Overexposure

Barbara Lodde

Het is pas februari, maar ik ben al druk bezig met mijn vakantieplannen. Het is immers nooit te vroeg om je vakantie te regelen, zeker niet als het gaat om het scoren van een gratis trip richting zon. Vandaar dat ik dit jaar mijn zinnen heb gezet op Cyprus! Want Manifesta heeft het ongelooflijk goede idee gehad om op dit vakantie-eiland haar volgende aflevering te organiseren. Iedereen mag komen, je hoeft alleen maar ‘teacher’ achter je naam te zetten, een goed idee in te zenden en je maakt kans op drie maanden zon, zee, strand. BBB (Beach Babe Barbara) doet zeker mee! En aangezien ik al jaren meedoe aan prijsvragen en een fervent inzender van slogans en opgeloste puzzels ben, is dit een kolfje naar mijn hand.

Op zoek naar een goed (lees: hip) idee dus. Actualiteit is belangrijk, helaas komt de volgende Metropolis pas eind februari uit, dus daar kan ik niet op wachten. Tenzij ze een tropisch vakantienummer uitbrengen. Gelukkig valt een uitnodiging in de bus voor een boekpresentatie van Camiel van Winkel: Het primaat van de zichtbaarheid. Ik voel me direct aangetrokken tot deze frikkerige titel, ik hou ook enorm van Zien en Gezien worden! Ik besluit daarom Van Winkel eens om ideeën te vragen en als hij leuk is, mag hij mee naar Cyprus, als vakantieliefde.

Degelijk voorbereid stap ik op de bewuste avond de zaal binnen: elegant gekleed, want hij schijnt van de Parisienne-look te houden. Kijk, als je genoticed wilt worden moet je er natuurlijk wel noticeable uitzien, zegt mijn moeder altijd. Tuttig sigaretje (Barclay), kittige D&G slippertjes met stilettohak en tuttig vestje zijn prima attributen. Achter de sprekerstafel zitten drie mannen. Het duurt even voordat ik door heb wie Van Winkel is. De blondgespoelde veertiger in het midden1? Nee. De nerdy brilboy rechts? Nee (gelukkig maar, de bril is tot daar aan toe, maar die tanden!2). Het is de nurkse vijftiger links3. Hmm. Mijn plan om hem uit te nodigen samen naar Cyprus te gaan, smelt als het ijs in de Noorse schaatshal tijdens de Europese kampioenschappen.

Anyway, Van Winkel begint zijn boek uit te leggen. Mijn samenvatting: het leven is zwaar en het wordt nog erger. We worden verblind door reclame en wie niet weg is is gezien. Daarna nam Sven Lütticken het woord, maar toen ben ik uitgezoomd. Lütticken heeft last van over-exposure. Hij is de Jan des Bouvrie van de kunstkritiek geworden. Hij schrijft en spreekt zoveel dat het saai wordt; elke keer als ik (een stuk van) hem zie wil ik ‘Daar zijn we weerr!!’ roepen.

Enfin, als we toe zijn aan de vragen uit het publiek, sta ik op – ik wil door de heren gezien worden – en stel een vraag: “Vindt u dat in deze visuele belevingscultuur de relatie tussen het publiek en het kunstwerk vertroebeld is door de Raynaudiaanse veronderstelling dat het medium de overdracht destabiliseert?” Ja lezers, ik geef toe dat ik deze vraag voor de spiegel heb geoefend en de term Raynaudiaans heb verzonnen. “Nee”, zegt van Winkel en daarmee was ik voor hem uit beeld. Misschien kan ik mezelf beter in zijn blikveld manoeuvreren op een borrel. Hij is weliswaar wat oud en niet zo knap4, maar ik wil naar Cyprus en met een beetje alcohol op zie ik hem misschien wat rooskleuriger.

Annotaties

1) De redactie gaat er van uit dat de haarkleur van Hans Maarten van den Brink natuurlijk is, tenzij anders bewezen.
2) De redactie is van mening dat er niets mis is met het gebit van Sven Lütticken.
3) De redactie distantieert zich van de door B. Lodde geschatte leeftijd.
4) De redactie vindt B. Lodde nodeloos kwetsend.
5) De redactie vindt dat B. Lodde scheve tanden heeft (en lelijk haar).

Reactie auteur: persoonlijk vind ik dat de redactie van Tubelight ook wel eens wat kan doen aan d'r uiterlijk. Het oog wil ook wat en het gaat niet om inhoud maar om de looks. Zie de uitspraken van Raynaud.