Het meisje dat van de zee naar de rotsen toe springt.

Lien Van Leemput
Boenende man, soloperformance, gezien in het koorgedeelte van de Sint-Baafskathedraal, Gent.

Deze tekst bezoekt twee tentoonstellingen. Er zijn twee manieren om de tentoonstellingen te bezoeken. In chronologische volgorde (volg de nummers die aan het begin van elk tekstje staan) of in willekeurige volgorde (volg de beschrijving die aan het einde van elk tekstje staat). Veel volgplezier.

[0] Ik begin in chronologische volgorde. Dit is de meest gangbare volgorde. Ze geeft mensen een veilig gevoel, en staat mij toe mijn herinneringen zorgvuldig neer te schrijven. Een chronologische volgorde werkt in het voordeel van zowel de herinnering als van de bewaring. Ze verschaft duidelijkheid zowel voor de zender als voor de ontvanger. Ondanks de voordelen van de chronologie kan ik niet beloven dat deze leidend blijft. Alhoewel ik een zeer georganiseerd persoon ben die graag vasthoudt aan structuur, systemen en doelen, kan ik het niet verhinderen mij soms te laten meeslepen door toeval, spontaneïteit en externe triggers. (En misschien maar goed ook.) [Indien ook jij je graag laat meeslepen door spontaneïteit, ga dan meteen naar deel 4A.] [1] Samen met mijn vriend stap ik de Sint-Baafskathedraal binnen te Gent, België. Daar hangt het gerestaureerde veelluik ‘De aanbidding van het Lam Gods’ van de Vlaamse schilder Jan van Eyck, een meesterwerk uit de 15e eeuw. De panelen staan bekend om hun uiterste precisie en detaillering, zijn beschilderd met olieverf in prachtige kleuren, en staan bol van mystiek en verschillende betekenislagen. De kathedraal heeft er een attractie bij: een AR-tour die de bewogen geschiedenis van de panelen toont en laat beleven. [Heb je genoeg van de kathedraal en wil je naar de tweede tentoonstelling? Ga dan naar deel 6.] [2] Er vormt zich een rij van mensen die zich allemaal aandienen voor de AR-tour van het Lam Gods. Iedereen is op tijd. Met afstand gaat iedereen één voor één de crypte binnen waar de tour plaatsvindt. Ik krijg een AR-bril opgezet, die wordt aangeschroefd op mijn hoofd. De bril met hoofddeksel is zwaar. Terwijl ik nog bezig ben met het bekijken van de crypte, word ik reeds aangesproken door een gouden kan, een hologram dat mij zal meenemen doorheen de geschiedenis van het Lam Gods. Ik moet zeggen dat ik onder de indruk ben: de geprojecteerde beelden zijn taferelen waar ik bijna kan instappen, mensen die ik bijna kan aanraken, verhalen die zich in mijn hoofd prenten. Op een heel andere manier dan gewoonlijk word ik meegenomen in de mysteries en omzwervingen van het Lam Gods. Mijn vriend, die naast mij loopt, is laaiend enthousiast. [Wil je mijn vriend aan het woord horen? Ga dan naar deel 8.] [3] Ik twijfel. Ik voel me een beetje gevangen. Alsof ik mijn eigen ogen niet meer kan vertrouwen en er voor mij beslist wordt wat ik moet zien. Alle andere bezoekers rondom mij lijken op te gaan in hun brillen en sprekende kannen. Ik bots tegen een bezoeker aan omdat ik naar het hologram kijk en niet naar mijn eigen voeten. Ik voel me verloren. Ik zet mijn bril af, wijk af van de pijlen, en begeef mij verder in de crypte. Ik raak de koude muren aan en sta versteld van drie houten krukjes met leeuwenpoten als onderstel. Ik ga op eentje zitten en kijk rond, met mijn eigen ogen en zonder bril. Na een uur is de tour afgelopen. De aandachtsspanne van de gemiddelde mens reikt niet verder, dus een uurtje is een uitstekende lengte. [Wil je je niet meer verloren voelen en meteen weten hoe de tekst eindigt? Ga dan verder naar deel 10. Wil je eerst nog wat zoeken en graven? Ga dan naar deel 9 alvorens naar deel 10 te gaan.] [4] De spanning wordt opgebouwd. Het is tijd voor het ‘echte’ Lam Gods. De panelen bevinden zich in de kathedraal zelf en zitten gevangen – of worden beschermd door, afhankelijk van hoe je het ziet – een glazen kooi. Het is donker, maar de spots verlichten de olieverfkleuren. Een heel verhaal ontvouwt zich voor mijn ogen. Opnieuw, ik ben onder de indruk, maar op een of andere manier voelt het vreemd om naar kunst in een glazen kooi te kijken. Ik word afgeleid, en begin aan mijn eigen wandeling doorheen de kathedraal, daarbij opnieuw de pijlen niet volgend. [Benieuwd waar de titel van deze tekst vandaan komt? Ontdek het in deel 7A.] 

