Other worlds not of our creation: a partial plea for laziness

Hannah Kalverda en Sophie Mak-Schram
Leslie Lawrence

Ik droom over een studio die leegstaat. Musea waar we niet meer naar toe moeten, om toch die [insert art world word] tentoonstelling te zien, zodat we mee kunnen praten met onze culturele collega’s. In 2019 heb ik waarschijnlijk minstens 70 tentoonstellingen bezocht, en bezocht ik 2 à 3 culturele instellingen per week. Mocht ik in 2020 even pauze nemen?

Nee, want:

Over het algemeen staan historische gebeurtenissen in het collectief geheugen gegrift via muziek en iconische film- en fotobeelden. Sinds het afgelopen voorjaar bevinden we ons in een unieke historische situatie. Dat is voor iedereen voelbaar geweest, maar niet altijd even zichtbaar. Juist deze bijzondere tijd schreeuwt om een artistieke interpretatie.
– Capturing Corona, Stroom

Lui zijn was in 2020 tegelijkertijd verplicht en onmogelijk. Toen corona Nederland tot een stilstand bracht, sloten we tijdelijk onze deuren. Maar al snel racete we digitaal verder: tentoonstellingen werden online gezet, curatoren gaven virtuele rondleidingen en kunstenaars moesten hun praktijken omzetten om zowel de nieuwe omstandigheden als de beperkingen daarvan te bespreken.

Voor een jaar waarin het fenomeen expositie plotseling een zo compleet andere lading kreeg, zijn er eigenlijk verbluffend veel tentoonstellingen gemaakt.
Het Nieuwe Instituut in 2020, Het Nieuwe Instituut

Verscholen achter onze inspanningen om te bewijzen dat we subsidies ‘waard’ waren en de race om net iets innovatiever en sneller onze programma’s online te zetten, lag de boodschap dat wij, kunstenaars, cultuurwerkers, niet lui mogen zijn. Wie lui was sloot de deuren. Een werkdynamiek die, voorspelbaar genoeg, de schuld bij de werknemer legde in plaats van bij een systeem dat toch al niet genoeg geld of ondersteuning had. Dus we gingen door met uitputten.

Van levende lichamen tot landmassa’s en zelfs op planetaire schaal: onze wereld is doordrenkt van processen en relaties die uitputten. Deze uitputting is een gevolg van onze aanbidding van ‘produceren’, waarbij we de uitputting en vermoeidheid die hierop volgt over het hoofd zien. De sociale en politieke druk om continu productief te zijn heeft een prijs: een nooit aflatende stroom van werk én overproductie, met als resultaat de consumptie van gevoelige lichamen en allerlei andere middelen.
Fictioning Comfort, Showroom MAMA

De tentoonstelling Fictioning Comfort van Showroom MAMA gaf te midden van deze nieuwe manier van werken gehoor aan een behoefte. Er werd gereflectereerd op het verschil tussen de productieve ruimte (de ruimte waarin productie plaatsvindt, en waarin de ‘gevoelige lichamen’ consumeren of waarin de ‘gevoelige lichamen’ geconsumeerd worden) en de ruimte waarin deze ‘gevoelige lichamen’ tot rust kunnen komen van deze productiviteit (thuis). Dit jaar zijn deze twee soorten ruimtes elkaar noodgedwongen gaan overlappen. Daarmee verloor het ‘gevoelige lichaam’ de waardevolle verschillen tussen deze ruimtes en werd dus ook thuis geconsumeerd.

Verschillende kunstenaars zijn daarom rond een digitaal kampvuur gaan zitten om elkaar verhalen te vertellen. Het vertellen werd ingezet om de behoefte aan betekenisvolle verbinding, comfort en rust op een performatieve manier – en dus via de wegen van de noodzakelijke productie – alsnog te vervullen.

De gevoelswereld, herinnering, verlangen en verbeelding staan centraal.
Joined Narratives, TENT

And so we continue to tell ourselves a taleIn which we forget to see because we think we’re imagining somethingA tale staleWith words like late stage capitalism, bullshit jobs,a numbing tension of perpetual practice and inherent contradiction

Zoals Franco ‘Bifo’ Berardi suggereert in zijn lezing The General Intellect is Looking for a Body (2012), is ‘cognitive work’ machteloos gemaakt door precaritisatie. Dus, hoe kunnen kunstenaars of kunstinstellingen die onder druk staan om bezoekers te behouden en het risico lopen hun subsidies te verliezen, kritisch cognitief werk verrichten (in te kleine gedeelde huizen, inclusief thuisscholing; zonder de zekerheid dat ze volgende maand weer huur kunnen betalen)?

