierp. Maar toen kwamen ook Junior, en daarna Federico, en Marianne, en John, en Olivia, en Nicky en… Paul hing in een te kleine kast met weinig bewegingsruimte. Hij kon amper ademen omdat er te veel jassen in dezelfde ruimte hingen. Het was er altijd donker en hij zag nog weinig daglicht. Alleen maar als ze heel even naar de winkel moest, of als ze iets vergeten was in haar auto. Ze droeg hem bijna nooit meer. Paul was jaloers, hij was jaloers op hen allemaal! Hij was de eerste! Haar eerste grote liefde! Alle anderen waren pummels in vergelijking met hem. Paul kookte, zo kon het niet verder! Hij bedacht een plan.

Op een nacht, toen ze allemaal sliepen, gleed hij van zijn kapstok. Hij nam Junior, Federico, Marianne, John, Olivia, Nicky en Blake al slapend mee. Heel voorzichtig sloop hij de kast uit met hen allemaal. Hij was heel erg op zijn hoede dat zowel zijn rivalen als zij niet wakker zouden worden. Hij droeg ze op zijn rug en sloop heel stil verder op zijn parels, richting wasmachine. Parel voor parel kwam hij dichterbij en werd zijn innerlijk furie sterker. Eens aangekomen legde hij Olivia, Nicky en Marianne in de machine, nadien volgden ook Junior, Federico en John. Als laatste ook Blake, die hij nog heel even aaide overheen zijn gladde zwarte huid, vooraleer hem bij de anderen te proppen. Hij grijnsde, maar een klein lachje ontsnapte hem. Blake schoot wakker van het venijnige lachje. Hij wist eerst niet wat er gebeurde maar toen zag hij alle andere jassen die al in de wasmachine lagen. Hij wilde het op een schreeuwen zetten maar Paul verhinderde dat. Hij stak zijn lange mouw in Blakes mond en forceerde hem de wasmachine in. Snel deed hij de glazen deur dicht, trok zijn mouw terug en keek hoe Blake paniekerig de anderen wakker maakte.

Paul had geen berouw, hij kende geen medelijden. Zijn parels schitterden in de nacht. Hij draaide de knop aan en zette hem op de 90°-doodssteek. Ze kregen van hem allemaal wat wasverzachter mee, konden ze haar tenminste een lekker geurtje aanbieden in de ochtend. Hij drukte de oranje ‘AAN’-knop in en de ton begon te draaien, en draaide en draaide en draaide door tot het einde.

Lien Van Leemput is grafisch ontwerper, schrijver en performer. Haar interesseveld schippert tussen het alledaagse en het bijzondere, tussen het rationele en het absurde. Ze probeert de banale alledaagse wereld te vatten in woorden, beelden en bewegingen.