North East South West. Nederland in vogelvlucht

Daphne Pappers

De Amerikaanse kunstenaar Greg Colson (1956, Seattle, Washington) werkte in de zomer zes weken in Amsterdam, te gast bij Galerie Art Affairs. Aan het eind van zijn verblijf toont hij tekeningen, kleurenetsen, een map piece en een pie chart.

Greg Colson ‘beschrijft' de wereld op verschillende niveaus. Zonnestelsels en luchtfoto's van grootstedelijke architectuur tonen de grove patronen, het microniveau wordt zichtbaar in de frenologieën -collages van het menselijk brein waarin morele waarden zijn opgenomen zoals friendship, self esteem, emotion. Als een cartograaf vangt Colson steden in netten van latjes, als een statisticus verbeeldt hij in cirkeldiagrammen (pie charts) menselijk tijdverdrijf of uitgavenpatronen. Hij blijft afstandelijk, ook in zijn cartoons. Als jongen was hij bezeten van cijfers. Hij vond het interessant om te zien hoe sportprestaties werden omgezet in schema's en grafieken. De drang van de Westerse mens om de complexe wereld in zijn greep te krijgen door vereenvoudiging, daar gaat Greg Colsons werk over. Hij doet dat op een ‘aannemelijke' manier, want dan komt volgens hem de absurditeit van pogingen van rekenkamers en organisaties als het CBS het beste over. Dat meten alleen ontoereikend is om de wereld te beschrijven, komt in zijn kunst op een bijzondere manier naar voren.

In Bakersfield en Claremont, California, studeerde Colson enkele jaren beeldende kunst aan de universiteit. Daar ontmoette hij Edward Ruscha, die hem stimuleerde in zijn kunst. Hij deed kennis op van sociologie, filosofie en fenomenlogie. Heideggers theorie, dat iedereen zijn eigen realiteit construeert aan de hand van zijn eigen perspectief, fungeert voor Colson nog steeds als leidraad bij het maken van zijn werk. Dat begint met de materialen waarmee hij werkt: gevonden latjes, potloden, stukken bezemsteel, een wc bril, een brievenbus of een rubberband. Iedereen heeft zo zijn eigen referentiekader om deze objecten een betekenis te geven. Colson doet een beroep op het vermogen van de kijker om er iets anders in te zien, zijn oude perspectief te laten varen. Zijn map pieces, waarvan hij nu een Amsterdamse versie maakt, zijn enerzijds opstapelingen van latjes en andere langwerpige vormen, maar ook stadsplattegronden. En dan kom je bij het paradoxale aspect dat Colsons werk interessant maakt. Zijn eigen perspectief blijkt een verregaande simplificatie te zijn van de werkelijkheid. Hij laat straten weg, geeft met een blauwig groen waterwegen aan, met een rood potlood het red light district, maar daar blijft het ook bij. Hij werkt niet specifiek, zijn benadering is generalistisch. Colson laat zoveel open dat het cliché geen kans krijgt zich te nestelen. De keuze voor de objecten en hun nieuwe compositie staan garant voor een nieuwe kijk.

Zijn eerste Europese ervaringen dateren van begin jaren negentig toen hij in Sint Petersburg deelnam aan een tentoonstelling, samengesteld door Pontus Hulten. Daar ontmoette hij Konrad Fischer die zijn Duitse galeriehouder werd. In Amsterdam bezocht Colson het Rijksmuseum waaraan hij een onuitwisbare herinnering overhield: Het Melkmeisje van Vermeer.

Hij ervaart in dat schilderijtje een ultieme spanning tussen het fysieke materiaal en de betekenis: de schildertrant roept voor een dergelijk banaal onderwerp een ongekende dramatiek op. Die spanning, tussen materiaal en onderwerp, is in Colsons werk ook te vinden, of zoals hij het zelf uitdrukt: "embracing the contradiction".

Schijnbaar ongerelateerde voorwerpen zoals een vis, een lamp, een fiets en een sleutel voeren de boventoon in zijn nieuwe pie chart (cirkeldiagram). Deze keer diepte Colson info op over bestedingspatronen van Nederlandse huishoudens en verwerkte die in taartpunten met onderwerpen als reizen, huis en onderhoud, voeding etc. De cirkel, de wereld, bevat Colsons visie op de officiële cijfers. Hij sjoemelt met de werkelijkheid, en geeft net als het CBS slechts een vereenvoudiging. Greg Colson laat een subjectief perspectief zien van een objectief perspectief. Daar waar de Westerse cultuur doorslaat in zijn positivistische analysedrang, biedt Colson in zijn kris kras schemata genoeg ruimte voor mijmeringen en persoonlijke interpretatie, voor een esthetische ervaring. Wat analytici de residufactor noemen, is bij Colson de artistieke drijfveer. Zogenaamd welbegrepen factoren van de werkelijkheid worden op een blaadje gepresenteerd, maar je voelt aan alle kanten dat er ruimte is die je zelf moet invullen. It's up to you.

Met zo'n ‘opdracht', het beschrijven van de wereld, kun je natuurlijk gemakkelijk verzanden in eindeloze vergelijkingen tussen landen en verstrikt raken in een poging de hele wereld in al zijn facetten te beschrijven. Gelukkig is deze wetenschappelijke neiging de kunstenaar Colson vreemd en houdt hij zijn ogen open voor nieuwe vormen die zijn pad kruisen en die onder zijn handen een nieuwe betekenis krijgen.

GREG COLSON, tm 2 okt, en een selectie van werk in een groepstentoonstelling van 5 okt tm 14 dec

Galerie Art Affairs, Wittenburgergracht 313, Amsterdam, open di tm za 13-18, 1e zon vd maand