Kunstenaars kunnen hier iets in betekenen. Werken vanuit niet-weten en onzekerheid is hen eigen, nieuwe scenario’s verbeelden ook. Daarmee zouden we in deze crisistijd moeten experimenteren. We kunnen voorstellen voor andere manieren van samenleven in praktijk brengen. Bijvoorbeeld door complementaire maatregelen te ontwikkelen op lokaal niveau – in de hoop dat er structureel grondiger wordt nagedacht over hoe we publieke systemen willen inrichten.
In Quarantaine, Stichting TAAK

Maar, willen we hier iets in betekenen? Of, beter gezegd, is het feit dat werken vanuit niet-weten ons eigen is, iets dat we per se willen omhelzen?

Deze tekst is gedeeltelijk performatief. Hoe kunnen we met het paradox van luiheid in gesprek treden op een manier die zowel kritisch als genereus is (aan onze nood voor stilte, voor pauze en ons afzettend tegen een 24/7 mentaliteit)?

Onderzoek naar de politiek van arbeid bleek ook in 2020 een centraal thema in de Nederlandse kunsttentoonstellingen en -praktijken. Afgelopen jaar ontstond er een paradox rondom de kritiek op gedwongen productiviteit: bij de inspanningen om productief te blijven, werden onze studio’s en musea ontoegankelijk.

Zonder werk zou er geen vrije tijd zijn. De vrijetijdseconomie is pas ontstaan ​​bij de eerste betaalde vakanties in het begin van de 20e eeuw. Campings en resorts ontstonden over de hele wereld en consumenten maakten kennis met opwindende nieuwe vrijetijdsartikelen: opblaasbare plastic dieren, badkleding en designer strandhanddoeken. Vakantie aan zee is het cadeau dat we onszelf geven na een lang werkjaar en een gebruind lichaam is het teken van een goed doorgebrachte vakantie. Fernandes: “Ik ben geïnteresseerd in vragen over hoe werk ons ​​leven regeert, als individu en als kunstenaar. Ik denk dat de introductie van deze cultuur van vrije tijd in het weefsel van ons werkende leven een nieuwe perceptuele en zintuiglijke ervaring heeft gecreëerd.”
Happier Than a Seagull with a French Fry, Hotel Maria Kapel

In de strikte zin van het woord betekent ‘lui zijn’ het gebrek aan de wil om iets te doen. In tegenstelling tot uitstellen heeft luiheid geen motief voor actie. Bij uitstellen verschuif je een taak of actie naar de toekomst. Luiheid heeft geen motief en geen taak. In die zin verwijst luiheid enkel naar zichzelf; het is op niets anders gericht dan op de aanwezigheid van zichzelf. Lui zijn kan dan ook wel in verband worden gebracht met de volledige afwezigheid van de noodzaak tot beweging. Daarmee valt de mogelijkheid van lui te zijn ook wel samen met de privilege om niet te hoeven bewegen – een privilege dat kunstenaars meestal niet hebben.

Lui zijn is daarnaast dus niet hetzelfde als vrije tijd. Vrije tijd is de tijd die bestaat in relatie tot tijd die niet vrij is, ingevuld door werk. Maar de tweedeling tussen werk en vrije tijd is komen te vervallen, mede doordat het verschil tussen werkruimte en rustruimte is komen te vervallen. Werk is alomtegenwoordig.

Toen we met deze tekst begonnen, wilden we een pleidooi voor luiheid schrijven. We wilden kunstenaars en kunstinstellingen aanzetten tot de mogelijkheid van het niksen. Het niksen is naar onze mening een essentieel onderdeel van het creatieve proces, maar wordt al langere tijd ‘aangetast’ door alle apps en de verschillende bijbanen die velen van ons nodig hebben.

Maar, laten we onze argumentatie voor een ogenblik in de geest van paradoxaliteit ondermijnen:

Het afgelopen jaar stond niet alleen in het teken van corona. De Black Lives Matter beweging stelde problemen die al veel langer bestonden aan de kaak, en spoorden onder andere aan tot een gênante erkenning in de kunstwereld. Alsof mensen in een vergadering opeens om zich heen keken en voor het eerst opmerkten dat ze allemaal wit waren.