[4A] Ik dwaal af. Ik loop langsheen de kapellen het koorgedeelte binnen. Het is er donker. Ik ben alleen. Zodra mijn ogen wennen aan het schemerlicht, zie ik een man op het koorgedeelte staan. Hij beweegt heel langzaam. Hij heeft een katoenen doek in zijn handen. Ik zie dat hij die gebruikt om de koorstoelen te boenen. Hij volgt daarbij de vorm van elke stoel. Alle koorstoelen hangen aan elkaar vast, alsof het één groot meubilairstuk is. De man boent van stoel naar stoel. Eerst de handvaten, dan naar boven via de armleuningen, de rugleuning, en zo weer naar beneden via de andere armleuning. Ik sta perplex. Het is alsof ik naar een dans sta te kijken. De man beweegt van stoel naar stoel zoals golven elkaar opvolgen, en hij danst mee op elke golf. Hij heeft geen haast, lijkt zich ook niet bewust te zijn van de horde bezoekers die zich in de kathedraal bevinden. Hij verricht nuttig werk, hij kuist de stoelen op. Ik kan mijn ogen niet van hem afhouden. Dit is het topstuk van de kathedraal, een solo performance, een experimentele dans, opgevoerd enkel en alleen voor mij. [Voor nog meer uitzonderlijke lichamen, ga verder naar deel 6A.] [5] Mijn vriend en ik verliezen elkaar uit het oog. “Waar was je nu toch?” vraagt hij. Ik mompel dat ik wat in de andere kapellen was gaan rondneuzen. Hij vertelt mij alle details van het Lam Gods, zijn enthousiasme is onverstoorbaar. Hij somt allerhande dingen op die ik niet heb gezien. Ik voel me een beetje schuldig. Ik vertel hem niet over de man, omdat ik het voorval niet kan plaatsen. Maar zijn bewegingen blijven in mijn hoofd zitten/ronddwalen. Mijn vriend vond de tentoonstelling duidelijk erg interessant. “En wat vond jij?” vraagt hij. Ik weet niet zo goed wat te antwoorden. Ik veins oprechte interesse: “Ja, heel mooie kleuren.” De ‘performance’ die ik zonet zag zou ik nu niet meteen interessant durven noemen… of wel? Ik steel een bidprentje uit de kerkshop en we stappen de kathedraal buiten. [Indien je wil weten wat we eigenlijk precies kwamen doen in de kathedraal, keer terug naar deel 1.] [6] Bioscopic Books vindt plaats in de Kunsthal te Gent. Er zijn verschillende expo’s aan de gang, waaronder ook deze expo over kunstenaarsboeken die zich verdiepen in het medium film. Er wordt ook een aantal films vertoond. Het filmprogramma wordt mede georganiseerd door Art Cinema OFFoff en onderzoekt de relatie tussen wat kan worden gezegd/geschreven en wat kan worden getoond/tentoongesteld. Ik ben onder de indruk van de film ‘L’imitation du cinéma’ van Marcel Mariën (1960). Stukken verhaal flitsen aan mijn ogen voorbij. De beelden roepen associaties op en dagen me uit zelf een verhaal vorm te geven. Mijn vriend vindt het vreemd. “Hier is toch geen verhaal aan vast te knopen?” zegt hij. En dat maakt het net zo mooi. [Wil je naar het vervolg van de tentoonstelling? Sla dan 6A over en ga naar deel 7.] [6A] Handen bewegen over het scherm, twee lippen, een paar benen. Een groot kruis tussen twee borsten. Alles speelt zich af in zwart-wit. Toch lijkt de jongen lichtblauwe ogen te hebben. Twee vingers knellen een tepel samen. Een baby valt net niet van de stoep af. Een blinde bedelaar krijgt frietjes in plaats van munten, ik kan ze bijna ruiken. Surrealistische gebeurtenissen en stukken van lichamen vormen een verhaal in mijn hoofd. Ik moet denken aan het bidprentje dat ik stal. Een icoon van Maria in zwart-wit, levensecht afgebeeld, alsof het een foto is van haar gelaat. Ze kijkt een beetje scheef in de lens, net zoals de Mona Lisa. Haar gelaat is gedrukt op een glossy dun papiertje. Ik leg mijn hand op haar gelaat terwijl ik naar de film kijk. [Als je wil weten waar het bidprentje vandaan komt, keer dan terug naar deel 5.] [7] Op de bovenverdieping liggen verschillende boeken uitgestald die op een of andere manier met film te maken hebben. De boeken zijn opgedeeld in 3 verschillende categorieën: tijd, beweging en narratief. Opnieuw zie ik handen en lichamen die een scène ontvouwen. Ik kan de meeste boeken jammer genoeg niet aanraken, ze liggen allemaal opgeborgen in glazen tafels. Ook hier is sprake van een soort glazen kooi voor de objecten, een barrière die dient om