Beste flaneur,

Noor Nuyten
Mark Manders, VOORTMANHUIS, GENT (2012). Foto: Dirk Pauwels

Gent is een idyllische stad voor een romantisch weekendje weg. Neem de tuin van de bekende Sint-Pietersabdij, waar jong en oud, in alle rust, kunnen zonnen, studeren, bijpraten en de komende vijf maanden leesvoer halen. Elke dag, behalve maandag, is  de tijdelijke openluchtbibliotheek in de Sint-Pietersabdij toegankelijk. Iedereen kan hier boeken lenen in ruil voor een vrijwillige donatie aan 11.11.11; een Belgische ontwikkelingsorganisatie. Eenmaal een boek uitgezocht kun je ongestoord in de abdijtuin lezen. De kunstenaar van dit werk, Massimo Bartolini (1962) heeft, door de kwaliteiten van de tuin uit te buiten, een utopische plek gecreëerd.

Het streven naar utopie lijkt de drijfveer achter TRACK. De tentoonstelling,  samengesteld door Philippe Van Cauteren, artistiek directeur van S.M.A.K en Mirjam Varadinis, curator hedendaagse kunst in Kunsthaus Zürich, bevat werken van 41 kunstenaars verspreid over de historische stadsdelen van Gent. Het enige dat de kunstenaars van TRACK gemeen hebben is dat zij allen een dialoog aangaan met de omgeving. Volgens Van Cauteren ‘zal TRACK geslaagd zijn wanneer het finaal een denkspoor achterlaat over de hedendaagse stedelijke realiteit’. De verdere inhoud van de tentoonstelling mag door de bezoeker zelf ingevuld worden, iets dat de Belgische kunstwereld typeert; een te theoretische onderbouwing is taboe, kunst moet zelf spreken.

Langzaamaan verspreiden de verhalen over TRACK zich door de stad: over de buurman die aangenaam verrast was door een kunstwerk in zijn favoriete antiekwinkel, de bezoeker die verdwaalde in Gent omdat zij zich liet verleiden door de middeleeuwse straatjes die onverwachts veranderden in een doolhof, het pand dat al jaren leeg bleek te staan en de kunst zelf die de één teleurstellend vindt en de ander een openbaring. Kortom, TRACK is een tentoonstelling voor iedereen, zelfs als je geen rittenkaart hebt gekocht kan je, met behulp van de krant De Standaard vele kunstwerken ontdekken. Toch is er een soort bezoeker voor wie TRACK tijdverspilling zou kunnen zijn. Dat is degene die geamuseerd wil worden, die enkel wil consumeren. Voor TRACK is namelijk het tegenovergestelde, een actieve houding, een engagement, nodig.

Omdat de wijken waarin TRACK zijn intrek heeft genomen verspreid liggen, zijn er fietsen te huur bij S.M.A.K en op twee treinstations. Elke wijk heeft een meetingpoint waar informatie te verkrijgen is. Een daarvan is CAMPO Victoria, op anderhalve kilometer afstand van het huis Voortman, waar een installatie van Mark Manders (1968) te vinden is. Dit is een huis met geschiedenis, die Manders zich eigen heeft gemaakt. De vroegere bewoner, een voormalige directeur van een textielfabriek, lijkt nog rond te zwerven in het huis, al is het enkel de protserige huisstijl. Als bezoeker bemerk je dat er jarenlang niemand de sierlijke trapleuning, gemarmerde muren en houten vloeren heeft aangeraakt. De werken van Manders zijn als vanzelfsprekend aanwezig. Manders bouwt al sinds zijn achttiende aan zijn mentale ‘zelfportret als gebouw’, een gebouw met verscheidene ruimten. Hier heeft Manders zeven kamers gevuld. In elke kamer is een andere opstelling van bronzen en kleien mens- en dierfiguren, zelfontworpen kranten, dagelijkse objecten en tekeningen te vinden. Manders lijkt te schrijven met deze objecten; te dichten met beeld. Veel elementen uit Manders vroegere werk zijn terug te zien, maar dat is niet storend. Zoals de kunstenaar zelf zegt: ‘Er is geen verschil in hetgeen ik vierentwintig jaar geleden maakte en wat ik gisteren heb gemaakt’. In dit gebouw staat de tijd stil, alsof er iemand zijn adem heeft ingehouden.

Aan de andere kant van de weg is de volgende locatie gelegen, de Maria Goretti kerk, met werk van Benjamin Verdonck (1972). In tegenstelling tot het huis Voortman is dit gebouw nog volop in gebruik; bij binnenkomst kan de bezoeker verrast worden door een verwelkomend orgelgeluid. Hoewel het geluid geen onderdeel is van het werk abc van Verdonck, gaat het er wel een interactie mee aan. abc bestaat uit het oudst bekende Nederlandse liefdesversje, ‘Hebban olla vogala nestas’, geschreven met nagebootste massaproducten die zijn gebruikt als letters uit het alfabet en opgesteld op een plank aan de muur.

Elke locatie heeft charme. TRACK lijkt alle bijzondere plekken in Gent te hebben benut. Behalve de Sint Baafs Kathedraal in het hartje van Gent. Deze locatie is gereserveerd voor Jan Hoet en Hans Martens met hun, zoals ze het zelf communiceren, ‘gratis tentoonstelling’, genaamd Sint-Jan. De geest van Hoet’s tentoonstellingen Chambre d’amis en Over the edges waart nog rond in Gent en komt veelvuldig naar boven in de vorm van geromantiseerde verhalen waar TRACK, soms tevergeefs, tegenop moet boksen. Deze verhalen maken TRACK en Gent uniek, zij zijn het bewijs van een stad die om kunst geeft en waar met overtuiging word gestreden voor cultuur.

Ook Nederlandse kunstenaars trekken ten strijde voor cultuur. Zoals Erik van Lieshout (1968), die gedurende de periode van TRACK zijn intrek neemt in een leegstaand winkelpand in de Dampoortstraat. In zijn nieuwe behuizing toont hij openlijk zijn frustraties over de radicale bezuinigingen van de Nederlandse overheid. Het is een ware beleving om het winkelpand binnen te stappen. De vloer van de ruimte is opgehoogd waardoor de keuken half in de grond wegzakt en het toilet onbruikbaar is geworden, waardoor je als bezoeker het besef van de menselijke maat kwijtraakt. Deze verloren realiteitszin lijkt nauw verbonden met de openlijke kritiek op het huidige kunstklimaat. Hopelijk blijft van Lieshout nog even op deze barricade staan.

Naast het geven van expliciete kritiek zijn er ook Nederlandse kunstenaars die gestaag blijven bouwen aan een socialere wereld, zoals Bart Lodewijks (1972). Gedurende TRACK laat Lodewijks zijn sporen achter in de Zonder-naam straat: krijttekeningen bestaande uit zorgvuldig gezette lijnen die de architectuur, de Gentenaren en de bezoekers met de kunst en vooral met elkaar verbinden. Lodewijks werkwijze weerspiegelt het fundament van TRACK. Gedurende vijf maanden zal TRACK een zorgvuldig gewoven web creëren, dat de grens tussen publiek- en private ruimtes laat vervagen. Ieder kan onderdeel worden van dit web: welkom in Gent!

Bart Lodewijks, A PROJECT WITHOUT NAME (2012). Foto: Gonzales