Iedereen die ooit na een lange vakantie neerdaalde op Schiphol kent het gevoel van verwondering over die strakke velden daar beneden, de hoge mate van ordening en regelmaat en het grote contrast met het exotische landschap waar je eerder die dag was opgestegen. Het cliché klopt: Nederland is tot in de puntjes gereguleerd en vormgegeven. Nederland is af.
Dat niet ieder hoekje van ons land is bereikt door beleidsmakers, stadsplanners of natuurbeschermers toont de huidige tentoonstelling bij Ellen de Bruijne Projects. Het is verbazingwekkend om te ontdekken dat kunstenares Lara Almarcegui er de afgelopen jaren in slaagde meer dan honderdvijftig ruïnes te traceren in Nederland. Geen tot in de puntjes geconserveerde monument-ruïnes als het oude kasteel van Brederode, maar echte, aan hun lot overgelaten bouwwerken die brokkelend staan te wachten tot weer en wind hun werk doen.
Van vijfentwintig van deze ruïnes hangt een simpele, eenvoudig ingelijste foto aan de wand. Het is een sobere presentatie die de aandacht van de bezoeker al snel leidt naar een boekje, waarvan meerdere exemplaren liggen op een tafel in het midden van de ruimte. In dit gidsje, dat gelijktijdig met de tentoonstelling verscheen, staan alle honderdvijftig bouwvallen afgebeeld, geografisch geordend en met korte tekstjes en plattegrondjes. Zonder onderscheid zijn ze samengebracht; onafhankelijk van hun cultureel, historisch of economisch belang. Sommige ruïnes blijken beroemdheden, zoals het spookhuis op de Scheveningse pier of het paviljoen van sanatorium Zonnestraal, andere zijn anonieme boerenschuren. Van enkele ruïnes is nauwelijks meer over dan een berg puin of wat fundamenten, terwijl andere bijna intact zijn, op wat gebroken ruiten na.
Stuk voor stuk zijn het de overblijfselen van gebouwen die in de afgelopen tweehonderd jaar zijn gebouwd. Betonnen bunkers, lege fabrieksloodsen en ingestorte boerderijen vullen de pagina’s van het boekje. Ze hebben uiterlijk weinig gemeen met de bemoste kasteelwallen of afgebrokkelde klassieke tempels die sinds het einde van de achttiende eeuw ons idee over ruïnes bepalen. In die periode begonnen schrijvers en kunstenaars namelijk waardering te krijgen voor de poëtische kracht van het verval. Vanaf toen werden oude bouwwerken, die tijdenlang vooral gezien waren als een voorraad bouwmateriaal, plotseling beschouwd als herkenningstekens van de vergankelijkheid. Men zag de ruïnes als herinneringen aan de voorbijgaande tijd – aan de overwinning van het nieuwe over het oude, maar ook als een voorbode van het lot dat alles wat nu nog nieuw is eens te wachten zal staan.
Zo beschouwd zijn Almarceguis moderne ruïnes wel degelijk waardige opvolgers van kasteel Valkenburg en slot Egmond. Terwijl bij dergelijke overblijfselen uit het verleden het verval intussen zo veel mogelijk tot een halt is gebracht door conservering en consolidatie, liggen Almarceguis vondsten er onbeheerd bij. Haar project is een ode aan de onbestemdheid. De honderdvijftig ruïnes zijn open plekken in een woud van regulering; zij functioneren als de schakelaars van een tijdmachine. Wie het boekje in handen krijgt, gaat direct op zoek naar ruïnes op plekken die hij of zij kent. Je herinnert je hoe die ene fabriek vroeger nog in werking was, hoe dat andere pand altijd al onbewoond was, of vraagt je af wat er zal overblijven van de schoonheid van weer een ander gebouw als het straks wordt verbouwd tot luxe appartementen.
De onnadrukkelijke manier waarop het hele project is vormgegeven draagt bij aan de openheid. Nergens treedt Almarcegui zelf op de voorgrond. De hele presentatie – zowel in de galerie als in het boekje – is terughoudend en eenvoudig. De foto’s zijn niet opvallend mooi, maar geven een kenmerkend totaalbeeld van elke ruïne. Over de verschillende bouwwerken wordt (voor zover bekend) alleen wat feitelijke informatie gegeven over wanneer iets werd gebouwd, wie de eigenaars waren en waarom het gebouw aan zijn lot werd over gelaten. Almarcegui laat daarmee alle ruimte open voor een eigen benadering van de poëzie die in de ruïnes verscholen ligt. Haar grootste daad is het vinden en vastleggen van deze verloren bouwwerken, en vooral het ons erop wijzen. Door de tentoonstelling, maar vooral door het boekje, want daarin krijgen haar vondsten pas echt vorm. In ons overgereguleerde Nederland zijn open plekken als deze zeldzaam, en dus kostbaar. De vondst van zulke plaatsen is, zoals Almarcegui in haar inleiding schrijft, ‘iets om dankbaar voor te zijn’. Almarcegui biedt ons de mogelijkheid om deze vrije ruimte zelf opnieuw te ontdekken. In het echt, maar bovenal in ons hoofd.
GUIDE TO RUINED BUILDINGS IN THE NETHERLANDS XIX-XXI CENTURY
Lara Almarcegui
T/m 5 april 2008
Ellen de Bruijne Projects
Rozengracht 207-A, Amsterdam
www.edbprojects.nl
RUÏNES IN NEDERLAND XIX-XXI
Lara Almarcegui
208 pagina’s / 19,50 euro
ISBN 978-90-5973-092-2
Episode Publishers
www.episode-publishers.nl