Een essay over hoe de aarzeling altijd buiten de boot valt omdat er zelden direct en actief voor haar gekozen wordt
De Twijfel en de Aarzeling aan het woord
De keuze is al gevallen, nog voor er aan een begin begonnen is. Deze Tubelight voegt zich rondom het fenomeen ‘de aarzeling’. Door die koker wordt er naar ons gekeken en daarmee verdwijn ik als vanzelfsprekend naar de achtergrond.
Voordat ik goed en wel begin aan het neerpennen van woorden, pak ik het woordenboek erbij. Ondanks mijn eigen bestaan en de ervaringen die ik in de afgelopen jaren heb opgedaan, twijfel ik aan de definitie van de term ‘aarzeling’. In het woordenboek vind ik het volgende:
“Twijfel is de toestand van onzekerheid waarbij iemand niet goed weet wat hij moet beslissen. Aarzelen is het nog niet kunnen besluiten om iets te doen, wat men van iets vindt en dergelijke.”
Als het niet uitmaakt, geen doel dient, niks loswrikt, geen erkenning krijgt, geen overweging voedt, geen twijfel kent, geen wanhoop biedt, geen duizelingen veroorzaakt, geen actie stimuleert, geen existentialisme benadrukt, geen valse gevolgen faciliteert – waar doe ik het dan voor? Dat is tenminste wat de anderen die ons niet zijn me vertellen. Dat wanneer iets geen van bovenstaande dingen bevat of omarmen kan, ik om de hoek kom kijken. Ik ben een van de weinigen hier op aarde die de eeuwige besluiteloosheid in een doosje wil bewaren. Op een bedje van net gesponnen lamswol, veilig opgeborgen zodat niemand haar eruit kan wurmen. De afgelopen dagen heb ik het weer moeilijk met de benaming die er aan mij gegeven wordt. Hoe wil ik genoemd worden? Hoe wil ik gekend zijn? Het liefste zou ik ongekend en ongezien door de straten struinen, om te verdwalen zoals ik dat de anderen gun. Alles staat altijd zo vast, alles is zo eindig.
“Dubito, ergo cogito, ergo sum”, Latijn voor “Ik twijfel, dus ik denk, dus ik ben”. Het bekende adagium van de Franse filosoof René Descartes is het fundament van de methodische twijfel. Aan alles valt te twijfelen, zelfs aan het zintuiglijk waarneembare, behalve aan het feit dat aan alles te twijfelen valt. Het enige dat zeker is, is mijn bestaan. Maar dat bestaansrecht wordt liever diep weggestopt onder ongewassen lakens, blijft liever ongezien, blijkt een onaanvaardbaar element van het leven.
Bovenstaande veronderstellingen gelden voor de mens als denkend wezen. Ook ik heb redenen om te twijfelen, maar dat lukt me maar tot op zekere hoogte. Aarzelen daarentegen, gaat met onbetwist gemak. Ik belichaam De Aarzeling. Zo stellig heb ik dat al lange tijd niet uitgesproken, maar het lijkt me goed om op dit ogenblik die stelling in te nemen. Voor jij en ik er erg in hebben, denk ik daar waarschijnlijk weer anders over. Het rechtvaardigt geenszins dat belofte schuld maakt. Dat je als lezer over de schouder van de schrijver meedeint en ondertussen vergeet te beleven, is iets waar ik als aarzeling geen speld tussen weet te krijgen. Er is niet eens de mogelijkheid om te aarzelen wanneer de aandacht wordt opgeëist door iets anders dan wat het ‘zijn’ inhoudt.
Het al schrijvend reflecteren verschaft inzicht in de eenzaamheid van het bestaan. Ik wil reïntegreren en een verbeterde relatie aangaan met degene die zich mens noemt. Het blijft een tijdelijk tijdloze, een eenzame in beginsel. De tijd van bewuste eenzaamheid is aangebroken.
Ik ben gewend buiten de boot te vallen. Ik ben het schoolvoorbeeld van bewust eenzaam zijn. Het frisse ochtendbriesje streelt mijn wang. Het lijkt bijna bang om me aan te raken en is tegelijkertijd toch zo liefkozend. De eenzaamheid is voelbaar in de ruimte tussen ons. Ook dit is weer een momentopname waarbij ik De Twijfel niet kan vinden. Het breekt me op: mijn stukgelopen voeten vol blaren kennen alleen de pijn van geen verplaatsing. Jij bent – al lezend – in de tussenruimte gekropen. Je bent er een beetje bij en tegelijkertijd houd je je ernstig afzijdig. Vermijdend, laf haast. Hoe hebben we het zo ver laten komen? Of hebben we geen keuze? Een samenkomst is ons ooit eerder gelukt. Alhoewel, dat denk ik me te herinneren. Wellicht had je je toen nog niet kenbaar gemaakt. In essentie ben jij het enige waar we het continu over hebben. In ieder geval het enige waar we continu mee te maken hebben. Je bent vloeibaar, maar geen losstaande. Je bent in alles verzonken, zonder dat je je daar ooit bewust van bent geweest. Je kunt niet anders. Je bestaat.
Het bepalen vervalst de ervaring. Het blijft een vloeibare houding, een vorm van treiteren. Een gedraging die op grond van miscommunicatie toch een vaste vorm behoudt door de verandering als uitgangspunt te nemen. De kloof van onbehaaglijkheid, beschouwd als agent van de dood. Als hebbende een eindeloze levensduur, als enige.
Ik herschrijf, bevraag en herdefinieer mezelf continue. Daarmee kan ik kan me ook voorstellen dat ‘De eenzaamheid van de twijfel’ zichzelf herschrijft. Ook ik talm, zeker wanneer iets als zekerheid, als feit wordt aangeduid. Er is weinig dat ik zeker weet, behalve dat eeuwige verandering het enige is dat is, dat ‘echt’ is.
Steeds verder naar de achtergrond verdwijnen; zelfs ik zie dat zij dat het allerliefste zouden doen. Hun bewustzijn ebt weg en daarmee ben ik afhankelijk van mijn eigen onvoorwaardelijk bestaan. Ik heb de kracht niet om weg te lopen van de woorden die onlosmakelijk verbonden zijn. Overigens is de waardeloosheid van het woord al ontelbare malen gebleken. Mijn voeten plakken vast aan de grond waar jij ooit stond. Alsof dat de enige manier is waarop ik met je in contact kan komen. Ik weet, zonder het te kennen, dat jij, net als ik, uitkijkt naar het moment van onvermijdelijke samenkomst.
Door tijdelijkheid te omarmen duurt besluitvorming alleen maar langer.
Tussen het weten en vergeten, tussen het vasthouden en loslaten. Een zucht, nog niet van verlichting maar van anderen. Het bereikt me. In de vorm die niemand kenbaar maakt, die nog onnozel en onwetend is. Ik sta steeds machtelozer. Ik wil je vergezellen, zodat je geen eenzaamheid meer kent.
Laat de rest maar lekker twijfelen. Een beetje aarzelen kun je beter aan mij overlaten. Zij zorgen ervoor dat wij onze angsten overwinnen. Het donker betreden zonder aarzeling, bewust van het feit dat er daar uiteindelijk iets gevonden wordt. Enig idee wat je zou willen vinden? We, De Twijfel en ik, worden samen iets buitenaards.
Puck Kroon is werkzaam als kunstenaar, schrijver, redacteur, organisator en curator.