Streams of You to Me

Barbara Strating
Zaaloverzicht met werk van Hilde Onis (voorgrond) en Anthony Ngoya

Er zijn twee manieren om verstoppertje te spelen. Je telt af tot tien en al je vrienden rennen weg om zich achter een boom of bank te verstoppen. Ogen open en zoeken maar. Maar, je kunt je ook verstoppen door je ogen te sluiten. Dat weet elk klein kind. Handen voor je ogen en de wereld is weg, niemand kan je vinden. Pas als je je ogen weer opent blijkt dat de wereld ook buiten je hoofd bestaat.

Het resultaat van zo verstoppertje spelen is een empirische les dat de wereld bestaat omdat we haar waarnemen. Ik moest daaraan denken toen Marres me uitnodigde om de expositie Currents #8 And Me, Streams of You te bezoeken. Deze expositie met werk van jonge kunstenaars in Maastricht ging door de lockdown niet open op 17 december en sloot zonder ook maar één bezoeker te ontvangen op 30 januari. Op uitnodiging van de curatoren Helena Julian en Tim Hollander bezoek ik de expositie, zodat de kunstwerken toch een paar vreemde ogen ontmoeten. Vreemde ogen die bovendien ook al heel lang verlangden naar het bezoeken van een expositie.

Currents is een jaarlijkse groepstentoonstelling geïnitieerd door Marres, Huis voor Hedendaagse Cultuur in Maastricht en Z33, Huis voor Actuele Kunst, Design & Architectuur in Hasselt. Elk jaar worden een groep jonge curatoren geselecteerd die op hun beurt weer de eindexamenexposities van kunstacademies in de grensstreek van Zuidoost Nederland, Zuidwest Duitsland en België bezoeken om talent te scouten voor de expositie in Marres of Z33. De sluiting van musea en andere cultuurinstellingen tijdens deze pandemie is voor heel de sector dramatisch, en dat geldt ook voor de jonge kunstenaars voor wie deelname aan Currents een opstap is naar een groot publiek. Ik heb er daarom voor gekozen om geen recensie te schrijven in klassieke zin, waarin ik oordeel over het werk dat te zien is. Beschouw deze tekst als een geschreven rondleiding. Een gemankeerde rondleiding bovendien, want naast het werk op zaal waren er ook een aantal performances gepland, site specific. Die zijn tijdens mijn bezoek ook niet te zien.

Manon Clement en Eugen Wist (op achtergrond)

In de eerste zaal, bij binnenkomst rechts, een installatie van Eugen Wist (Universität für angewandte Kunst in Wenen en aan de Städelschule, Frankfurt). De metalen buizen en lampen nemen een deel van de zaal in beslag en schijnen zo fel dat ze haast de andere installatie van dezelfde kunstenaar, twee ruimtes verderop, belichten. Links aan de muur werk van Daniel Vorthuys (ArtEZ, Arnhem): kleurrijk, theatraal en intiem. Een absurde, ondoorgrondelijke video waarin een vrouw door een wijk loopt toont de zoektocht van een kledingstuk naar een drager. In dit werk vermengt Vorthuys improvisatietheater met  wereldliteratuur, zo lees ik in de begeleidende tekst.

Zaal twee, een tussenruimte onder een melkglazen dak. Puck Kroon (AKV St Joost, Breda) schreef op verzoek van de curatoren een serie tekstuele bijdragen die ‘de zichtbare en onzichtbare lijnen en verhalen in de ruimte tussen de andere kunstenaars verwoordt’. De teksten zijn afgedrukt op plexiglas, die weer in verschillende doorgangsplaatsen van het pand zijn geplaatst. Kroon onderzoekt woorden, en woorden worden hier gedrukt, weggestreept en opnieuw geschreven. Taal, geschreven, onuitgesproken, figuurlijk, speelt een rode draad in deze expositie. Boven het plakkaat van Kroon verschijnt een immense metalen scheidingswand. Vloeiende lijnen vormen een hekwerk, het lijkt een schrijfoefening. De lijnen lijken bij het pand te horen en zijn toch nieuw toegevoegd.

Puck Kroon

Ook in het werk van Manon Clement (LUCA School of Arts, Gent) speelt taal een rol. Hier niet verweven in metaal, maar in stof. De immense textiele werken hangen verspreidt door de ruimte en spreken je aan. You, jij daar. Kijk naar mij. Clement wil de relatie tussen haar en de ander, het kunstwerk en de waarnemer, vangen in een geweven netwerk van draden. Draden die als metalen rupsen ook weer terugkeren in het paneel van Wist dat in dezelfde ruimte hangt. Panelen, installaties, textiel, tekst. Niet de muur is de natuurlijke plaats van het kunstwerk, maar de ruimte zelf.

Manon Clement

Hetzelfde geldt voor de installatie van Marios Pavlou (Kunsthochschule für Medien, Keulen), waar je als bezoeker de wereld van zijn avatar Cievil Momo betreedt. Ook hier stof, die meer nog dan in het werk van Clement uitnodigt om aangeraakt te worden. Cievil Momo is naakt, de verwrongen ledematen doen denken aan een zeemeermin. Zoals de sfeer, licht en de muziek in de ruimte je het gevoel geven dat je onder water loopt.

