Of schrijf een brief

Puck Kroon
Foto van de opbouw van BIJ/NA 2025. Foto: Meike Driessen
Foto van de opbouw van BIJ/NA 2025. Foto: Meike Driessen

Zoals ieder jaar verandert de StadsGalerij in Breda voor twee maanden in het toneel van het residentieproject BIJ/NA. Drie net afgestudeerden van St. Joost School of Art & Design kiezen gezamenlijk drie alumni uit voor een werkperiode met aansluitend een tentoonstelling. Tijdens BIJ/NA — dat sinds 2021 door het St. Joost samen met het Stedelijk Museum Breda en de Van GoghGalerij Breda wordt georganiseerd— wordt het informele netwerk vanuit de kunstacademie versterkt en wordt kennisuitwisseling tussen verschillende generaties beeldend kunstenaars gestimuleerd.

Puck Kroon bracht op de ochtend van de eerste openstelling een bezoek aan de StadsGalerij en ging in gesprek met de deelnemende kunstenaars. Vanwege de centrale plaats die ‘de brief’ in de tentoonstelling write me a song, sing it krijgt, schreef ze een brief aan de makers.

Lieve Jetske, Bobbi, Jesper, Sam, Abel en Lili,

Vanmorgen waande ik me tussen de sculpturen en interventies, nu zit ik thuis achter mijn laptop en dwalen mijn gedachten af naar de ochtend. Ik ben onder de indruk van de verschillende manieren waarop jullie aandacht als uitgangspunt hebben genomen, hier kom ik later op terug.

Lang hoefde ik er niet over na te denken welke vorm deze tekst aan zou nemen: het moest en zou een brief worden. Aan jullie, de makers die de verbinding met elkaar tijdens de op gang gebrachte individuele maakprocessen terugvonden in briefwisselingen. De traagheid van het analoge medium en de intimiteit van het delen van twijfels, vragen, advies en persoonlijke verhalen zorgden voor een hervonden verbinding.

Eergisteren werd ik gebeld door een redacteur van Tubelight met de vraag of ik een tekst wilde schrijven over jullie werk. Met veel enthousiasme stapte ik vanmorgen in de trein om als eerste een blik te mogen werpen op de tentoonstelling en met jullie in gesprek te gaan over de ervaringen, belevenissen en bevindingen van de afgelopen anderhalve maand, terwijl jullie in alle rust en met groots geduld de laatste puntjes op de i zetten.

De aandacht waarmee jullie naar de wereld kijken is hetgeen jullie verbindt. Zoals in de zaalbrief te lezen is: “Naar gebogen spijkers in hout, de maan, een boom, een schapenstaart, het licht van een berg, dat wat jij niet zag.” De werken die te zien zijn hebben allen iets weemoedigs in zich, al is nostalgie in dit geval misschien een passender term.

Het werk van Sam bijvoorbeeld, waarbij hij het houtbewerkingsgereedschap dat hij van zijn oma kreeg gebruikte om hout te bewerken, verzameld in het Bredase Wilhelminapark. De gekapte boom waarvan Sam de takken met zorg en uithoudingsvermogen bewerkte, dragen niet alleen de herinnering aan zijn wandelingen als middelbare scholier langs de desbetreffende boom, maar hebben inkepingen en uitsparingen gekregen waardoor er vanuit de sculptuur een eikeltje, een steen en verschillende andere takken lijken te ontspruiten. Het houten beeld wordt in balans gehouden door straatstenen van rondom het gebouw.

Over hout gesproken, het materiaal is in uiteenlopende vormen alom aanwezig in de ruimte — denk aan geperst, tweedehands, onbewerkt, geverfd en indirecter als camera obscura of briefpapier. Van gratis aangeboden planken op Marktplaats waar de ijzeren pluggen nog uit steken maakte Lili een plateau, opgehangen met spanbanden. Door de manier waarop het lijnenspel en het kleurgebruik overeenkomen met het plafond, lijkt het als een spiegel de echo van de StadsGalerij te belichamen.

