In ieders leven bestaan oude en nieuwe helden. Dus ook in de kunst. Plotseling dient er zich iets aan, waardoor je geraakt wordt en waarvoor je valt. Soms blijft de liefde, maar in de meeste gevallen verdwijnt de liefde, even spontaan als ie gekomen is. Zo heb ik ooit een deuk in een heg geschopt, omdat ik een Charlie Parker multiple van Emo Verkerk was misgelopen. Daarna hoorde of zag ik weinig meer van hem en nu dank ik onze lieve Heer, dat ik destijds – het zal 1984 of 1985 geweest zijn – gewoon te laat was voor die Parkerfetisj. Het weerzien van zijn werk in Leeuwarden was een behoorlijke deceptie.
Emo Verkerk (1955) is terug met ‘Alles in de wind', een voortreffelijke overzichtstentoonstelling in het Fries Museum, maar Emo Verkerk is – hoe druk je dat ook al weer uit? – niet terug in mijn hart. Het is ronduit pijnlijk om te zien dat deze lieveling en belofte van de jaren 80 nog steeds, na al die jaren, geen diepere, persoonlijke en samenbindende visie in z'n werk ontwikkeld heeft. Zijn fraai in elkaar geknutselde ‘portretten' van personen, die hem om één of andere reden interesseren, blijven wat ze zijn: beeldschone kleur- en vormstudies, parmantige schilderkunstige avontuurtjes, die geen enkele culturele of psychische consequenties voor de kijker inhouden. Ze beklijven gewoon niet, die hoofden en namen. Het is alsof je de Encyclopedie voor Iedereen, die wij vroeger hadden, opent en gewoon voorleest. O ja, hier hebben we Satre en daar de oude Spinoza, de onvermijdelijke Gerard Reve of James Joyce. Het is gewoon één groot Pantheon van modernistische leegte.
Hoe ontdek je nieuwe helden? Aan de negende Documenta (1992) heb ik geen grootse herinneringen, maar er waren uitschieters.
En één van die uitschieters was de installatie van Ricardo Brey, een jonge Cubaan, die op uitnodiging van Jan Hoet naar Europa was geëmigreerd. Voor degenen die het niet meer weten: het was de kamer met de besmeurde muren, de kapotte jaloezieÎn, de even gore kussens op de grond met de bengelende vogelpoten en de zacht zoemende ventilator.
De eerste indruk was die van een atelier in een ver, warm land na een macaber ritueel gevolgd door een duistere natuurramp. Eigenlijk begreep ik er helemaal niets van, maar de vragen die dit aangrijpende werk opriep, zijn mij altijd bijgebleven. Ricardo Brey (Havana, 1955) heeft deze maand (januari 2001) zijn eerste solotentoonstelling in Nederland in Galerie Lumen Travo in Amsterdam en een tweede solotentoonstelling in Pand Paulus in Schiedam. Alle reden dus om te gaan kijken. De titels in Amsterdam (‘Terrestrial Impact Structures') en Schiedam (‘And other stories') herinneren nog steeds aan die Documenta-installatie. Ricardo Brey maakt nog steeds hybride installaties, die opgebouwd zijn uit een mengeling van objecten, resten, van dieren (zoals ‘eenhoorns') en gebruiksvoorwerpen. Daarnaast maakt hij tekeningen, die vooral uit modder, haar en overgeschilderde teksten bestaan.
Hij baseert zijn werk op de Westerse modernistische traditie, maar laadt en bezielt deze op schier onnavolgbare wijze met de verhalende tradities van o.a. zijn eigen Afrocubaanse cultuur. En deze cultuur is bezwangerd met magie, religie, spiritualiteit. En deze cultuur is buitengewoon aards. Het gebruikte papier, het afval en de andere zogenaamde arme materialen, die hij gebruikt, komen niet uit de Kringloopwinkel (van de Arte Povera), maar zijn een directe verwijzing naar het alledaagse leven, de aardse realiteit. Het is datgene wat zich aan de oppervlakte voordoet. Het tekent niet alleen zijn omgang met de geschiedenis, maar ook zijn wil te overleven als kunstenaar tussen twee continenten. Zijn werk gaat derhalve ook over de positie, die de kunstenaar inneemt in de wereld van de kunst en in de maatschappij. En aan hen is de toekomst.
ALLES IN DE WIND, Emo Verkerk, t/m 18/2
Fries Museum, Turfmarkt 11, Leeuwarden
TERRESTRIAL IMPACT STRUCTURES, Ricardo Brey, t/m 14 feb
Lumen Travo, Lijnbaansgracht 314, Amsterdam
…AND OTHER STORIES, Ricardo Brey, t/m 18 februari
Pand Paulus, Korte Haven 125, Schiedam, do-zo 13-17 uur