Even minder cynisch, 2020 was een jaar waarin grotere instellingen eindelijk tentoonstellingen openden die racisme of kolonialisme niet beschouwden als een voorbije gril. Maar deze tentoonstellingen, zoals Say It Loud van het Bonnefantenmuseum, werden niet samengebracht met een bredere discussie over werk. Daardoor bleef zowel het privilege van luiheid onbesproken als dat de vraag bleef hangen wie er wel of niet betaald werd en wordt om antiracistische tentoonstellingen te genereren of inclusie werk te verrichten.

The year I stopped making art, it was before COVID-19. It didn’t take a global pandemic to end my career. I just didn’t manage to pay my tax return on time. It was 2019 and I had a bike accident on one of my shifts when I delivered food to people’s door. The year I stopped making art, it didn’t take for the wealthiest parts of the world to go in total lockdown, to be made redundant from the arts industry.
The Year I Stopped Making Art, Paul Maheke

But if you’re privileged, even if it’s hard

Your hardness becomes a concept

And that concept becomes the dominant experience

Eigenlijk ben ik hier even de weg weer kwijt. Veel van deze tentoonstellingen heb ik toch kunnen bezoeken, omdat ik geen ‘essential worker’ was die tegen de zomer volledig uitgeput of ziek was. Deze tekst van Maheke heb ik, al scrollend, op mijn telefoon gelezen.

A sinking feeling in my stomach

That even this feeling of work pressure

Means I’m probably too meta to really engage with the issue of labour

Een performancestuk dat een brug slaat tussen een individuele online zoektocht naar een collectieve offline ervaring met de focus op performance, kunst en bewustwording.
Transitie programma, Kunstruimte MELLY

In de tussentijd gaan grotere instellingen verder met oneindige uitbreidingen om toch een brug te slaan, om toch een connectie te maken. Maar tussen wie? Was het kunstpubliek in 2020 een publiek dat die brug nodig had?

[…] redirecting efforts to enact solidarity in the realities of pandemic and physical isolation. Cumulatively new contributions might be added as the need or conversation develops.
– Tactical Solidarities, BAK

Cumulatief. Een gesprek dat maar verder rolt. Om me nuttig te voelen begon ik in maart een Google Sheet met digitale tentoonstellingen en evenementen. Ik wilde mensen helpen alle culturele mogelijkheden te vinden. Deze lijst werd al snel te lang, en daardoor eigenlijk onbruikbaar. Het werd een soort ‘dumping ground’ van dingen die ik zelf wilde zien, maar waar ik te moe voor was. Een drang om verder te gaan, om door te bouwen of iets van binnenuit te transformeren, is zo gek nog niet – maar als een gesprek ‘ongoing’ is, durf je niet even pauze te nemen. Je loopt dan het risico dat je achterloopt, of misschien zelfs irrelevant wordt.

In order to be useful within the means of what the institution has already built, Prospections is conceived as a humble framework to keep thinking along with, developing, learning from, and supporting the work of neighboring artists, thinkers, and activists.
Prospections, BAK

Wat voor ondersteuning hebben we eigenlijk nodig? Kunnen we nog van elkaar leren, mensen ondersteunen en dingen ontwikkelen als we hyperonline zijn en alles als mogelijkheid moeten beschouwen? Internationaal werken is op dit moment goedkoper dan ooit, iedereen kan een online ruimte creëren, dus: no more excuses to not work. Ik klap soms voor de performativiteit mijn laptop om zes uur dicht, om hem om zeven uur weer te openen zodat ik alle live-streams, persoonlijke Zooms en Netflix series kan volgen.

Wij zijn gesloten, maar online altijd open!
– Bonnefanten Museum

What is your relationship to excess? Are your rituals of intoxication a means to numb yourself? Or a way to celebrate life against a collective feeling of existential dread? In the ruins of late-stage Capitalism, consumption and hedonism function as a means to escape the body – your body. – Island of Perfection, W139

Rib, in Rotterdam, heeft al sinds 2017 een 24/7 online performanceruimte.

The antechamber is a real space which has a virtual existence and can only be experienced online. It includes an additional line of programming at Rib within its current productive infrastructure. Artists will be asked to work with the camera and the antechamber to give body to an otherwise unproductive time when the gallery as a physical space is closed.
– 247, Rib

Projecterend op onze schermen, op onze herinneringen, hebben alle musea en kunstruimtes nu een online performance ruimte. En zodra we achterover zitten in onze bureaustoelen, staren we niet meer uit het raam naar buiten. Of juist wel?