onze handen in bedwang te houden. Ik kan niet zien welke scène zal volgen op de pagina’s die open liggen. Ik laat de beelden rondzweven in mijn hoofd. [Wil je meer lezen over de glazen kooi? Keer terug naar deel 4.] [7A] Ik zie madeliefjes die een hoofd vervangen, een vrouw loenst van achter haar zonnebril, handen werken zich in de knoop, monden zoenen, net buiten het beeld, of net buiten de bladspiegel. Een man stapt uit het kader en stapt er in het volgende terug in. Bergen zijn blauw langs links, en sepia langs rechts. Vogels vliegen op papier en ook straaljagers razen voorbij. Ik voel me voyeur en flaneur tegelijkertijd. Ik mis het dat ik het papier niet mag aanraken, maar de beelden zetten toch een verhaal in gang, in mijn hoofd. Ik koop een geel boek en neem een prachtige poster mee van een meisje dat van de rotsen de zee inspringt, of andersom, een meisje dat van de zee naar de rotsen toe springt. [Wil je op een andere manier verhalen vormen in jouw hoofd? Keer dan terug naar deel 2.] [8] Frisse lucht. Ik laat de wind doorheen mijn gedachten waaien. Ik kan ze niet goed aan elkaar knopen. Daarvoor heb ik woorden nodig, maar die zijn er (nog) niet. Ik bespreek met mijn vriend beide tentoonstellingen. “Een paar boeken achter glas,… ik vond het eigenlijk een beetje saai. En ik ga écht geen bloot kindje dat in zee springt ophangen.” We hebben duidelijk heel andere meningen. Ze kunnen niet verder uit elkaar liggen, zo heb ik het gevoel. Ik probeer te verwoorden waarom bepaalde beelden, al dan niet bewegend, zo een indruk hebben achtergelaten op mij en hij probeert net hetzelfde. We twijfelen. We komen tot de conclusie dat we twee andere boeken kunnen schrijven, of twee andere films zouden kunnen maken. We gaan dan maar taart eten samen. [Wil je nog wat meer twijfel? Keer dan terug naar deel 3.] [9] Ik ga op zoek. Op zoek naar betekenissen en definities. “De eigenschap van goederen en diensten om in bestaande behoeften te voorzien”, zo zegt Google. Ik laat Google voor wat het is en graaf in mijn hoofd. De tentoonstellingen voorzien inderdaad in een behoefte, maar die behoefte is niet bestaand, ik kan de behoefte zelfs niet benoemen. Bovendien wordt die behoefte uitgelokt door de diensten en goederen zelf. Klopt de betekenis dan nog? Ik denk dat ik eerst de juiste vragen aan mijzelf moet stellen. Eén: waarom heeft de boenende man zo’n verpletterende indruk op mij achtergelaten? Twee: hoe komt het dat ik hem verbond aan de Bioscopic Books tentoonstelling? Drie: hoe kan kunst twee totaal andere ervaringen teweeg brengen? Zucht. Adem. Denk na. (pauze) [Dit deeltje toch gelezen? Ga dan verder naar deel 10.] [10] Plotseling kan ik de losse eindjes aan elkaar knopen. En dat zijn er heel wat. Het alledaagse van repetitieve en schijnbaar doelloze bewegingen, handelingen van lichaamsdelen, het nut van bladspiegels, het vertellen van verhalen aan de hand van beelden, maar ook van woorden. Elementen zoals bevreemding, twijfel, beweging en papier. Schijnbaar normale en spontane gebeurtenissen zetten een beweging in gang, een ervaring, een reflectie. Gevoelens die ik niet met woorden kan benoemen. Ik neem het touw vast dat mij wordt aangereikt en knoop alles aan elkaar, in willekeurige volgorde. Heden en verleden lopen door elkaar. Ik heb dit al eens eerder meegemaakt, zo lijkt het, maar telkens opnieuw vergeet ik het. Het voelt alsof ik een mooie droom had die ik vergeten ben wanneer ik wakker word. Ik kan de droom niet helemaal grijpen. Gelukkig keert de droom soms terug en dan herinner ik me plots wat ik al die tijd vergeten was. [Einde, of je kan ook terugkeren naar het begin, als je nog weet waar het begin is.]

Lien Van Leemput is grafisch ontwerper en schrijver. Haar interesseveld schippert tussen het banale en het bijzondere, tussen het rationele en het absurde. Ze probeert de alledaagse wereld te vatten in woorden, beelden en bewegingen.

'L’Imitation du Cinéma', Marcel Mariën (1960), Bioscopic Books, 2021, Kunsthal, Gent.
'L’Imitation du Cinéma', Marcel Mariën (1960), Bioscopic Books, 2021, Kunsthal, Gent.
'L’Imitation du Cinéma', Marcel Mariën (1960), Bioscopic Books, 2021, Kunsthal, Gent.