Common Skin

Barbara Collé
Boekontwerp Meeus Ontwerpt. Beeld uit: La robe envolée van Myriam Mihindou

Jij eerst.’
‘Nee, nee. Jij, jij eerst.’
‘Nee, jij!’

Context 1: Het regent. Twee mensen staan op straat bij de draaideur van een hotel. Persoon A heeft een grote koffer, een zware tas en een paraplu. Persoon B is te dun gekleed en heeft een hondje dat doorweekt is. Beide personen willen snel naar binnen maar zijn zo beleefd om de ander voor te laten gaan.

Context 2: Middernacht, twee mensen aan de telefoon die elkaar leuk vinden en die allebei eigenlijk niet willen ophangen. Ze willen niet dat dit gesprek stopt. De een moet zo nodig plassen en de ander is schor van de dorst. En toch hopen ze dat de ander nog wat zal zeggen. Niet ophangen.

Context 3: Groot vertrek, ovale tafel. De president van Amerika zegt tegen de president van Rusland dat hij zijn kernwapens moet ontmantelen. Terwijl de Russiche president precies het tegenovergestelde denkt; jij eerst. Hun ‘nee’ staat lijnrecht tegenover elkaar.

Common Skin gaat over de dialoog. De dialoog is de uitwisseling tussen ‘de een’ en ‘de ander’. In Common Skin gaat het over de communicatie tussen kunst gemaakt door een Afrikaanse kunstenaar en een ‘westers’ kunstpubliek. Waarbij de ‘westerse’ kijker ‘de één’ is en de Afrikaanse kunst ‘de ander’. Kunst van een kunstenaar uit Afrika is zo anders. En de kern van Common Skin handelt over hoe wij omgaan met het vreemde van de ander.

‘De ander’ is hier de kunst van kunstenaar Myriam Mihindou. Op de cover van het boek staat een still uit een video van haar hand en het middelste deel van het boek is een beeldcahier van haar oeuvre. Kunstpublicist Daphne Pappers voert de dialoog met haar werk. Zij vormt het publiek en stelt een andere dialoogvorm voor. Die andere dialoogvorm vindt zij in het filosofisch essay van Liesbeth Levy. Deel drie is de filosofische kern waarop Common Skin steunt.

Pappers is de initiatiefneemster van deze uitgave. En dat initiatief komt voort uit een eerdere confrontatie die zij had met het werk van Mihindou. In 2005 liep Pappers in het Wereldmuseum in Rotterdam. Ze zag daar een tentoonstelling met kunst van Afrikaanse kunstenaars. Terwijl ze daar liep en het werk van Mihindou zag, vroeg ze zich af: waarom wordt dit werk hier tentoongesteld in dit volkenkundige museum en niet in een museum voor hedendaagse kunst? Wat zegt deze opgeplakte context over ons begrip van deze kunst? Begrijpen we deze kunst wel als we het louter onder de noemer ‘Afrikaans’ wegzetten?

Terug naar de dialogen. Wat er in het boek Common Skin wordt voorgesteld is een ander uitgangspunt voor de dialoog tussen de ‘westerse’ kijker en Afrikaanse kunst. Deze dialoog wordt vaak gevoerd zoals de presidenten communiceren in context 3. De ene partij vindt de andere vooral onbegrijpelijk; vreemd. Ze willen allebei hun eigen strategie bepalen maar de ander staat in de weg. Filosofisch gezegd maakt de ander hen onvrij. Er lijkt geen gemeenschappelijkheid en het makkelijkste zou eigenlijk zijn als de ander niet bestond. Common Skin stelt voor om de dialoog tussen kunstwerk en kijker te voeren zoals de mensen aan de telefoon. Dat gaat verder dan de eerste context waar beleefdheid de basis vormt. In het telefoongesprek is de ander noodzakelijk. Noodzakelijk voor mijn eigen bestaan. Het gaat om de ander. Eerst jij, dan ik. In Common Skin heet die houding: genereus en gastvrij.

Ik blijf aan de lijn.

Daphne Pappers, Myriam Mihindou, Liesbeth Levy 
Valiz, Amsterdam 2014
ISBN 9789078088677

Deel 1 is de close reading door Daphne Pappers
Een spread uit beeldcahier van Myriam Mihindou
Deel 3 is het essay van Liesbeth Levy