Niet op reis

Wytske Visser
Rudy J. Luyters, ZEA MAYS L. SSP. MAYS, 2008

Nederland is een internationale triënnale rijker. De nieuwe driejaarlijkse tentoonstelling in Apeldoorn heeft als thema tuin- en landschapsarchitectuur en bestaat uit verschillende manifestaties georganiseerd in bestaande instituten als het Kröller Müller Museum. Enkele presentaties vinden ook plaats op tijdelijke locaties, zoals in de Nettenfabriek.

In opdracht van het Fonds BKVB heeft curator Huib Haye van der Werf in de oude Nettenfabriek de tentoonstelling Power of Place georganiseerd. Het is een vervolg op de studiereis die het Fonds BKVB in 2007 organiseerde. Curatoren, kunstenaars, landschapsarchitecten en anderen reisden toen dwars door Amerika om nader onderzoek te doen naar de betekenis van het landschap en de openbare ruimte in dit uitgestrekte land. Voor deze tentoonstelling heeft Van der Werf niet alleen kunstenaars uitgenodigd die meereisden naar Amerika, maar ook een aantal anderen. Zijn opzet voor de tentoonstelling is vrij breed. Veel facetten van het onderwerp ‘landschap’ zijn vertegenwoordigd.

In de Nettenfabriek werden een aantal landschappen gecreëerd die sterk doen denken aan een Amerikaans landschap. Midden in de ruimte heeft kunstenaarsgroep Het Observatorium bijvoorbeeld een ‘asfalt podium’ gemaakt. Brokstukken asfalt liggen op elkaar gestapeld over een groot oppervlak. Door de warmte in de hal stijgt een teerlucht op uit deze asfaltberg, die ooit een weg vormde. Achter deze opgebroken highway heeft Erik Odijk een wandtekening gemaakt van een rots. De rode rots is aan het afbrokkelen, zoals het landschap van Amerika ook sporen van verval vertoont.

Een ander ‘landschap’ is van Rudy J. Luyters, evenals Odijk, deelnemer aan de reis. Luyters maakte in de fabriekshal een vloer van gedroogde maïskorrels over een oppervlakte van 350 vierkante meter. Maïs is een belangrijk product in de Amerikaanse samenleving. Meer en meer wordt maïs niet alleen gebruikt als voedsel, maar als hoofdbestanddeel voor non-food producten. Tegenwoordig is maïs niet alleen een voedingsmiddel maar ook handelswaar, waaraan vooral door grote handelsmaatschappijen veel verdiend wordt.

Andere werken gaan meer over een bestaand landschap, zoals de heldere foto’s van Lara Almarcegui die een vervallen boerderij en een oud kantoorgebouw tonen. Voor haar gids Ruïnes in Nederland XIX-XXI (2008) ging Almarcegui op zoek naar industriële monumenten uit de negentiende en twintigste eeuw. In een compleet georganiseerd land als Nederland zijn dit ruimtes om dankbaar voor te zijn, schrijft Almarcegui.

Soms is het natuurlijke landschap veel minder ‘natuurlijk’ dan gedacht, zoals in de video Chorus (2008) van Philippine Hoegen. In de donkere ruimte wordt een bos geprojecteerd. Voor de nog lage bomen ligt een grasveld. Je hoort wat geluiden van buiten, een krekel, het geruis van het gras. Je waant je een beetje in de natuur, luisterend naar de stilte. Heel geleidelijk klinkt een autoalarm in de achtergrond, maar met een beetje fantasie zou het ook een vreemde vogel kunnen zijn. Dan komt met veel geraas een helikopter overvliegen. Geen moment komen deze laatste geluiden vreemd over, terwijl ze toch helemaal niet bij dit plaatje horen. Zowel de menselijke als de natuurlijke geluiden lijken gewoon bij dit landschap te passen.

De ‘fonds’-reis is misschien wel het meest nadrukkelijk aanwezig in ‘het kennis kabinet’, ingericht door Tjerk Ruimschotel. Zijn kabinet bestaat uit vitrinekasten vol boeken – onder andere over het Amerikaanse landschap – en ‘restanten’ van de reis zelf. Aan de muur hangt een print van de weblog die de deelnemers bijhielden. In de smalle ruimte van het kabinet tref je enkel een papieren weergave van de reis. Maar tussen die verzameling vliegtickets, toegangskaartjes en boeken is weinig te vinden over de resultaten van de reis. Ook kun je de verzamelde boeken niet doorbladeren of bekijken. Er is geen mogelijkheid je te verdiepen in de problematiek van bijvoorbeeld de publieke ruimte in Amerika. Het is slechts een statische interpretatie van de reis.

Wellicht dient het werk van Frank van der Salm beter dan deze registratie van de reis. Van der Salm plaatste 50.000 digitale foto’s van alle deelnemers achter elkaar. In snel tempo volgen de foto’s elkaar op. Hierdoor vloeien sommige beelden samen en is soms niet goed te zien wat er precies gefotografeerd werd. Doordat er zoveel beelden achter elkaar geplaatst zijn, is er geen hiërarchie in te onderkennen. Mooie foto’s flitsen net zo snel voorbij als snapshots. De grote hoeveelheid beelden verbeeldt op deze manier misschien ook wel de ervaringen van de deelnemers aan de reis. Er was zoveel te zien, zoveel om over na te praten en te discussiëren…

Met Power of Place geeft Van der Werf een uitgebreid inzicht in het denken over landschap. De visies van de kunstenaars op het landschap zijn voor de toeschouwer een beginpunt om verder te denken over wat landschap voor hem of haar betekent: wat is die ‘power of place’? Moeten we ervoor reizen? Niet persé. De bijzondere plek is waar wij ze zelf vinden. Van der Werf stelt voor om plekken opnieuw te ontdekken door ze weer te bezoeken en ze dan met andere ogen bekijken. Je hoeft niet te reizen, blijkt uit een citaat van Proust dat aan het begin van de tentoonstelling hangt. Het gaat erom dat je het heelal door de ogen van iemand anders kunt zien, of misschien wel door de ogen van honderd anderen.

POWER OF PLACE
Met o.a. Erik Odijk, Rudy J. Luyters, Lara Almarcegui, Philippine Hoegen, Tjerk Ruimschotel, Frank van der Salm
t/m 28 september 2008

Nettenfabriek
Spoorlaan 29,
Apeldoorn

In het kader van de Triënnale, Apeldoorn

In september organiseert het Fonds BKVB een debattenreeks onder de titel De verloren dimensie – op zoek naar de sociale betekenis van het landschap

Erik Odijk, CUPCAKE, 2008