Marios Pavlou

Wie Marres weleens bezoekt weet dat het hele gebouw meedoet. Een plaster archeolologist kan onder de wit gestucte muren sporen vinden van eerdere exposities en lagen wegschrapen tot je fragmenten vindt van muurschilderingen en installaties. De muurschildering van Günbike Erdemir (KASK, Gent) in het trappenhuis zou je daarom bijna over het hoofd zien, als de tekening je niet zo eigenwijs aankijkt. Treiterig bijna, als een plaaggeest komt ze tevoorschijn uit het trappenhuis. Kijk naar mij!

Günbike Erdemir

Archeologie is ook het eerste waar je aan denkt als je haar ruimte op de eerste verdieping betreedt. De ruimte is een tent geworden en verspreidt over het doek hangen paneeltjes. Eigenlijk het enige klassiek ogende schilderwerk in deze expositie, als je goed kijkt ontwaar je rites rondom vrouwelijkheid en vruchtbaarheid.

Günbike Erdemir

Mijn lichaam wil best een tijd in de ruimte van Erdemir verblijven. De ruimte is intiem op een manier die musea de laatste jaren vaker toepassen, maar thuis alleen is te benaderen als je van je bank en een stapel dekens een tent bouwt. Maar het geluid van de naastgelegen videozaal met werk van Karen Zimmermann (Kunsthochschule für Medien, Keulen) roept om aandacht. Uit de ruimte klinkt samenzang, speels, soms dwingend. De hele ruimte is ingericht als een installatie die bestaat uit meerdere schermen en objecten en is een video en performance en in ervaring net zo intiem en repetitief als de ruimte van Erdemir. Het thema is echter anders. Zimmerman onderzoekt haar zestiende levensjaar door middel van autofictie en performance. Je ziet een groep performers spelen en zingen in een afgesloten ruimte, maar het is lang niet zo vrolijk als het lijkt; ze zetten elkaar ook onder druk.

Het videowerk van Maria Morales Arango (LUCA, Brussel) in de naburige ruimte is van een andere orde. Abstract, ontoegankelijk, maar als je je ogen de tijd geeft herken je landschappen, achtergebleven sporen van een reis.  

Anthony Ngoya

Bij het betreden van de grote ruimte op de eerste etage komt alles samen. De werken zijn hier niet gerangschikt volgens hun interne logica zoals in de rest van het pand, maar in dialoog met elkaar en het gebouw. Het werk van Anthony Ngoya (ENSAV, Brussel) staat verdeeld over twee grote ruimtes, net als het werk van Hilde Onis. Hier, in de grote zaal, delen ze de aandacht. Het werk van Ngoya is groot en kleurrijk. Het behandelt herinneringen, vaak niet eens zijn eigen ervaring, maar opgedaan uit verhalen van familie. De herinneringen, afgedrukt op stof, maken onderdeel uit van een installatie die doet denken aan een serie vlaggen. De vlag draagt sporen met zich mee. Versleten door gebruik? Aangebracht door de kunstenaar?

Hilde Onis

Hilde Onis (KASK, Gent) verbindt in haar installaties ook heden en verleden, gevonden en samengesteld, vorm en taal. Waar Ngoya herinneringen en symbolen onderzoekt, werkt Onis met objecten. Door ze uit te vergroten en in een installatie te plaatsen worden ze absurd.  Het is niet duidelijk waar de installatie begint. Hier, in deze grote zaal op de eerste verdieping? In de ruimte hiernaast? Het hekwerk op de begane grond? En al die verwarmingsbuizen tegen de muur, te veel buizen om functioneel te zijn, is dat een installatie? Ik moet het echt weten. Maar de meeste buizen voelen koud, terwijl de verwarming aanstaat. Onis speelt een slim spel met ruimte en materiaal.

Hilde Onis

Voor ik de expositie verlaat zet een van de medewerkers van Marres de video-installatie van Nils Källgren en Wilf Speller (beiden Dutch Art Institute, Arnhem) voor me aan, zodat ik de video vanaf het startpunt kan bekijken. Het gekke voordeel als je de enige bezoeker bent, maar ook een ervaring die helemaal niet past bij een museum. In tegenstelling tot films in filmtheaters, zijn films in musea tijdloos, in die zin dat ze begin noch eind kennen. Je valt vaak middenin het beeld zonder narratief. Ook deze installatie heeft geen narratief, en net als in het werk van Onis en Ngoya waarmee het de ruimte deelt, gaat ook dit werk over de verhouding tussen object en haar omgeving.

Nils Källgren en Wilf Speller

Het is vreemd om het pand weer te verlaten. Currents #8 And Me, Streams of You stelt relaties centraal. De relatie tussen object en omgeving, taal en betekenis, beeld en geluid, Marres en de wijde omgeving, bezoeker en kunstwerk. Relaties die in tijden van een lockdown in verhouding veranderen op een manier die we nog moeten verkennen. De expositie was er echt, ook al heb je hem niet kunnen bezoeken. Je gunt de deelnemende kunstenaars en curatoren een groot publiek, veel vreemde ogen die komen kijken, ogen met invloed in de kunstwereld, zodat carrières niet in een pandemie worden gesmoord.

Aan het einde van mijn ronde door het pand ben ik moe, maar ook opgetogen. Museum fatigue. Mijn eigen ogen, die na maanden thuis alle patronen in mijn rauhfaserbehang hebben verkend, hebben andere oppervlakten mogen aftasten.

Barbara Strating studeerde filosofie en werkt als programmamaker en moderator.