I begin to dream in pixels, and augment my houseplants with exceeding care

In a neighbouring city, they promote a bigger screen from the relative comfort of a car and I find myself wanting to go

Nothing can be touched

Deze tentoonstelling onderzoekt de grens tussen het menselijke zijn en de krachten van de natuur. Je rijdt veilig in je eigen auto en ervaart alles vanuit je eigen cocon. Maar eenmaal binnen in de show is er nog maar een richting en die is vooruit.
Drive Through Museum, Museum Boijmans Van Beuningen

De tentoonstelling van Museum Boijmans Van Beuningen waarin mensen vanuit de veiligheid van elektrische auto’s kunst bekeken, werd gevierd als een innovatieve nieuwe manier van tentoonstellen. Zolang je maar deelneemt aan de collectieve performance van het grondig handen wassen, kunnen we verder: the show – any show – must go on.

Vooruit naar de toekomst van de tentoonstellingsruimte. In Londen ontstond een project waarin twee kunstenaars zichzelf naakt in een kunstruimte hadden opgesloten en gedurende de drie dagen van hun tentoonstelling zichzelf livestreamde.

Viewers are able to tune in anytime during the 24/7 stream to see how the animals interact when devoid of technological distractions and physical comforts. The exhibition stages an interrogation into human behaviour while in isolation.
Domesticated Animals, Five Years

De krachten van de natuur worden binnen Domesticated Animals niet losgekoppeld van de realiteit van het kunstenaar zijn. Je kan hier niet comfortabel in je auto of stoel blijven zitten. Als, zoals zowel Casco en BAK constateren, onze sector ‘on fire’ is, dan moeten deze gesprekken samenkomen. Onze huidige crisis, waarbinnen we niet lui mogen zijn maar anderen al veel langer die voorrecht kwijt zijn geraakt, is er een waarin klimaatverandering, (koloniale) geschiedenissen en hedendaagse ‘work politics’ innig verstrengeld zijn.

Door middel van zes hoofdstukken – ‘Space’, ‘Navigation’, ‘Work’, ‘Endurance’, ‘Community’ en ‘Time’ – brengt Slow Burn een reeks stemmen samen die nadenken over de politiek van de artist-in-residence en hoe we met zorg en aandacht (care) door het landschap van de kunstwereld kunnen navigeren.
Slow Burn, Hotel Maria Kapel

Is er tijd voor tederheid?

Tevens reageren er makers vanuit verschillende disciplines op de tentoonstelling. Zij geven een interpretatie van hun intieme ontmoeting met de leegte. Deze vertalingen zullen gedurende de tentoonstellingsperiode worden uitgezonden op de website en via sociale mediakanalen van Nest.
Fred Sandback: The Measurement of Space, NEST

Zelfs de leegte wordt tot thema bewerkt en naar ons toegeworpen om mee aan de slag te gaan. De ellipsen behouden echter hun stilte, we bespreken de realiteit toch niet.

Today, in cognitive capitalism, the disease for which it pretends to be the cure, these mechanisms urgently desire us to give away all that we know, whether through having fun at work, through participatory work teams, in cultural quarters, through the former radicals who have become reasonable and given up the ghost of their former subversion, through the rendering of antagonism into imaginal capital. An art of the undercommons reorients strategies of media and cultural intervention around the wisdom to not give away too much or to open up these knowledges to harvest. The art of the undercommons is the wisdom to make worlds while obfuscating subversive knowledges from recuperation.
Stephen Shukaitis, The Composition of Movements to Come

Ik klap mijn laptop dicht. Morgen weer tijd om lui te zijn. Misschien dat we zo toch dichterbij die nieuwe werelden en mogelijkheden komen.

Hannah Kalverda behaalde haar master Culturele Analyse aan Leiden Universiteit en een bachelor Fotografie aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Ze schrijft momenteel haar onderzoeksmaster artikel over narrative agency en heeft een bijzondere interesse in postkoloniale psychiatrie in literatuur en kunst. Daarnaast is ze werkzaam als mediator voor kunstinstellingen en scholen.

Sophie Mak-Schram denkt graag mee over hoe mensen samenkomen, over ‘collaborative practices’ en dekoloniale toekomsten. Opgeleid als kunsthistoricus in de moderne en hedendaagse kunst, is Sophie ook werkzaam als ‘educator’ en producent. Ze doet een PhD als deel van de Europese onderzoeksprogramma FEINART.