Open ateliers

Arne Hendriks

Het is bijna zover, ‘Open Ateliers’ van de Rijksakademie in Amsterdam. De deelnemers aan één van Nederlands meest befaamde opleidingsinstituten voor kunstenaars gooien de deuren open en gunnen iedereen een kijkje in hun tijdelijke studio’s. Een mooier weekend bestaat er niet op Neerlands kunstkalender. Ik kan iedereen aanraden om de KunstRAI uit de agenda te schrappen en naar de ‘Open Ateliers’ te gaan.

De kwaliteit is beter, veel van het werk is te koop zonder de tussenkomst van galeries, het gebouw is minder deprimerend dan de RAI, en het is nog gratis ook. Of dat niet genoeg is krijg je als neutrale toeschouwer ook nog eens een interessant kijkje in de machinaties van de kunstwereld. Tijdens de ‘Open Ateliers’ worden de deals gemaakt. Collectioneur struikelt over galerist, botst tegen kunstcriticus, valt over onafhankelijke tentoonstellingsmaker. Dominodag voor de cultuurindustrie. Je moet en wilt er geweest zijn. En dat geldt zeker ook voor de deelnemers zelf. Een verblijf aan de Rijksakademie kan een belangrijke opstap betekenen in de wereld van de high art. Van de circa 700 aanmeldingen per jaar kan helaas slechts een handjevol worden aangenomen. Een elitegezelschap dat gedurende twee jaar de beschikking krijgt over een atelier, materialen, de expertise van bekende kunstenaars en vaklui in een luilekkerland van mogelijkheden. En dat trekt kunstenaars van divers pluimage aan. Schilders, filmers, beeldhouwers en fotografen, nergens kun je in zo korte tijd zoveel verschillende werelden binnenstappen.

Eén van deze werelden is het fraai aan de binnenplaats gelegen atelier van Pieter Dobbelsteen. Dobbelsteen vermengt aspecten van architectuur met autonome sculptuur. Zo ontstaan vervreemdende maquettes en plattegronden. De geest knippert tussen de zakelijke betrachting van een schaalmodel en de introverte bespiegeling op een autonoom beeld. Dobbelsteen stuurt dit proces ook nog eens in de war door hier en daar schaalmodellen van autonome beelden in zijn architectonische modellen in te brengen. Of hij vergroot plotseling aspecten zoals fragmenten die lijken op de exorbitante korstmossen die veel van zijn beelden bezoedelen.

Een organische ontlading, aangekwakt tegen de ruïnes van modernistische en postmodernistische vormen. De grens tussen architectuur en kunst is bij Dobbelsteen effectief opgeheven. Herkenning en verwarring wisselen elkaar af, ook in zijn mooiste beeld dat haast nonchalant schuin tegen de muur staat. Een plattegrondje waarin we nog vuurtjes en muren herkennen staat zij aan zij met een bak gevuld met de grillige vormen van purschuim. Sporen van acties uit verleden en heden tarten een dreigende vormloze massa. The Blob ontmoet Madurodam.

Het atelier van de Amerikaanse kunstenares Martha Colburn is eerder een gruwelkabinet. Overal slingeren enorme hoeveelheden uit tijdschriften geknipte vogelspinnen, naaktmodellen, sprinkhanen en televisiepersoonlijkheden. Het zijn hoofdrolspelers in de korte, maar krachtige, animatiefilms die zij maakt. De filmpjes duren slechts een paar minuten maar zijn een neurotisch bombardement van de net- en trommelvliezen. Met evident genoegen neemt zij de spastische en perverse gewoontes van de mens op de hak, inzoomend op sex, geweld en massaconsumptie. Oprah Winfrey wordt in elkaar geslagen, Kermit de Kikker blijkt een voetfetisjist en Bill Clinton legt Hillary nog maar eens uit dat hij niet inhaleert. De geur van frituurolie, sigarettenrook en gebruikte condooms hangt in de lucht. Martha Colburn laat zien dat de vrijgevochten generatie van de jaren 70 eigenlijk een beetje zielig is geworden in de in zichzelf gekeerde verering van genot. Maar moraliserend wordt zij nergens. Colburn geniet van de op hol geslagen mensheid.

Bijna verstopt, in het verste hoekje van de Rijksakademie, is het atelier van de Britse kunstenaar Ryan Gander. Alsof hij vanuit deze afgelegen positie een beter commentaar op de wereld kan formuleren. Het is niet ongebruikelijk dat Gander zich wegcijfert. Tijdens een groepsexpositie in de Jan van Eyck Akademie in Maastricht was zijn enige bijdrage een loket waar de bezoeker informatie over de overige exposanten kon krijgen. De enige hint dat het hier een kunstwerk van Ryan Gander betrof was de verwijzing naar de materiaalsponsors, Mr. en Mrs. Gander. Bij een andere gelegenheid creëerde hij een ingang met welkomstboodschap. Zelf bleef hij weer buiten beeld. Het werk maakt nieuwsgierig, maar met name naar andere dingen. Voor Gander is de kunstenaar vooral degene die de structuur aanbrengt en de inhoud verzorgt. Het zichzelf wegcijferen van Gander is lang niet zo bescheiden als het in eerste instantie misschien lijkt. Hij wil instructies geven, de kijkrichting beïnvloeden en laten zien wat hij zelf ziet. De aanwezigheid, of liever gezegd het aanwezig geweest zijn, van Gander verraadt zich in de manier waarop de toeschouwer de ruimte ervaart, niet in de persoonlijke toets van de kunstenaar. Stijl is Ryan Gander een gruwel. Het kan alleen tot een molensteen om je nek worden en de plaats van inhoud vervangen. In een recent project gaf Gander vijf designers een opdracht tot het ontwerpen van affiches voor denkbeeldige events. Door samenwerkingsverbanden aan te gaan voorkomt Gander de persoonlijke handtekening zonder geheel af te moeten zien van de visuele component. Inhoud is de specialiteit van de kunstenaar, vorm die van de ontwerper.

Veel kunstenaars aan de Rijksakademie verkennen en overschrijden de grenzen tussen verschillende vakgebieden. Maar ook kunstenaars die op zoek zijn naar vernieuwing binnen de traditionele media hebben dit jaar meer ruimte gekregen. De geur van verf is terug in de gangen van de Rijksakademie. De schilder Maurice Braspenning heeft de laatste jaren enige bekendheid gekregen met geabstraheerde landschappen, maar gooide het roer in zijn laatste maanden aan de Rijksakademie radicaal om. Herinneringen, flarden uit een ver verleden, vinden plotseling hun weg naar het linnen. Fascinerend is het schilderij waarin een volwassene met twee kinderen eendjes voert. Het sentimentele thema wordt in evenwicht gehouden door de bewust gemankeerde manier waarop de verf is aangebracht. Braspenning hoeft niet meer te bewijzen dat hij kan schilderen. Hij zoekt de uitdaging in het verkennen van zijn eigen grenzen. Deze persoonlijke vernieuwing die tijdens de ‘Open Ateliers’ bij veel kunstenaars zichtbaar is, is misschien wel het meest interessante aspect van een bezoek aan de Rijksakademie.

OPEN ATELIERS, Rijksakademie van beeldende kunsten, 30 nov tm 2 dec open dag, 12-19 uur

Sarphatistraat 470, 1018 GW Amsterdam

2 FILMS VAN MARTHA COLBURN, te zien op PARK 4DTV in Amsterdam
Cinemadness #1op 16 dec, Cinemadness #2 op 26 dec