De interventies van Jesper visualiseren de eigenschappen van de ruimte van de StadsGalerij. Hen legde met herhalende handeling de nachtelijke lichtinval vast met krijt op de vloer en trok de lijnen daarna over op papier met wit potlood. Ondertussen luisterde Jesper naar De acht bergen van Paolo Cognetti, dat bij hen het verlangen een berg te beklimmen opriep. Maar wat is een berg? Er volgde een spontane reis naar de Italiaanse Alpen. Na wandelingen in de zon met ogen dicht vanwege de reflecterende werking van de sneeuw, staat het reflecteren op zeeniveau nog te gebeuren en blijft het werk in beweging.

Waar Jesper de kleinste verandering opmerkt en uitlicht, geeft Abel met zijn werk toegang tot nog nooit (zeker niet met het blote oog) geziene elementen uit het heelal. Met zijn zelfgebouwde houten camera legt Abel met ongekende zorgvuldigheid en kalmte de ruimte vast. In deze tentoonstelling toont hij drie kraters van de maan op een analoge print van 230 bij 127 centimeter. Een oneindigheid dichtbij gebracht, ingezoomd op het eerder ongeziene en als beeld laten ontstaan met behulp van drie dakgoten en acht liter zelfgemaakte ontwikkelaar van klimop. Wat is zichtbaar en wat zie ik?

Ook Jetske maakt gebruik van analoge media. Ze raakte gefascineerd door een afbeelding waarin een schaap uit een plant lijkt te groeien, oftewel door hoe de Europeanen vroeger dachten dat katoen groeide. Van het beschikbare materiaalbudget schafte Jetske een spinnewiel aan. De traagheid van het spinnen en weven van wol combineerde ze met de actie van het werken met hout en purschuim. De zachte draden en de grove objecten transformeerde ze tot een schapenkudde. Aangezien wol een restproduct is en daardoor niks meer waard, kan Jetskes werk gezien worden als een oproep tot een rituele omgang met de natuur, waarin zorg voor wol en de verzorging voor dieren centraler komt te staan.

Waar een kudde een groep dieren is die bij elkaar hoort, verzamelt Bobbi losstaande, voorbijgaande momenten die ze in haar sculpturen van keramiek, cyanotypes en hout bij elkaar brengt. De sculpturale werken hebben iets humoristisch, zoals de kijkdoosachtige lijst rondom een schilderij van haar moeder met twee brillen van keramiek; eentje op haar neus en eentje op haar hoofd. Bobbi: “Mijn moeder is haar leesbril soms kwijt terwijl die op haar hoofd staat.” Geconcentreerd maakt ze een geheel waarbij zowel het werk als de drager even belangrijk zijn zonder al te veel op de afwerking te letten. Naast de toegevoegde elementen maakt juist die schijnbare onhandigheid het werk eigenzinnig.

Naast jullie onverdeelde aandacht voor materiaal, ambacht en elkaar, vind ik het bewonderenswaardig hoe de samengebrachte werken in de tentoonstelling spreken van toewijding en bezieling. Met write me a song, sing it delen jullie persoonlijke indrukken, ideeën die voortvloeien uit observatie, het effect van het ongestoord tijd met elkaar doorbrengen, de ontdekkingstocht van eenieders werkwijze, de manier waarop iets iemand wel of niet opvalt en jullie keuzeprocessen.

Wat mij betreft een dapper en broodnodig gebaar in een tijd waarin vertraging, ambacht en zorg voor de nabije omgeving vaker wordt vergeten dan geleefd.

In grote dankbaarheid,

Puck

write me a song, sing it is nog te zien tot en met 13 april 2025 van 12:00 tot 17:00 (met een feestelijke opening op vrijdag 11 april vanaf 17:00) bij StadsGalerij in Breda met werk van Jetske Apollonia, Bobbi Cleij, Jesper Mane, Sam Maske, Abel Schaminée en Lili Struik.

Puck Kroon is werkzaam als kunstenaar, schrijver, redacteur, filosoof en onderzoeker.

Deze tekst is gepubliceerd in samenwerking met Stedelijk Museum Breda

Foto van de opbouw van BIJ/NA 2025. Foto: Meike Driessen
Foto van de opbouw van BIJ/NA 2025. Foto: Meike Driessen